Onderzoek

Het Regius College werkt met ondersteuningspunten: 'Het geeft een gevoel van veiligheid'

Tekst Redactie Didactief
Gepubliceerd op 07-07-2014 Gewijzigd op 24-10-2018
Vier moderne gebouwen met in het midden een Cruyff Court waar kinderen voetballen onder een strakblauwe hemel. We zijn bij het Regius College in Schagen. Een grote school - 3.300 leerlingen - die onderwijs biedt op alle niveaus, van praktijkonderwijs tot gymnasium.

Alle locaties hebben ondersteuningspunten: lokalen waar leerlingen naar toe gaan die extra begeleiding nodig hebben. De afdeling aan de Wilhelminalaan heeft er twee, voor leerlingen van vwo, havo en vmbo. In het eerste lokaal zit 'de Trajectgroep'. Deze bestaat al ruim zes jaar. Hier worden leerlingen ondersteund met bijvoorbeeld angststoornissen, depressie, adhd, add of autisme. Kinderen met (nu nog) een rugzak. Zij hebben vaak langdurige begeleiding nodig. In het andere lokaal zit het dit jaar gestarte 'Pluspunt'. Hier kunnen alle kinderen terecht die kortdurende hulp nodig hebben. Dit is een overgangsjaar, want volgend schooljaar worden de twee groepen samengevoegd. Passend onderwijs voor álle leerlingen, mét en zonder indicatie. De begeleiders zien de groepen als hun gezamenlijke verantwoordelijkheid. Ze zullen meer overleggen. Wel blijven beide lokalen in gebruik.

Het is kwart over 11. In het lokaal van 'de Trajectgroep' drinken twee jongens rustig een pakje sap. Ze pauzeren hier, omdat de aula te druk is. Achterin het lokaal - aan een tafel die is afgeschermd door een schot - helpt een begeleidster een leerling bij het inplannen van het huiswerk. Een opgewekte 4-havo leerling komt binnen. Bart (16) maakt al sinds de brugklas gebruik van 'de Trajectgroep' en wil er graag over vertellen: 'Ik heb adhd en pdd-nos,' vertelt hij open, 'en mijn ouders en ik vonden dat ik wel wat extra ondersteuning kon gebruiken.' Een keer in de drie weken komt Bart hier om een gesprek te voeren. Met een begeleidster praat hij over hoe het met hem gaat. Of hij tegen dingen aanloopt en hoe hij die kan oplossen 'Toen ik een onvoldoende stond voor Engels hebben we samen een planning gemaakt.' Op dinsdag en woensdag maakt hij hier na schooltijd zijn huiswerk. 'Hier kan ik me veel beter concentreren dan thuis. Daar heb je een moeder, een kat en een computer. Allemaal dingen die afleiden.'

Zowel in 'de Trajectgroep' als bij 'het Pluspunt', - geleid door voormalig ambulant  medewerkers (en nuin dienst bij de school) en een onderwijsassistent -, komen de hele dag leerlingen binnen. Ze zijn hier op afspraak; in de pauze, na schooltijd of als ze een tussenuur hebben. Op het whiteboard staat een overzichtelijk schema met hun namen en de tijden waarop ze ingeroosterd zijn. Ook komt een kind wel eens onverwacht binnenstormen. Met zo'n leerling is afgesproken dat als hij merkt dat hij stoom moet afblazen, hij naar het ondersteuningspunt komt voor een time-out.

SteunpilarenHet is inmiddels half 1. Middagpauze. In het rustige lokaal van 'het Pluspunt,' dat uitkijkt op een veld bloeiende narcissen, maakt een jongen (14) op z'n gemak zijn aardrijkskunde huiswerk. 'Hij is hier sinds een week of vijf omdat hij moeite heeft met het krijgen van een goed huiswerkritme,' vertelt Hinke Knol, orthopedagoog en voormalig ambulant begeleidster, die dit ondersteuningspunt vandaag bemant. Ze helpt veel leerlingen met het eigen maken van studievaardigheden: agenda goed gebruiken, plannen, samenvatten, leren leren. Maar ook helpt ze hen om hun gedrag te bepalen. Of om te gaan met hun gevoelens. 'Kinderen met autisme worden soms nerveus in onverwachte situaties. Ze weten niet wat ze moeten doen. Wij bespreken dit dan. Wat kun je doen, bij wie moet je zijn?'

