In de stuurhut van het binnenvaartschip Sendo Liner klinkt een luid alarm. Bbl-student Iris (20) trekt vlot haar gele reddingsvest aan, pakt haar portofoon en spoedt zich naar de machinekamer. Scheepsmanager en leermeester Niek Boermans (28) geeft Iris instructies via zijn portofoon: ‘Loop een rondje om de generator en als je geen bijzonderheden waarneemt, mag je het alarm resetten.’ Het blijft even stil, dan klinkt de stem van Iris: ‘Het oliepeil is laag, zal ik er wat bijgooien?’
Boermans is vandaag leermeester van Ruben (19) en Iris, beiden bbl-student aan het Nova College: Ruben in IJmuiden en Iris in Harlingen. Stuurvrouw Iris volgt de mbo-4 opleiding tot Kapitein Binnenvaart, haar schippersjaar heeft ze al afgerond. Lichtmatroos Ruben zit in zijn tweede jaar van Schipper Binnenvaart. In feite leidt Iris Ruben ook op, door samen te werken op het schip. Daarbij worden ze begeleid door Boermans. ‘Dat houdt in dat ik de toko run. Ik ga in het weekend wel naar huis, maar de studenten zijn twee weken lang aan boord en dan weer twee weken vrij.’ Best intensief, zo’n lange tijd met elkaar? Boermans: ‘Je bent inderdaad één grote familie aan boord. Dat kan lastig en mooi tegelijk zijn. Je praat noodgedwongen met elkaar over persoonlijke dingen, maar hebt daardoor ook wat voor elkaar over.’ Iris beaamt dat: ‘Je bent toch een halfjaar per jaar met elkaar samen.’
Met camera’s houdt Boermans goed zicht op wat de studenten doen en via de portofoon geeft hij ze aanwijzingen.
Via een omweg kwam Boermans bij de binnenvaart terecht. Na een koksopleiding en een aantal jaren ervaring in de horeca, gooide hij het roer om. ‘Ik zocht naar een plek waar ik echt vrij kon zijn en verder kon groeien. Varen is altijd uitdagend. In de haven van Rotterdam kan je bijvoorbeeld lekker manoeuvreren en ben je bezig met plannen om alles zo efficiënt mogelijk te doen. En in Friesland is er weer krapper vaarwater en moet je je daarop concentreren.’
‘Ik zocht naar
een plek waar ik
echt vrij kon zijn’
Boermans besloot een versnelde opleiding tot schipper te volgen. Hij begon als matroos, waarbij hij de stuurman ondersteunde bij het onderhoud van het schip, en haalde in anderhalf jaar zijn vaarbewijs. Hij kent het Nova College goed, want zelf volgde hij daar ook een deel van zijn opleiding. ‘Als schipper kom je verschillende werkzaamheden tegen aan boord, als je voldoende kennis hebt, voer je deze werkzaamheden zelf uit. Dit is een hybride schip, daar moet je mee kunnen werken.’
Hij mag dan van maandag tot en met vrijdag werken, de dag van Boermans begint al om vier uur ‘s morgens. De studenten komen om zeven uur eerst in de stuurhut. Dan drinken ze samen een kopje koffie en om half acht begint ook hun werkdag. ‘Vanochtend heeft Ruben met minimale begeleiding het schip door de sluis bij Lelystad gevaren,’ vertelt Boermans trots. Een hele prestatie, want het schip is een gevaarte: 110 meter lang bij 11,45 meter breed. Het transporteert zeecontainers waarin diverse producten kunnen zitten: van melkpoeder tot koptelefoons, van huisraad tot tarwe. Met volle containers kan het gewicht oplopen tot wel 3200 ton. Het schip vaart met 164 containers een lijndienst tussen Groningen en Rotterdam; in twee weken gaat het drie keer heen en weer.
