Hersenwetenschappers Roel Willems en Annabel Nijhof van de Radboud Universiteit wilden graag weten wat er in het brein gebeurt als we luisteren naar literaire verhalen. Om dat uit te zoeken, legden ze achttien proefpersonen onder een MRI-scanner terwijl ze hen lieten luisteren naar hoofdstukken uit audioboeken, zoals Eilandgasten van Vonne van der Meer en Dooi van Rascha Peper. Sommige van die passages bevatten veel reflectie, waarbij de gedachten van de hoofdpersoon uitgebreid aan bod kwamen, terwijl andere hoofdstukken vooral over motorische handelingen gingen.
Vervolgens analyseerden de onderzoekers de hersenscans. Daaruit bleek dat mensen onderling verschillen in hoe ze literatuur beleven. Bij sommige proefpersonen waren tijdens het luisteren namelijk vooral de hersengebieden actief die te maken hebben met sociale inleving (het reflectieve netwerk), terwijl bij anderen juist het gebied werd geactiveerd dat te maken heeft met beweging (het motorische netwerk). De een leeft zich dus vooral in in de gevoelens van de personages, terwijl de ander zich juist hun omgeving en handelingen levendig voorstelt, concluderen de onderzoekers. Alle proefpersonen bleken een voorkeur te hebben voor het een of het ander: hoe actiever het reflectieve netwerk was in de hersenen, hoe minder actief het motorische, en vice versa.
Wat kunnen we hiermee in het onderwijs? Volgens Willems zouden we bijvoorbeeld via vragenlijsten kunnen ontdekken wat voor type lezer een leerling is (meer gericht op reflectie of juist op actie). Op die manier kunnen we kinderen boeken aanraden die bij ze passen, zodat ze lezen leuker gaan vinden.
Willems en Nijhof publiceerden de resultaten van hun onderzoek in het artikel Simulating Fiction: Individual Differences in Literature Comprehension Revealed with fMRI in het tijdschrift PLOS ONE.
19 februari 2015
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven