Interview

In de biotoop van Ismail Aghzanay

Tekst Paulien de Jong
Gepubliceerd op 19-06-2020 Gewijzigd op 18-06-2020
De motivator - Hoe geef je les in coronatijd, als je kracht schuilt in persoonlijk contact? Ismail Aghzanay, docent Engels op het Rotterdam Designcollege, weet waar het om gaat: ‘Leerlingen laten zien wat ze waard zijn.’

De scholen zijn nog open, eind februari, als de eerste coronabesmettingen Nederland binnendruppelen. Zo ook dit vmbo, met een kleine vijfhonderd leerlingen aan de Beukelsdijk in Rotterdam, in de vooroorlogse wijk Het Nieuwe Westen. Een buurt waar drie kwart van de bewoners een Surinaamse, Marokkaanse, Turkse of Kaapverdiaanse achtergrond heeft.
De examenklas van Ismail Aghzanay (29) heeft een oefenluistertoets. In toetsopstelling; van anderhalve meter afstand heeft op dat moment nog niemand gehoord. Aghzanay kijkt mee over schouders, fluistert of het gaat. Op zijn gezicht een continue lach en vrolijke ogen. ‘Hé guys, listen up. We gaan een filmpje kijken.’ De documentaire over de zoetwatermossel is niet de spannendste materie voor een groep pubers, maar de klas is stil. Als een jongen zijn buren een snoepje aanbiedt, mag dat. Delen vindt Aghzanay belangrijk, vertelt hij na de les. ‘Ik ben opgevoed met het idee: wat van mij is, is van jou.’

 

Appje na de les

Twee maanden later lijkt het bezoek in Rotterdam een eeuwigheid geleden. Hoe het lesgeven op afstand gaat? Na een hap lucht volgt een lach. ‘Het is echt wennen. Ik woon tijdelijk bij mijn ouders, omdat ik graag dicht bij hen wil zijn.’ Zijn rol als leraar is veranderd. ‘Ik ben nóg meer aan het coachen, aan het motiveren en laten zien wat ze waard zijn.’ Hij geeft drie derde klassen eens per week les via Teams. Ze krijgen één huiswerkopdracht die hij online nabespreekt. Geen dagvullend programma dus, maar het kost hem minstens zo veel energie. Veel leerlingen appt hij nog even na de les: of hij nog iets voor ze kan doen? ‘Ik, de school, we zijn op digitaal vlak zo ver nog niet. Dat is iets om over na te denken.’
Los daarvan vindt Aghzanay het belangrijk om zijn lessen behapbaar te houden. Hij gelooft niet in bergen huiswerk. Bovendien hebben leerlingen last van slecht werkende laptops, haperende wifi of desastreuzer: helemaal geen computer. Hij legt de lat lager in deze tijd. ‘Ik word al blij als ze überhaupt online zijn. Elke les tel ik af: yes, we missen er nog vijf, nog vier, drie, effe applaus.’
Afwezige leerlingen probeert hij online op te zoeken. Via WhatsApp, Snapchat, Insta. Soms zet hij klasgenoten in: ‘Connect jij hem even?’ Met een aantal krijgt hij geen contact, dat raakt hem. De frivoliteit en het plezier waarmee hij lesgaf, zijn stukken minder. Het past niet bij hem, juist in de persoonlijke interactie schuilt zijn kracht. ‘In de klas zie ik of ze opdrachten begrijpen of extra steun nodig hebben. Dat lukt domweg niet vanachter een laptop, ook niet als ze allemaal hun camera aanzetten.’ Maar zijn gevoel voor humor is gebleven. Als hij tijdens zijn les merkt dat niemand reageert, maakt hij haperende woorden, alsof de computer vastloopt. ‘Dan worden ze ineens wakker en zeggen ze: “Meneer, meneer ik hoor niets,” haha.’

 

Komisch en kwetsbaar

Aghzanay groeide op met zes broertjes en zusjes in de Rotterdamse wijk Feijenoord. Z’n vader werkte in de tuinbouw en scheepvaart, zijn moeder zorgde voor het gezin. ‘Lieve en zorgzame mensen die ik het niet makkelijk maakte,’ zegt hij. ‘Ik was druk, praatte veel, zocht de grenzen op.’ Door zijn gedrag belandde hij na groep 2 op het speciaal basisonderwijs. Daar werd hij rustiger. Na groep 8 ging hij naar een regulier vmbo. Hij volgde een mbo-opleiding administratief werk, daarna sociaal-cultureel werk. Een dramadocent ontdekte bij een keuzevak zijn presentatietalent en humor. Emotionele stukken bracht hij komisch en kwetsbaar tegelijk.
Met een mbo-diploma op zak schreef hij zich in voor de lerarenopleiding en vormde hij met een vriend het cabaretduo Waterkonijnen. Ze bereikten de finale van het Camerettenfestival. Als docent Engels werd hij leraar van het jaar 2018. De vakjury daarover: ‘Ismail geeft jongeren het vertrouwen dat ze iets kunnen. Hij geeft respect, verwacht dat terug en zorgt dat leerlingen zich ook in de ander kunnen inleven.’ Vorig jaar zette hij een punt achter het cabaret. ‘Het was niet meer te combineren met mijn werk op school. Ik wilde gaan voor wat ik het allerliefst doe.’
Terug naar februari, toen een handvol vierdeklassers, zoals gewoonlijk, na de les bleef hangen. Een mentorleerling: ‘Meneer Aghzanay voelt als een broer, als een van ons. Hij mailt of appt me als ik niet naar de les kom. Hij zegt: “Je kán het” of: “Ik ben trots op je.” Omdat hij in mij gelooft, ga ik dat zelf ook geloven.’ Aghzanay: ‘Ik probeer het verschil te maken in hun leven, daar streef ik elke dag naar.’ Soms spreekt hij straattaal, zoals laatst toen een leerling in een InstaLive-video vertelde dat hij met school wilde stoppen. ‘Ik zei: “Luister! Ik ken je als een bikkelaar hè, dat ga je niet opgeven toch? Kijk wat je moet inhalen, stuur effe je nummer.” Een week later kreeg ik bericht: “Ik heb alles ingehaald, ik denk dat ik het ga halen.”’

 

Hogere verwachtingen

Leer elkaars werelden kennen, is Aghzanay’s devies. Zijn leerlingen starten het schooljaar met een persoonlijk opstel, een idee naar de film Freedom Writers (2007) over een beginnend lerares en kansarme jongeren. Haar schoolleiding adviseert om niet al te hoge verwachtingen te hebben. Ze besluit anders, gooit haar lesprogramma om en vraagt leerlingen een dagboek bij te houden. Dan ziet ze waar hun vijandige houding vandaan komt. ‘Dat dagboek vond ik zo inspirerend!’ De opstellen openen zijn ogen. ‘Veel kinderen worden over het hoofd gezien, thuis en door de maatschappij. We zijn al blij als ze überhaupt, onderaan de sociale ladder, kunnen meedraaien. Terwijl ik hier zo veel potentie en levenservaring zie.’
Aghzanay houdt zijn leerlingen voor dat ook zij dokter of advocaat kunnen worden. ‘Een lange weg vanaf het vmbo, maar het kán. Ik weet als geen ander dat het begin niet bepalend is voor de finish.’

 

Dit artikel verscheen in Didactief, juni 2020.​

Verder lezen

1 In de biotoop van Masja Lebouille

Click here to revoke the Cookie consent