De leerlingen die in aanmerking komen voor de ondersteuningspunten worden zorgvuldig geïndiceerd. Jan Jacob Jaasma, adjunct-sectordirecteur: 'Een leerling met problemen wordt in eerste instantie geholpen door de mentor. Als de mentor denkt dat de leerling meer begeleiding nodig heeft, wordt deze besproken in het interne zorgteam. Daar bekijken we welke zorg hij of zij nodig heeft en of het ondersteuningspunt hulp kan bieden.'

De bel gaat. In het lokaal van 'het Pluspunt' doet de veertienjarige jongen zijn aardrijkskundeboek in zijn tas en sjokt weg om naar de les te gaan. Een paar minuten later komt een meisje - colbertje, spijkerbroek en rinkelende armbanden - binnen. Knol voert een gesprek met Sterre (13). Is haar gedrag al verbeterd in de wiskundeles? Ja, luidt het antwoord. 'Ik weet nu dat de docent niet tegen me is, maar me juist wil helpen. Daardoor ben ik nu gemotiveerder om me te gedragen.' Sterre krijgt, na een niet al te best rapport, sinds vijf weken twee keer per week hulp bij het eigen maken van studievaardigheden. 'Ik vond het moeilijk om me te motiveren en stelde het leerwerk steeds uit. Nu gaat het een stuk beter,' zegt ze.

Jaasma is blij dat de ondersteuningspunten effectief zijn. Toch zou het in zijn ogen nog mooier zijn als de lokalen van de ondersteuningspunten 'leeg' zijn. 'In de toekomst zouden we de begeleiders graag in de klas zien die preventief hulp bieden tijdens de les. Om zo nog sneller aan te kunnen sluiten bij wat de leerlingen nodig hebben. Maar voor nu zijn we heel tevreden met deze invulling.'

Leerling Bart vindt het ondersteuningspunt juist onmisbaar: 'In het derde jaar had ik last van een paar kwelgeesten in de klas. Ik ben zelfs wel eens zo getreiterd dat ik helemaal gek werd. Ik ben toen weg gestampt en heb een time-out genomen. Bij het ondersteuningspunt kreeg ik hulp om hier mee om te gaan.' Bart vindt dat elke school een ondersteuningspunt zou moeten hebben. 'Het geeft een gevoel van veiligheid.'

 

 
Passend onderwijs in Brabant

Het Pius X College in het Brabantse Bladel geeft sinds september 2012 als pilotschool passend onderwijs vorm met behulp van 'Het Schoolteam': een team van professionals met een achtergrond in de jeugdzorg, maatschappelijk werk en onderwijs (gefinancierd door de gemeente). Geen voormalig ambulant begeleiders, zoals op het Regius College. De nadruk ligt dan ook elders. 'Het Schoolteam' helpt met name kinderen met het oplossen van hun (buitenschoolse) problemen voor deze escaleren. Zorgcoördinator Willemijn van Rooy licht toe: 'Een kind met angsten, of een kind dat drugs gebruikt, krijgt direct hulp. Dat is de kracht ervan: als we vandaag iets signaleren, kan het kind de volgende dag al begeleid worden. Er is geen wachtlijst en we hoeven niet te wachten op een verwijzing.' 'Het Schoolteam' is iedere dag aanwezig. In een apart lokaal voeren zij gesprekjes met leerlingen en helpen waar nodig. De professionals van het team komen ook bij de kinderen thuis om samen met de ouders problemen op te lossen. 'Ik heb leerlingen gezien met grote problemen die dankzij 'Het Schoolteam' hun school hebben afgemaakt en nu een diploma op zak hebben.'
 

Kijk voor meer praktijkvoorbeelden op: www.steunpuntpassendonderwijs-vo.nl/ ondersteuning/praktijkvoorbeelden.

Tekst: Angelique Juárez
Beeld: De Beeldredaktie, Bas Beentjes

Dit artikel is verschenen in de Didactief-special 'Klaar voor passend onderwijs' (Mei 2014). Deze special is gemaakt in opdracht van en met een financiële bijdrage van het Steunpunt Passend Onderwijs VO van de VO-raad.

Click here to revoke the Cookie consent