Morgen zit de tweeweekse shift voor deze studenten erop. Gisteren hebben ze de machinekamer gelakt, vandaag zijn ze het dek aan het boenen. ‘Om te voorkomen dat het zeewater corrosie geeft,’ legt Boermans uit. En zodat de volgende groep studenten met een schoon schip kan beginnen. Wat hij het meest waardeert aan zijn vak? ‘Geen dag is hetzelfde, daar word ik blij van. Gisteren voer ik met kraakhelder weer, vandaag kan ik maar 1200 meter vooruitkijken.’ Hij wijst naar buiten: ‘Het IJsselmeer is ruim vaarwater, ideaal om als lichtmatroos te beginnen. Je moet eerst één met het schip worden, weten wat het schip gaat doen, voor je naar smaller water kan.’
‘Hij laat ons los
en begeleidt op
een fijne manier’
Gevoel krijgen voor het schip probeert hij zijn studenten ook te leren. Omdat zijn werkvloer zo uitgestrekt is, zijn er overal camera’s. Zo houdt hij goed zicht op wat de studenten doen en via de portofoon geeft hij ze aanwijzingen. ‘Iris en Ruben zijn al ervaren, maar als er een nieuwe lichtmatroos komt, loopt er altijd iemand mee. Als schipper en leermeester moet ik continu afwisselen en scherp zijn.’ De leerlingen volgen ook lessen aan wal, voor Ruben beslaan die bijvoorbeeld acht weken per jaar. Als de lessen onder vaartijd vallen, dan ruilen ze met een ander bemanningslid. Straks moeten de studenten een proeve van bekwaamheid afleggen. Voor Ruben is dat bijvoorbeeld zelfstandig in een sluis varen of een schip beladen. Daarvoor moet hij eerst een plan maken, contact leggen met de terminal, toezicht houden en ballast bijpompen om de positie van het schip in het water te stabiliseren.
Als Iris en Ruben klaar zijn met het boenen van het dek, komen ze de warme stuurhut in. De laarzen en reddingsvesten gaan uit, de radio aan en de koffie verschijnt op tafel. Gezellig kletsen mag, maar er moeten ook serieuze zaken besproken worden. Boermans geeft de studenten een rekenopgave. ‘Hoe hoog is een standaardcontainer?’ Twee meter zestig, zegt Ruben. ‘Dus hoe diep moeten we dan liggen?’ Ruben: ‘Twee meter veertig’. Boermans: ‘Als ik ergens kom waar ik nog nooit ben geweest, maak ik altijd een berekening op papier. Zo weet je precies hoe diep je schip in het water moet liggen.’
‘Als ik ergens kom waar ik nog nooit ben geweest, maak ik altijd een berekening op papier. Zo weet je precies hoe diep je schip in het water moet liggen.’
De studenten zijn blij met Boermans als leermeester. Ruben: ‘Dit is mijn eerste schip, maar nu sta ik met zelfvertrouwen op het dek. Door de begeleiding van Niek snap ik wat ik aan het doen ben. Hij laat je doen wat jij denkt dat het beste is.’ Iris beaamt dat: ‘Niek laat ons los, en begeleidt op een fijne manier. We zijn echt een team.’
Ondertussen nadert de Sendo Liner de Prinses Margrietsluis in Lemmer, Friesland. Ruben zit in de stuurstoel en meldt het schip aan via de marifoon, een apparaat voor maritieme communicatie. Boermans: ‘Dan kan je er nu een tandje afhalen. Wacht, zal ik ‘m even invaren? Ik zie dat je niet veel ruimte hebt.’
Boermans is op zijn beurt apetrots op zijn studenten: ‘Iris heeft een enorme ontwikkeling meegemaakt. Toen ik haar de eerste dag ophaalde op het station was ze heel verlegen, maar nu zit ze continu te geinen. Het is leuk om te zien dat je ploeg zo groeit.’
Lees meer afleveringen van de Biotoop.
Dit artikel verscheen in Didactief, januari/februari 2024.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven