Hoe solidair zijn kinderen met leeftijdsgenoten van hun eigen groep en van andere groepen? Om dat te onderzoeken ondervroeg de promovenda 3170 kinderen van tussen de 8 en 13 jaar. Ze spiegelde hen situaties voor waarin een leeftijdsgenoot hulp nodig had - bijvoorbeeld bij het begrijpen van een opdracht of het zoeken van een fietssleutel - en stelde naar aanleiding daarvan vragen.
Hoewel de kinderen aangaven het heel belangrijk te vinden dat wie hulp nodig heeft deze krijgt, bleek het wel uit te maken tot welke groep de hulpvrager behoort. Gaat het om iemand die de kinderen tot een andere groep rekenen, bijvoorbeeld omdat de hulpvrager een andere etnische afkomst heeft of in een andere klas zit, dan zijn kinderen minder bereid te helpen. In zulke gevallen verwachten ze eerder dat de hulpvrager door zijn of haar eigen groepsgenoten wordt bijgestaan.
Toch zijn er ook manieren om solidariteit met andere groepen te stimuleren, blijkt uit Sierksma's onderzoek. Zo kun je kinderen empathischer maken door vragen te stellen als 'Hoe denk je dat hij/zij zich voelt?'. Door zulke interventies verdwijnt bij kinderen de voorkeur voor het helpen van de eigen groepsleden, aldus de promovenda.
2 maart 2015
Tekst: Jessie van den Broek
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven