Werken met tieners is stimulerend. Slechts een enkele leerling redt het zonder de steun van ouder en leraar en voert zelf de regie over zijn leerproces en leven. Het merendeel is een vat vol tegenstrijdigheden dat in gevecht is met zichzelf, met leeftijdgenoten, met school, met het thuisfront en op zoek is naar antwoorden op vragen als: wie ben ik eigenlijk en wat moet ik doen?
Daar waar leerlingen als M. niet in staat zijn om zichzelf aan te sturen dienen de ouder en de docent als richtingaanwijzer in hun vormingsproces. De meeste tieners hebben net als M. deze externe sturing van processen zoals motivatie, plannen, taakgerichtheid, impulscontrole en doorzetten nog keihard nodig.
Het tienerbrein is hot. De afgelopen jaren is er veel geschreven over deze doelgroep. Ik bestudeer deze publicaties graag, maar ik mis vaak de praktische vertaalslag van wetenschappelijke inzichten naar het klaslokaal. Juist daar moet het gebeuren! Wat mij interesseert is om leerlingen als M. gereedschap te bieden waarmee ze zichzelf cognitief, sociaal en emotioneel kunnen versterken.
Functies van ons brein die gedrag en aandacht aansturen zijn in potentie vanaf de geboorte aanwezig en ontwikkelen zich vanaf de peutertijd. Maar ook in de tienerjaren zijn deze vaardigheden goed te versterken, mits in een schoolse setting voldoende tijd besteed wordt aan deze executieve functies. Docenten hebben vaak onvoldoende tijd om samen met leerlingen te reflecteren op dat wat niet valt onder vakinhoud. Zo is er in de afgelopen decennia een te groot accent op content en cognitie komen te liggen ten koste van metacognitieve zelfreflectie. Om een kind te helpen zichzelf te ontplooien moet gekeken worden naar het hele bereik van functies.
Tieners zijn minder slagvaardig dan we inschatten. Daar hebben ze hulp bij nodig. Om werkelijk te kunnen handelen is zelfkennis nodig. Deze zelfkennis betreft niet alleen inzicht in cognitieve vaardigheden door bijvoorbeeld een analyse te maken van de gemaakte fouten in een toets, maar vooral ook inzicht in de eigen sterke en zwakke karakterpunten (Smidts & Huizinga, 2017). Dit inzicht komt niet van buitenaf, maar moet van binnenuit komen. Als leerlingen leren om in een spiegel te kijken, om stil te staan, om afstand te nemen, om de eigen gedachten te verwoorden en echt te reflecteren op zichzelf met vragen als: ‘Hheb ik doorgezet, waar heb ik me verbeterd, wat zijn nog mijn zwakke punten en kan ik deze verbeteren’, zal er een groei in het leerproces kunnen optreden.
Het laten invullen van vragenlijsten van de executieve functies leverde voor mij als mentor onvoldoende bewustwording bij de leerling zelf op. Mijn ervaring leerde me dat leerlingen met name inzicht krijgen door werkvormen waar visualisatie, doe-opdrachten in combinatie met het aanbieden van kennis de kern van vormen. Dit stimuleerde mij om een visuele tool te ontwikkelen waardoor een leerling meer grip zou kunnen krijgen op zijn emoties, gedrag en manier van denken.
Er is geen uniforme aanpak om leerlingen als M. met zwakke executieve functies te versterken. Dat is een samenspel van een stimulerende omgeving, cognitie en persoonlijkheid (Smidts & Huizinga, 2017). Cruciaal is de oprechte ontmoeting tussen leerling en docent die verdere groei kan bewerkstelligen. Iedere vorm van interventie bij leerlingen dient bekrachtigd te worden door een docent die in een dialoog de tiener aanspoort om zijn antwoorden te doordenken en onder woorden te brengen. Deze persoonlijke aandacht in een positieve omgeving waar vertrouwen de basis van is doet wonderen (Pols, 2012).
Om dit soort verdiepingsgesprekken te kunnen voeren met leerlingen is inzicht nodig bij docenten. Kennis van biologische en ontwikkelingspsychologische factoren zijn (nog) geen gemeengoed binnen het docentenkorps. Onderwerpen als voeding en slaap, effectieve geheugentechnieken en de versterking van de niet-cognitieve functies bij adolescenten zouden een nadrukkelijkere plek moeten krijgen binnen de curricula van toekomstige docenten. Het is belangrijk dat leraren én schoolleiders naar al deze facetten kijken en niet alleen focussen op domein-specifieke vaardigheden en kennis.
Als tieners eenmaal gewend zijn aan bepaalde studietechnieken, ook al zijn ze inefficiënt, is het een uitdaging om ze tot een ander inzicht te brengen. Aristoteles zei al: ‘Als je eenmaal slechte gewoontes ontwikkeld hebt, is het te laat.’ Om die reden is het cruciaal om slimme studeertechnieken in een vroeg stadium bij diverse vakken aan te leren en deze door de hele schoolloopbaan goed te onderhouden door herhaling en oefening (Dunlosky J et. al., 2013). Aandacht voor transfer tussen de schoolvakken is belangrijk om verankering duurzaam te maken.
Ik heb een visuele tool van 10 executieve functies ontwikkeld waardoor een leerling hopelijk inzicht krijgt in zijn zwakkere en sterke punten.
De behandelde functies zijn: zelfregulatie, ordelijkheid & netheid, aandacht bij lestaak, planning & timemanagement, doelen stellen & doorzetten, zelfreflectie & zelfinzicht, initiatief bij leren, flexibiliteit bij leren, impulscontrole, werkgeheugen.
Met dit zelfonderzoek kan een mentor zien of een leerling in staat is om zichzelf op waarde te schatten.
Aan de hand van het resultaat gaat de mentor de dialoog met de leerling aan en bespreken ze samen waar er mogelijke verbeteringen zijn en hoe ze daar aan kunnen werken.
De tool start met de uitleg dat er diverse functies in het brein moeten samenwerken om een succesvolle leerroute af te kunnen leggen.
Vervolgens worden de 10 executieve functies op leerlingniveau verklaard en toegelicht door middel van een voorbeeld.
Bijvoorbeeld:
ORDELIJKHEID & NETHEID
|
Heb je je schoolspullen goed georganiseerd en kun je ze snel vinden? Vb: Je kan bij het klaarmaken van je schooltas direct al je spullen pakken omdat ze op een vaste plek liggen. |
De leerling wordt gevraagd een inschatting te maken van wat goed gaat en wat verbeterd kan worden.
Daarna gaat hij aan de slag met het beantwoorden van 7 stellingen per executieve functie. De leerling kiest tussen: eens, twijfel en oneens.
Eens correspondeert met het inkleuren van één ring, twijfel met een halve ring en oneens met geen ring.
Bijvoorbeeld:
|
Doelen stellen & doorzetten |
|
|
|
1 |
Ik zie in waarom ik goede cijfers moet halen om een lange termijndoel als een diploma te halen. |
eens |
twijfel |
oneens |
2 |
Ik haal altijd ruim op tijd mijn deadlines omdat ik een planning maak en geen uitstelgedrag heb. |
|
|
|
3 |
Ik laat me niet uit het veld slaan ook al heb ik een onvoldoende. |
|
|
|
4 |
Ik kan doorgaan met een taak ook al heb ik er geen belangstelling meer voor. |
|
|
|
5 |
Ik geloof dat je met doorzettingsvermogen ver komt in het leven. Daarom ben ik streng voor mezelf en stel ik leuke activiteiten uit en dwing ik mezelf om eerst mijn schoolwerk te doen. |
|
|
|
6 |
Ik vind van mezelf dat ik echt een doorzetter ben: ik stel een doel en wil dat dan ook halen. |
|
|
|
7 |
Ik laat me niet afleiden door mijn mobiele telefoon en medeleerlingen als ik een schooltaak af wil hebben. |
|
|
|
Op die manier doorloopt de leerling de 10 executieve functies en ontstaat er een gekleurd diagram. Zie voor de functies hierboven.
Dit deel van de tool kan door de leerlingen ook online ingevuld worden.
Na het doorlopen van de stellingen en het inkleuren van het diagram, rangschikt de leerling de functies van zwakkere naar sterkere functies. Klopt het uiteindelijke resultaat met de eerder gemaakte inschatting?
Ter afsluiting staan er in het document suggesties voor verbetering van de zwakkere executieve functies.
Bijvoorbeeld:
Ordelijkheid & netheid
Ik bouw wekelijks een opruimmoment in van mijn bureau en schooltas.
Ik pak mijn schoolspullen de avond van tevoren vast in.
Ik leg mijn spullen altijd op een vaste plek.
Liesbeth Breek is docent Frans op het Petrus Canisius College in Alkmaar. Meer info? Mail [email protected]
Lees hier meer van Liesbeth Breek.
Dawson, P. & Guare, R., Executieve functies bij kinderen en adolescenten, een praktische gids voor diagnostiek en interventie. Uitgeverij Hogrefe, Amsterdam, 2010.
Huizinga, M. & Smidts, Gedrag in uitvoering Over executieve functies bij kinderen en pubers. Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam, 2017.
Jolles, J., Het tienerbrein Over de adolescent tussen biologie en omgeving. Uitgeverij Amsterdam University Press, Amsterdam, 2017.
Kulman, R., Train je brein en benut je talenten Tips & Tools voor tieners om executieve functies te versterken. Uitgeverij Hogrefe Uitgevers, Amsterdam, 2013.
Moraine, P., Aandacht graag! Leerlingen ondersteunen in het beheersen van alledaagse executieve functies: Uitgeverij SWP, Amsterdam, 2013.
1 Werkgeheugen en schoolprestaties
2 In de biotoop van Liesbeth Breek
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven