Onderzoek

Iedereen een wiskundeknobbel

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 02-04-2013 Gewijzigd op 13-07-2017
Wiskunde leren kunnen we allemaal. Uit Duits onderzoek blijkt dat de motivatie van leerlingen belangrijker is dan hun intelligentie.

Oefening baart kunst. Dit gezegde mag oudbakken lijken, maar blijkt nog steeds een waarheid als een koe. Nog zo eentje: je kunt alles leren, als je maar wilt.

Vooral bij een vak als wiskunde willen leerlingen nog wel eens verzuchten dat ze ‘het gewoon niet kunnen’. Ze zouden de fameuze wiskundeknobbel missen. Duitse onderzoekers maken daar korte metten mee.

Ze hielden vijf jaar lang een groep leerlingen in de gaten. Tussen hun tiende en hun vijftiende jaar testten ze de kinderen twee keer op hun wiskundevaardigheden. Ook keken ze naar hun gevoel van ervaren controle, hun leermethodes en hun intrinsieke en extrinsieke motivatie. Wat bleek: intelligentie bepaalt weliswaar deels het startniveau, maar is geen verklaring voor de voortgang die leerlingen al dan niet maken. Of iemand vaardig wordt in wiskunde hangt vooral af van de intrinsieke motivatie. Die drijft een leerling voort om tig oefensommen te maken, waarna uiteindelijk het kwartje valt. Motivatie bepaalt de toewijding en de toewijding bepaalt de voortgang. Intelligentie mag bepalen hoeveel oefening iemand nodig heeft, als de lust tot oefenen ontbreekt, boekt ook de slimste leerling weinig voortgang.

Leerlingen komen niet langer weg met ‘dat kan ik nu eenmaal niet’, maar leraren ook niet met ‘die leert het nooit’. Aan beide de taak om werk te maken van motivatie. 


Kou Murayama, e.a., Predicting Long-Term Growth in Students’ Mathematics Achievement: The Unique Contributions of Motivation and Cognitive Strategies, In: Child Development (20 december 2012).

Dit artikel verscheen in Didactief, april 2013.

Click here to revoke the Cookie consent