Onderzoek

Kort en goed: cyberpesten

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 30-09-2016 Gewijzigd op 30-01-2017
Hoe komt het dat jongeren die gepest worden, vaak gaan cyberpesten?

De bevindingen

Pesten roept emoties als woede en frustratie op. Deze emoties vormen een prikkel om zelf te gaan pesten. Kinderen die boos zijn grijpen bovendien sneller naar media, waarin asociaal en normoverschrijdend gedrag vertoond wordt. Dat is bevestigd in de longitudinale studie, waarin een schooljaar lang ruim duizend jongeren zijn gevolgd. Veel gepeste jongeren worden boos, bekijken vervolgens media met asociaal gedrag, en gaan daarna cyberpesten. Hoe hoger het mediagebruik, hoe meer pestgedrag.

Tips voor scholen

Niet alle gepeste jongeren zijn even gevoelig voor deze negatieve gevolgen van pesten. Jongeren die zichzelf of anderen de schuld geven of steeds blijven denken aan het pestincident, zijn geneigd meer te cyberpesten dan jongeren die proberen van de situatie te leren of die de situatie accepteren. Het loont dus om jongeren te leren om constructief met hun woede na pesten om te gaan. Een veilig klimaat – thuis en op school – waarin jongeren durven te vertellen dat ze gepest worden, is eveneens belangrijk. Als leerlingen hun woede kunnen uiten en delen, kan dat nieuw (cyber)pestgedrag helpen voorkomen.

Anouk den Hamer, ‘The Impact of Adolescents’ Media Use on Cyberbullying Behavior’. Proefschrift Vrije Universiteit, 2016. Te downloaden via dare.ubvu.vu.nl.

Dit artikel is verschenen in de rubriek Kort en Goed in Didactief, oktober 2016. 

Click here to revoke the Cookie consent