John Locke werd geboren in een puriteins, upper middle class gezin in het zuidwesten van Engeland. Zijn vader was advocaat, en diende ook wel als legerkapitein. Dankzij een studiebeurs kon puber John naar de prestigieuze Westminster School in Londen, waarvan Johns diploma de poort opende tot het Ware Walhalla der Wetenschap: Oxford. Locke volgde hier een studie filosofie, maar had opvallend veel te klagen. Liever wilde hij moderne denkers als Descartes bestuderen dan die stoffige, oude Grieken die de universiteit voorschreef. Zijn vrije uurtjes stonden dan ook geheel in het teken van de eigentijdse, experimentele filosofie en de moderne geneeskunde.
In 1674 behaalde langstudeerder Locke – inmiddels 42 jaar oud! – zijn artsdiploma. Enkele jaren eerder was hij al afgestudeerd als filosoof, en had tevens een aanstelling gevonden bij Lord Ashley: de graaf van Shaftesbury en tevens een omstreden politicus die om de haverklap naar het buitenland moest uitwijken wegens hoogverraad of verkeerde opvattingen. Locke werd in zijn denkbeelden sterk beïnvloed door de radicale graaf, en reisde met hem mee naar Frankrijk en later naar de Nederlanden.
In het liberale Amsterdam van de Gouden Eeuw legde Locke de fundamenten voor zijn belangrijkste werken over de constitutionele monarchie en de parlementaire democratie: concepten die praktisch elke andere zeventiende-eeuwer als Chinees in de oren klonken. Lockes mensbeeld bepaalde zijn ideeën over onderwijs en opvoeding. Een kind werd geboren als tabula rasa, een onbeschreven blad, en zijn ervaringen bepaalden hoe hij zou worden. In het nature-nurturedebat avant la lettre koos Locke dus duidelijk de nurture-kant. Een degelijke opvoeding was sober en moest een kind vooral manieren en normen bijbrengen, eerbaarheid en trouw leren, en een flinke dosis kennis bieden van God en de Kerk.
Deugden wogen voor Lockes gentleman-ideaal zwaarder dan kennis. Strenge straffen en geweld waren uit den boze: kinderen moesten ongedwongen de lessen des levens leren. Ze moesten veel buiten zijn en op speelse wijze alles ontdekken. Omdat de Engelsman elk kind als individu beschouwde, keerde hij zich tegen het schoolsysteem: niemand is hetzelfde, dus het onderwijs moet ook per kind verschillen. Leuk bedacht hoor, maar onhaalbaar voor het grootste deel van het (armlastige) vroegmoderne volk. Locke hanteerde overigens een visie met factor tachtig op de totalitaire schaal, want zelfs over de kleding van kinderen (niet te strak, niet te klein) en de matrassen waarop ze sliepen (niet te zacht) had hij wel een mening. Het is weinig verrassend dat Lockes ideeën vooral in de Lage Landen gretig aftrek vonden. De nadruk op individualisme, het afwijzen van dwang en geweld, de ga-maar-lekker-buiten-spelen-dan-ontdek-je-ook-genoeg-mentaliteit – het zijn allemaal ideeën die je zou verwachten in het reglement van de eerste de beste Vrije of Montessorischool. En zo blijken onze modern gewaande ideeën toch maar mooi al eeuwenoud.
Tekst: Anne Burgers
3 september 2013
Lees alle artikelen uit deze serie in ons dossier Dode pedagogen.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven