Onderzoek

Kinderen verdienen het beste onderwijs dat er is

Tekst Simone Barneveld
Gepubliceerd op 07-09-2007 Gewijzigd op 30-11-2021
Beeld KARS TUINDER
De wetenschappelijke revolutie die de geneeskunde radicaal veranderde, is volledig voorbijgegaan aan het onderwijs, zegt Robert Slavin. Het is dan ook hoog tijd dat het onderwijs zich verder ontwikkelt. ‘Onze kinderen verdienen de beste programma’s, gebaseerd op het beste wetenschappelijke bewijs dat we kunnen leveren.’

Beleid berust meer op ideologie dan op wetenschap

‘De wetenschappelijke revolutie die de geneeskunde, landbouw, technologie en het transportwezen aan het begin van de 20ste eeuw radicaal veranderde, is volledig voorbijgegaan aan het onderwijs. We verwachten vooruitgang op allerlei terreinen, maar in het onderwijs discussiëren we nog steeds over dezelfde thema’s als vijftig jaar geleden.’ Aan het woord is Robert Slavin, directeur van het Center for Data-Driven Reform in Education aan de John Hopkins Universiteit in Baltimore en van de Success for All Foundation. Ik sprak hem in juni tijdens de Onderwijs Research Dagen (ORD) in Groningen waar hij de openingslezing verzorgde. Slavin vindt het hoog tijd dat het onderwijs zich verder ontwikkelt: ‘Het hoeft geen grote, plotselinge verandering te zijn, we zijn niet op zoek naar een big bang. Ook een langzame ontwikkeling brengt ons verder. ‘Onze kinderen verdienen de beste onderwijsprogramma’s, gebaseerd op het beste wetenschappelijke bewijs dat we kunnen leveren.’ Robert Slavin gebruikt graag metaforen en verhalen om zijn pleidooi voor evidence based onderwijs te ondersteunen. Zo geeft hij zijn eigen draai aan het verhaal van Rip van Winkle, een sprookjesfiguur die aan de vooravond van de Amerikaanse revolutie in slaap valt en twintig jaar later wakker wordt om zijn wereld totaal veranderd terug te vinden. ‘Als Rip van Winkle een arts was geweest, of een boer en hij was na vijftig of honderd jaar slapen wakker geworden, dan zou hij nu werkloos zijn. Was hij daarentegen een leraar, dan had hij zo weer aan de slag gekund. Hij had slechts een zomercursus “hoe geef ik ze les, zonder ze te slaan” moeten volgen.’ Slavin maakt er een grapje van, maar zijn boodschap is zeer serieus. 

Ruimhartig 

‘Op geen enkel ander gebied – geneeskunde, technologie – twijfelt men eraan dat er gehandeld moet worden op basis van wetenschappelijk bewijs. Waarom gebeurt dat dan niet in het onderwijs?’ Robert Slavin heeft daar zo zijn mening over: ‘Evidence based is niet populair bij de politiek. Evidence contradicts ideology – wetenschappelijk bewijs staat haaks op ideologie. Als de overheid nieuw beleid implementeert, dan verdwijnt het onderzoek hierover. De overheid wil niet weten of haar ideeën werken. Bovendien is voor de meeste programma’s die echt werken professionalisering van docenten nodig. Daar houdt de overheid niet van. Professionalisering is een gebed zonder eind, het is duur, ingewikkeld en het levert geen geld op. En daarom zijn methoden die gebaseerd zijn op harde wetenschap ook niet populair bij uitgevers. ‘Het is opvallend hoe moeilijk het is om geld te krijgen om de werking van nieuwe onderwijsprogramma’s te onderzoeken. Als je als regel stelt dat elke keer als de overheid budget uittrekt voor innovatie, er twee procent wordt uitgetrokken voor onderzoek, dan zou je al meer onderzoek hebben dan je aankunt. Slechts twee procent!  ‘In de VS trekt de federale overheid dertig miljard dollar per jaar uit voor medisch onderzoek. Het nationale budget voor onderwijskundig onderzoek is 165 miljoen per jaar, een piepklein percentage van wat er naar medisch onderzoek gaat. En dat terwijl het medische onderzoek ook nog eens wordt gefinancierd door privaat geld, geld van de lokale overheid en van de farmaceutische industrie. ‘Ik begrijp niet waarom dit zo is. Iedereen is het erover eens dat onderwijs belangrijk is. Onze landen zijn relatief genereus – we geven veel geld uit aan salarissen, gebouwen, nascholing van leraren – maar niet zo ruimhartig als zou moeten. Het percentage dat apart gezet wordt voor onderzoek is te klein.’ Dat dit zeker voor Nederland opgaat, bevestigt Wim Jochems, voorzitter van de Vereniging voor Onderwijsresearch, tijdens zijn praatje op de ORD: ‘Aan onderzoek wordt vijftig miljoen euro per jaar besteed. Voor onderwijsvernieuwingen wordt vijfhonderd miljoen uitgetrokken.’ Net als Slavin vindt Jochems dat het beleid meer gebaseerd is op ideologie dan op feiten: ‘Onderwijsinnovaties worden ideologisch gefundeerd, maar niet wetenschappelijk. Veel interventies worden niet onderzocht. Ook achteraf wordt niet gekeken of ze werken.’ Slavin denkt dat wetenschappelijk bewijs alleen uit de kast wordt gehaald als het toevallig de onderwijskundige of politieke mode van dat moment ondersteunt. ‘Terwijl het zo logisch is om datgene waarvan bewezen is dat het werkt, te gebruiken. Niemand, ook geen enkele politicus zal zeggen dat je een programma moet gebruiken dat niet werkt.’

Effectief

Het is de vraag hoe je politici overtuigt. Een regering zit maar voor een beperkte periode in het zadel en in die tijd wil ze zoveel mogelijk scoren. Onderwijsinnovaties en -interventies baseren op gedegen onderzoek kost tijd. En de meeste regerende politici ontbreekt het aan een langetermijnvisie. Slavin hoopt dat hij hun kan overtuigen die lange termijn wel in het oog te houden. ‘Ze bouwen ook bruggen die niet in één regeerperiode af zijn. Ze bouwen vliegvelden, ze investeren in landbouw, geneeskunde; allemaal dingen waarvan ze het resultaat in hun termijn niet zullen zien. Ik weet niet waarom onderwijs een andere behandeling krijgt, maar dat het anders wordt behandeld is een feit.’ Wat het moeilijk maakt om beleidsmakers, maar ook de mensen in de praktijk te overtuigen van het nut van evidence based onderwijs, is dat wetenschappers het niet altijd eens zijn over de resultaten. Er wordt veel over gediscussieerd. Slavin trekt weer een vergelijking met de medische wetenschap; ook daar was veel discussie over uitkomsten van onderzoek. ‘Onderzoek had aan het einde van de 19de eeuw al de invloed van bacteriën op ziekte uitgewezen. Antisceptische procedures, zoals het gebruik van rubber handschoenen, mondkapjes en sterilisatie van instrumenten bleken effectief in de operatiekamer. Toch duurde het nog dertig jaar voordat conservatieve artsen overtuigd waren. Nog in 1910 gebeurde het dat een chirurg een mes liet vallen, het aan zijn broek afveegde en rustig verder ging met opereren. ‘Vandaag de dag zou geen dokter erover piekeren om de bevindingen van dergelijk onderzoek te negeren. In de landbouw, de geneeskunde et cetera is zoveel vooruitgang geboekt omdat  boeren en artsen hun handelen hebben gebaseerd op harde wetenschap. ‘Wij wetenschappers moeten de juiste voorwaarden scheppen om wetenschappelijk onderbouwde interventies in te zetten in de praktijk.’ Zo moet er een substantieel aantal bewezen programma’s beschikbaar zijn, liefst gebaseerd op evaluaties uit grootschalige a- selecte steekproeven. Dergelijke gedegen onderzochte programma’s moeten worden beschreven in heldere, betrouwbare rapporten, zodat beleidsmakers en gebruikers in één oogopslag kunnen zien hoe ze die kunnen gebruiken. En de nationale en lokale overheid moet het gebruik van dergelijke programma’s openlijk ondersteunen. ‘Als gebruikers en beleidsmakers eenmaal zien dat dit een positief effect heeft op de leerlingprestaties, dan is de kans ook groot dat ze bereid zijn meer te investeren in onderzoek. Dat zou weer leiden tot meer gedegen onderzoek, wat weer leidt tot meer budget. ‘Er is een Duits gezegde’, zegt Slavin lachend: ‘Hunger kommt mit Essen.’

Rood potlood

Slavin zelf werkt hard aan die voorwaarden. Hij is sinds kort verbonden aan de Universiteit van York in Groot-Brittannië waar hij onderzoek gaat doen naar coöperative learning, een vorm van samenwerkend leren, waarbij kinderen in kleine groepjes elkaar helpen. ‘Er wordt al dertig jaar onderzoek gedaan naar samenwerkend leren. De meeste docenten hebben ervan gehoord en gebruiken het af en toe. Maar helaas doen ze coöperative learning niet altijd zoals het moet. Ze zetten kinderen in een groep en laten ze samen wat doen. Wat dan vaak gebeurt is dat één kind het werk doet voor de anderen. Het onderzoek zegt al dertig jaar dat dat niet de manier is waarop samenwerkend leren werkt. Samenwerkend leren heeft alleen effect als iedereen meedoet. Dat betekent dat de groep niet slaagt, tenzij alle leden hun les hebben geleerd.’ Hiermee stipt Slavin een ander probleem aan van evidence based interventies: ze worden in de praktijk vaak niet goed gebruikt. ‘Mensen horen over iets, ze lezen er iets over, volgen een workshop en denken dan dat ze alles weten. Als je iets wilt veranderen in de klas, is daar meer voor nodig. Het verschil zit hem vaak in de details. Docenten hebben een professionele training nodig als ze succesvolle programma’s op de juiste manier willen gebruiken. Als je wilt leren tennissen, dan lees je er ook niet een artikel over en ga je vervolgens de tennisbaan op. Je hebt een trainer nodig om tennis te leren, die ziet wat je doet en je feedback geeft. En dan oefenen, oefenen en nog eens oefenen.’ Slavin en zijn collega’s in York kiezen daarom voor een andere aanpak: ze gaan direct de kinderen benaderen. ‘Er is een spelletje’, zegt Slavin, ‘dat noemen we in Amerika “telefoon”. Iemand fluistert iets in een ander zijn oor, en vervolgens wordt dat zo aan steeds weer een ander doorgegeven. Aan het eind komt er iets heel anders uit. Zo doen wij het ook: wetenschappers doen onderzoek, geven de resultaten door aan trainers, die het vervolgens vertellen aan leerkrachten en uiteindelijk komt het bij de kinderen terecht. Wie weet wat het dan is geworden.’ ‘Daarom willen wij de kinderen laten zien hoe samenwerkend leren in elkaar steekt. We hebben dvd’s en video’s gemaakt waarin poppen de hoofdrol spelen, die op een leuke manier voordoen hoe je samenwerkend leert. ‘Zo gebruiken we video’s voor een programma creatief schrijven’, vertelt Slavin enthousiast. ‘Daarin werken kinderen samen in groepjes, ze helpen elkaar en controleren elkaars werk zodat elk kind in de groep zijn schrijfopdracht goed maakt. Anders komt de red pencil of doom in beeld, oftewel het grote, angstaanjagende rode potlood dat de leraar gebruikt om alle fouten in de teksten aan te strepen. Kinderen en leraar zien het en moeten erom lachen. Maar het geeft ook een boodschap: “werk goed samen, dan hoeft de leraar je schrijfopdracht niet rood te maken.” Zo zien de leerlingen dat de poppen verantwoordelijkheid voor elkaar nemen, om elkaar geven en begrip voor elkaar hebben.’ 

Pragmatisch 

Slavin: ‘We hopen zo een situatie te creëren waarin zowel de kinderen als de leraren begrijpen wat essentieel is bij samenwerkend leren. En dat is dat kinderen weten dat zij verantwoordelijk zijn voor het leren van iedereen in de groep. We denken dat concept beter over te kunnen brengen als we de kinderen direct aanspreken. En we brengen het op een grappige manier, want kinderen moeten het wíllen zien.’ De video’s worden het hele jaar gebruikt en geïntegreerd in de lessen. Kinderen hoeven er niet voor naar een apart lokaal. Zo probeert Slavin ook het gebruik van technologie in de lessen uit een verdomhoekje te halen. ‘We zijn als onderzoekers erg pragmatisch’, besluit Slavin. ‘De interventies die we uitdenken en onderzoeken, daar moeten de kinderen van profiteren. We luisteren dus eerder naar leraren dan naar professoren. Je kunt natuurlijk niet zonder theorie en fundamenteel onderzoek, zonder dat zouden we veel dingen nooit hebben verzonnen. We proberen er ook aan bij te dragen. Beide, theorie en praktijkervaringen, zijn waardevol. ‘Daarom leggen we onze ideeën voor aan leraren, zodat zij ons feedback kunnen geven. We proberen ons nieuwe programma eerst uit op kleine schaal om het vervolgens uitgebreid te toetsen.’ Want zonder hard wetenschappelijk bewijs kun je er niet zeker van zijn dat het echt werkt. En als we het onderwijs daadwerkelijk verder willen brengen, zullen we daarvan doordrongen moeten zijn. Slavin: ‘Als Rip van Winkle over twintig jaar wakker wordt, moet hij niet aan de bak kunnen komen. Ook als hij nu wel een goede leraar is.’

Engelstalige websites waar informatie over evidence based onderwijs is te vinden: http://www.whatworksclearinhouse.org en http://www.bestevidence.org

Click here to revoke the Cookie consent