Omringd door bomen en vogels in het Twentse natuurgebied Het Rutbeek staat leraar Jasper Duijnisveld (47) te midden van een groep van twintig jongens en meisjes. Ze ogen jong, de gemiddelde leeftijd is 17 jaar. ‘Hoe camoufleer je?’ vraagt hij ze. ‘Door op te gaan in de bosrand,’ antwoordt een jongen. ‘Goed. En wat neem je niet mee? Het begint met een T. Juist, je telefoon en je tablet, haha!’ Geroutineerd en zonder morren deponeren de studenten (mbo militaire vakken, veiligheid en vakmanschap ofwel VEVA, niveau 2 en 3) hun apparaten op een picknicktafel. Vanuit het struikgewas moeten ze vervolgens – gekleed in camouflagepakken – observeren en noteren wat ze zien en horen. Dan blaast Duijnisveld op een fluitje. Lacherig en gewapend met verrekijkers, verstoppen de studenten zich in berkenbosjes iets verderop. Van daaruit observeren ze een denkbeeldige vijand.
Met verrekijkers
verstoppen ze zich
in berkenbosjes
De tweejarige mbo-opleiding bereidt ze voor op een carrière in het leger, met veel aandacht voor de praktijk. Studenten gaan steeds drie weken naar school gevolgd door één week op stage.
Duijnisveld weet waar hij het over heeft: hij belandde bij ROC Twente na een militaire carrière. ‘Tijdens reünies van Operatie Market Garden logeerden oorlogsveteranen bij ons thuis in Arnhem. Hun verhalen over de strijd destijds maakten indruk op mij als kind,’ vertelt Duijnisveld. Hij zit aan de picknicktafel en houdt gekleurde schildjes met militaire pictogrammen en een jachthoorn omhoog, die zijn studenten in de bosjes moeten waarnemen. ‘Van deze veteranen leerde ik hoe belangrijk het is om kameraadschap te kweken. Het gevoel samen iets mee te maken, tijdens de gruwelijkheden waar je middenin kan zitten, was belangrijk voor hen.’
‘De verhalen van
veteranen maakten
indruk op mij’
Ook zijn vader en opa, beiden beroepsmilitair, inspireerden hem. Toch koos hij niet gelijk voor Defensie. Na de mavo deed hij eerst mbo-SPW, richting penitentiair medewerker: ‘Ik wilde in de gevangenis werken en liep stage bij De Koepel in Haarlem. Tijdens mijn opleiding kwam ik in contact met een militaire instructeur, en maakte ik trainingsweken mee. Het sportieve en avontuurlijke spraken me bijzonder aan. Die kennismaking met de militaire praktijk deed me besluiten om toch de weg van mijn vader en opa te volgen.’
Duijnisveld startte zijn opleiding in 2002 bij de marine. Later kwam hij bij de marechaussee, waar hij werd opgeleid tot wachtmeester algemeen opsporingsambtenaar eerste klasse. Hij ging op vredesmissie voor de VN naar het Midden-Oosten, de Perzische Golf, Ethiopië en Afghanistan: ‘Ik wilde de belangen van Nederland behartigen, bijdragen aan vrede. Ik deed het ook voor mijn opa, die als militair in Indonesië een trauma opliep, toen een soldaat voor zijn ogen werd onthoofd. En ook wel voor het jongensboekavontuur, het zien van onbekende landen.’
Na zijn actieve dienst werd Duijnisveld trainer-opleider bij de marechaussee: ‘Ik merkte hoeveel energie het me gaf om mensen iets uit te leggen en om te zien dat het bij hen landt. Ik besloot de lerarenopleiding te volgen en zo belandde ik uiteindelijk bij ROC Twente. Als aankomend leraar heb ik veel geleerd van mijn collega Mark. Hij hield de aandacht erbij met zijn natuurlijke overwicht en humor; met grapjes tussendoor legde hij bijvoorbeeld uit hoe je je linkervoet moest neerzetten bij een schietoefening. Die combinatie van dollen en serieus aan de bak gaan, heb ik van hem overgenomen. Dat maakt de lessen luchtiger, de stof blijft zo beter hangen.’
‘De tweejarige mbo-opleiding VEVA bereidt studenten voor op een carrière in het leger, met veel aandacht voor de praktijk.’
Dan stijgt uit de bosjes een rookwolkje op. Duijnisveld stapt erop af. ‘Wie zat daar te roken?’ buldert hij. Stilte. ‘Ik vertrouw erop dat de roker de rookwaar bij me inlevert,’ besluit hij. ‘Dat gevoel voor verantwoordelijkheid hoor je te hebben.’ Wachtend op de zondaar, vertelt hij verder over leerlingen die indruk op hem hebben gemaakt, bijvoorbeeld omdat ze ondanks een beroerde thuissituatie tot bloei kwamen: ‘Jongeren met alcoholistische of terminaal zieke ouders, jongeren met armoedeproblemen. Ik nodig ze uit hun hart te luchten en mogelijke oplossingen voor hun problemen te bespreken. Het is mooi als zo’n student uiteindelijk goed terechtkomt.’
Schoorvoetend melden een jongen en een meisje zich aan de picknicktafel. ‘We zaten te vapen,’ bekent het meisje, terwijl ze de attributen neerlegt. Er volgen studenten met sigaretten en aanstekers. Duijnisveld spreekt hen streng toe: ‘Jullie zijn toch geen kleuters!’
‘Ik kan me hier heel boos om maken,’ verzucht hij, nadat de groep weer in de bosjes heeft postgevat. ‘Naïeve teleurstelling. Ik vertrouwde erop dat ik ze niet hoefde te fouilleren. Maar ik begrijp het wel, het blijven tenslotte pubers.’ Hij schopt een voetbal richting de bosjes en steekt zijn bordjes met militaire pictogrammen weer in de lucht.
Zelf was hij ook geen gemakkelijke puber, lacht hij: ‘Mijn eigen schoolcarrière ging met vallen en opstaan. Door gedragsproblemen heb ik een tijdje speciaal onderwijs gevolgd. Minimal Brain Damage heette het toen, tegenwoordig noemen we het adhd. Ik was hyperactief, met het klimmen der jaren werd ik rustiger. Maar door mijn ervaringen kan ik me goed inleven in studenten die hetzelfde hebben. Ik toon begrip en heb geduld.’
Dat betaalt zich uit. ‘Hij geeft leuke lessen, op een originele manier,’ vindt Anthony. ‘Altijd met een grapje tussendoor.’
Na afloop van de les prijst Duijnisveld de groep: ‘Afgezien van wat gekraak heb ik niks gehoord. En wat hebben jullie gehoord en gezien?’ ‘Ik zag u voetballen.’ ‘U keek door een verrekijker.’ ‘Ik zag u rondjes lopen.’ ‘Hebben jullie dat opgeschreven? Prima. Anderen moeten je waarnemingen kunnen lezen.’
‘De combinatie van dollen en serieus aan de bak gaan maakt de lessen luchtiger. Zo blijft de stof hangen.’
Trots is Duijnisveld op studenten die zichzelf ondanks beperkingen weten te redden. Om dezelfde reden is hij trots op zijn dochter Sanne (20): ‘Ze heeft een verstandelijke beperking maar toch ziet ze overal de positieve kant van in. Ze verzorgt haar pony zelf en is gek op voetbal. Ze is supporter van Vitesse en volgt samen met haar oma en opa wedstrijden. Ook bij een nederlaag geniet ze van het spel. Die instelling wil ik aan mijn studenten doorgeven.’
Lees meer afleveringen van de Biotoop.
Dit artikel verscheen in Didactief, december 2023.
06-02-2024
06-01-2017
22-01-2019
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven