Interview

'Kind kan pester en slachtoffer tegelijk zijn'

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 28-02-2015 Gewijzigd op 21-10-2016
Jonge kinderen pesten elkaar over en weer, bij oudere kinderen is pesten vaker eenzijdig. Het is een van de conclusies uit het proefschrift van Gijs Huitsing over pestgedrag.  

Je hebt met een andere bril gekeken naar pesten. Wat heb je precies gedaan?
‘Om pesten in kaart te brengen vragen onderzoekers vaak aan kinderen of ze gepest worden of zelf pesten. Ik heb vragen uit de sociale netwerkanalyse gebruikt, zoals: wie pest jij? Daarmee breng je gedrag en relaties binnen een groep in kaart en wordt precies duidelijk wie pest, wie gepest wordt en wie elkaar verdedigt.’

En welk beeld doemt dan op?
‘Wat mij verraste, is dat een en dezelfde leerling pester, verdediger en slachtoffer tegelijk kan zijn. Het klassieke beeld van een pestslachtoffer is iemand die helemaal alleen is, zonder verdedigers. Die heb ik ook aangetroffen, maar vaker zag ik dat rollen samenvallen. In klassen heb je verschillende groepjes. Binnen een groepje is iedereen doorgaans aardig tegen elkaar. Maar groepsleden kunnen door kinderen uit een ander groepje gepest worden of zelf weer kinderen uit een ander groepje pesten. Bijna alle kinderen in een klas zijn wel in een of andere rol betrokken bij pesten.’

Je hebt verschillen gevonden tussen jonge en oude kinderen?
‘Bij jonge kinderen, zeg tussen de vijf en zeven jaar, zijn er meer wederzijdse nominaties, dus kinderen die elkaar noemen als pester. De rollen wisselen meer: vandaag pest ik jou, morgen pest jij mij. Hoe ouder het kind, hoe vaker er sprake is van eenzijdige pestrelaties. Van leerkrachten horen we ook dat vanaf groep 5 en 6 het pesten systematischer wordt. Het komt steeds meer vast te liggen wie pester en wie slachtoffer is. Alsof pesters eerst uittesten wie ze kunnen pesten en vervolgens hun vervelende gedrag steeds meer op dezelfde leerlingen richten.’


Je constateerde ook verschillen tussen de observaties van leerlingen en leerkrachten?
‘Volgens leerkrachten pesten jongens vooral jongens en meisjes vooral meisjes. Anders dan de leerlingen zien ze minder pestgedrag tussen jongens en meisjes, en juist meer pestgedrag bij meisjes onderling. Ze zijn het verder vaker eens over wie pester is dan over wie slachtoffer is.’

Klopt het dat de leerkracht pestgedrag vaak niet ziet?
‘Ik denk dat leerkrachten en leerlingen het soms anders zien. Leerlingen moeten ook leren dat niet elk conflict of ruzie meteen pesten is. Leerlingen kunnen een incident opkloppen, terwijl een leerkracht misschien te makkelijk denkt: die ruzie op maandagochtend hebben we uitgepraat. De waarheid zal ergens in het midden liggen. Het is wel goed als leerkrachten zich dat realiseren.’

Welke aanbevelingen kun je doen om pesten tegen te gaan?
‘Ik heb vooral gekeken naar mechanismen bij pesten; mijn eerste doel was niet om tot praktische tips te komen. Maar met mijn methode kun je wel beter analyseren waarom en hoe antipestprogramma’s werken. Je kunt namelijk gedetailleerd kijken wat er na een interventie in de netwerken verandert.’ 


Heb je inzicht gekregen in waarom kinderen pesten?
‘Verdedigers van pesters worden na verloop van tijd ook pester van hetzelfde slachtoffer. Dat onderstreept het belang van tijdig ingrijpen. Kinderen gaan door met pesten, omdat het wat oplevert, namelijk status. Medeleerlingen belonen hen door te lachen, hen cool te vinden of te steunen in het pestgedrag. Pesten pak je aan door de norm in de klas te veranderen: dat gedrag keuren we af. Allemaal, leerlingen en leerkracht. Iemand helpen is goed, tenzij je een pester helpt.’ 

Gijs Huitsing, A Social Network Perspective on Bullying. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen (met Talentenbeurs van NWO), 2014.

Dit artikel is verschenen in Didactief, jan/feb 2015. 

Click here to revoke the Cookie consent