Nieuws

Hoe je het lerarentekort regionaal kunt aanpakken

Tekst Susan de Louw
Gepubliceerd op 06-12-2017 Gewijzigd op 14-12-2017
Het lerarentekort los je niet ‘even’ snel op. Door regionaal samen te werken kom je wel een heel eind, ervaren zes schoolbesturen in de regio Voorne-Putten.

Net als in de rest van Nederland kampen de scholen op het eiland Voorne-Putten met een lerarentekort in het primair onderwijs.Het tekort is er nijpend, want de vervangingspool met dertig fte is volledig ingezet.
In een regionaal transfercentrum werken schoolbesturen uit het primair onderwijs met elkaar samen om personele schommelingen op te vangen, dus zowel bij lerarenoverschot als bij lerarentekort. Op Voorne-Putten sloegen zes schoolbesturen (VCPO, Prokind scholengroep, VCO De Kring, onderwijsgroep Primo, Stichting Samenwerkingsscholen Voorne-Putten en Stichting Floréo) vijf jaar geleden de handen al ineen. In totaal gaat het om ongeveer zestig scholen met diverse achtergronden, zoals protestant-christelijk, katholiek en openbaar.
Het Arbeidsmarktplatform PO en het Vervangingsfonds/Participatiefonds ondersteunde de samenwerking met advies. Wat leerden de besturen tot nu toe? Maarten Groeneveld, directeur bestuurder van de Vereniging voor Christelijk Primair Onderwijs (VCPO) in Spijkenisse, deelt zijn ervaringen.

Effecten meten
Ecorys heeft de effecten van de regionale transfercentra (rtc), een initiatief vanuit het sectorplan PO, gemeten. De belangrijkste resultaten zijn dat onderling vertrouwen
tussen de schoolbesturen essentieel is voor een succesvolle samenwerking. Subsidie en regie-ondersteuning zijn op hun beurt cruciaal voor het opstarten van de centra. Schoolbesturen zien het nut in van samenwerking en de verschillende P&O-afdelingen weten elkaar te vinden. De vervangingspool zorgt ervoor dat de directeuren tijd hebben voor andere taken. Keerzijde is dat ze minder vrijheid hebben in het kiezen van vervangers en dat poolers soms lange reistijden hebben. Het percentage leerkrachten met een vast contract is gestegen. Van de jonge leraren kreeg 39 procent na afloop van de subsidieperiode een vaste aanstelling.

Les 1. Diversiteit hoeft samenwerking niet in de weg te staan

‘We hebben ervaren dat de verschillende achtergronden en identiteiten van de scholen de samenwerking niet in de weg hoeven staan. Integendeel: de overeenkomsten zijn groter dan de verschillen,’ vertelt Groeneveld. ‘Goed onderwijs kunnen we met elkaar vormgeven, zonder daarbij de eigen identiteit te verliezen. Die onderlinge verschillen zijn juist belangrijk. Zo bieden we een gevarieerd en breed onderwijsaanbod voor elk kind. De besturen delen naast de gezamenlijke  vervangingspool inmiddels een onderwijskantoor voor financiële en salarisadministratie. En een aantal besturen deelt op schoolniveau kennis en kunde. We zien steeds meer mogelijkheden.’

Les 2. Laat de vervangingspool een katalysator zijn voor verdere ontwikkeling van het personeelsbeleid

‘Sinds augustus dit jaar beschikken we over een gezamenlijke vervangingspool van dertig fte’s voor de inzet van onder meer langdurig ziekteverzuim of zwangerschapsverlof. We proberen voor iedereen een plek te vinden, passend bij competenties, ervaring en achtergrond. Iedereen moet wel bereid zijn om op alle scholen les te geven. We zien dat samenwerken loont. Onze talentenpool “VPR Pool, ruim baan voor leerkracht” werkt als een katalysator voor de verdere ontwikkeling van een gezamenlijk personeelsbeleid. Denk aan opleiding, begeleiding
van onder meer medewerkers en stagiaires, arbeidsvoorwaarden en contacten met arbodiensten en pabo’s. Door kennis en expertise op al deze terreinen te delen, kunnen we onze slagkracht gaan vergroten. De mogelijkheden om te schuiven met personeel nemen toe. In plaats van tegen elkaar opbieden, hebben we nu een gezamenlijke verantwoordelijkheid.’

Les 3. Stel een onafhankelijke kwartiermaker aan voor de regie en sturing van de vervangingspool

‘In deze regio is van krimp nauwelijks sprake, waardoor wij niet kampen met een overschot maar een tekort aan leraren. Het is een logistieke operatie om het aanbod goed te verdelen over de scholen en op elkaar af te stemmen,’ ervaart Groeneveld.
‘Wij hebben daarom een onafhankelijke kwartiermaker aangesteld voor vier dagen per week, die boven de besturen staat. Is iemand langdurig ziek of komt er een zwangerschapsverlof aan? De kwartiermaker weet waar behoefte aan vervanging is en wanneer. De kwartiermaker is ondersteunend voor de directies, waardoor de directeuren meer tijd hebben voor hun leidinggevende taken en voor het
bewaken van de onderwijskwaliteit op school.’

Les 4. Ken je sterke en zwakke punten

NadenkenVoorne-Putten ligt onder de rook van Rotterdam. Een stad die actief beleid voert voor het behouden en werven van leerkrachten. Dat wordt gevoeld op het Zuid-Hollandse eiland. Een bredere aanpak is dan ook noodzakelijk. Groeneveld: ‘Wij moeten daarin een plek zien te vinden. Nu heeft elk bestuur apart contact met de
pabo’s en worden studenten ook apart geplaatst. Samen zijn we flexibeler en kunnen we studenten beter begeleiden. Op dit moment ligt onze prioriteit bij het vullen van de vijver aan leerkrachten, het aantrekken van jonge leraren en het inzetten en begeleiden van zij-instromers.’

Les 5. Maak goede afspraken met elkaar over aansturing, leidinggeven en toezicht houden 

Zijn zes kapiteins op één schip niet te veel voor een eiland als Voorne-Putten? ‘Het is zoeken hoe alle rollen zich tegenover elkaar verhouden,’ antwoordt Groeneveld. ‘Hoe geef je samen leiding en houd je toezicht? Maar ook: wie stuurt wie aan? Daarover moet je goede afspraken met elkaar maken. Zo hebben we afgesproken dat een van de bestuursleden eerste aanspreekpunt is voor de kwartiermaker.’ Groeneveld is ervan overtuigd dat samenwerking het onderwijs verder brengt. ‘Uiteraard gaat samenwerken niet zonder slag of stoot, maar het is belangrijk dat we koers houden. Het alternatief is dat scholen alles weer zelf doen en elkaar vliegen afvangen. Wat mij betreft is dat een doodlopende weg. De pool van vervangers is slechts het begin van het opzetten van een gezamenlijk personeelsbeleid.’ 

Advies over regionale samenwerking
Personele pieken en dalen opvangen, jonge leraren begeleiden, professionaliseren. Dat samen in de regio doen, levert kansen, kwaliteit en kostenbesparing op. Het expertisecentrum POvoorderegio adviseert schoolbesturen in de regio over hoe zij samen arbeidsmarktvraagstukken kunnen oplossen, en reikt daarvoor instrumenten aan. In 2018 volgen regionale bijeenkomsten over aanpakken en om kennis te delen. Adviseurs van het Arbeidsmarktplatform PO en het Vervangingsfonds/
Participatiefonds geven advies. www.povoorderegio.nl.

Dit artikel verscheen in de special 'Leraren: We hebben ze hard nodig'. Deze special is gemaakt in opdracht en met financiële bijdrage van het Arbeidsmarktplatform PO, expertisecentrum op het gebied van de arbeidsmarkt in het primair onderwijs, van en voor werkgevers en werknemers. 

Verder lezen

1 Leraren, we hebben ze hard nodig!

Click here to revoke the Cookie consent