Onderzoek

Het hoofd wil ook wat

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 03-05-2017 Gewijzigd op 15-11-2018
Gesproken of geschreven woorden, en getallen in cijfers of stippen: de vorm bepaalt hoe (makkelijk) je leert.

Leren is informatie in ons brein verwerken en opslaan. De vorm waarin de informatie tot ons komt, kan dat proces versnellen of juist vertragen. Psycholoog Frauke van der Ven onderzocht hoe dat precies zit bij woorden en getallen.
Ze liet volwassenen en kinderen uit groep 7 en 8 nieuwe woorden leren. De ene helft kreeg de woorden plus betekenisomschrijvingen voorgeschoteld in gesproken taal, de andere helft in geschreven taal. Bij volwassenen werkte de geschreven vorm beter, bij de leerlingen was het verschil tussen beide vormen verwaarloosbaar. Bij jongere kinderen, die nog niet zo goed kunnen lezen, werkt vermoedelijk de gesproken vorm beter.

Deze resultaten corresponderen met onderzoek van Céleste Meijs (Open Universiteit) e.a.: ook zij vonden geen verschil tussen het aanbieden in geschreven of gesproken vorm bij kinderen. Wel bleek dat het aanbieden van plaatjes het best werkt (zie De leerverdubbelaar door Paul Kirschner, vorige maand in Didactief).
Verder schotelde Van der Ven dezelfde groepen eenvoudige sommen voor. De helft kreeg de getallen in cijfers, de andere in stippen, zoals op een dobbelsteen. Dat leidde tot andere breinactiviteiten: de stipjessommen lokken het uitrekenen van antwoorden uit en de cijfersommen het direct ophalen van antwoorden uit het geheugen. ‘De stipjesvorm kan een zinvolle notatie zijn voor kinderen die net beginnen met rekensommen, want het mentaal manipuleren van groottes zou begrip kunnen kweken over wat rekenen werkelijk inhoudt,’ concludeert Van der Ven in haar proefschrift. 

Frauke van der Ven, Presentation Format Effects in Vocabulary Learning and Arithmetic Processing. Proefschrift Radboud Universiteit, 2017.

Verder lezen

1 De leerverdubbelaar

Click here to revoke the Cookie consent