Onderzoek

Harde examencijfers

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 19-06-2020 Gewijzigd op 10-09-2020
Beeld Peter Valckx
Q&A Martijn Meeter - Sinds het onderzoek van Jaap Dronkers uit 2006 gold: een te groot verschil tussen het gemiddelde cijfer voor school- en centraal examen is verdacht. Maar dat is onzin, bewijst de Amsterdamse hoogleraar Martijn Meeter samen met docent-onderzoeker Marion van Brederode.

Dronkers had ongelijk?
‘Ja. Hij zag dat de gemiddelden op schoolexamen (se) en centraal examen (cse) vaak uit elkaar liepen. Zijn misser is dat hij die discrepantie interpreteerde als verkeerd: hij nam aan dat beide gemiddelden ongeveer gelijk moesten zijn. Scholen met een hoger se-gemiddelde maakte hij echt verdacht: die moesten wel iets verkeerds doen, een te makkelijk examen en misschien wel fraude. Maar er is statistisch helemaal geen reden dat die gemiddelden hetzelfde zijn. Sterker, het is juist logischer dat dat niet zo is.’

Leg eens uit?
‘Voor een cse kan een leerling gemakkelijk een 3 of 9 halen, omdat het een momentopname is. Dat is voor het se haast onmogelijk, omdat dit een gemiddelde van een hele reeks toetsen en opdrachten is. Omdat de cse-cijfers extremer zijn en se-cijfers minder spreiding kennen, krijg je vanzelf, en dat is een statistische wetmatigheid, die discrepantie. Scholen met meer zwakke leerlingen en dus een se-resultaat dat lager is dan gemiddeld, hebben vaak een nog lager cse-gemiddelde. Scholen helemaal aan de bovenkant hebben ook een discrepantie, maar dan andersom: hogere cijfers op het cse dan op het se. Dronkers vond alleen het eerste verdacht: die scholen zouden hun leerlingen matsen.’

Dat de inspectie die discrepantie jarenlang als maat voor onderwijskwaliteit heeft gehanteerd, was ook onzinnig?
‘Ja, want die discrepantie zegt niets over onderwijskwaliteit. Je kunt corrigeren voor die statistische wetmatigheid en als er dan nog scholen met rare gemiddelden overblijven, is daar mogelijk iets mis met de examens. Maar er zijn zeker ook scholen geweest die ten onrechte verbeteropdrachten kregen of waar schoolleiders ten onrechte docenten maanden hun schoolexamens aan te passen om het gat minder groot te maken.’

Jullie zagen in de cijfers iets raars bij het vak Nederlands. Wat is daarmee aan de hand?
‘Over het cse Nederlands zijn elk jaar klachten van leraren. Maar ook de toetsenmakers zitten klem, want die kunnen maar een heel klein deel van de vaardigheden betrouwbaar toetsen. Onze statistiek biedt extra munitie om dat examen aan te pakken. Bij alle vakken geldt: als je hoog of laag scoort op het se, dan ook op het cse. Bij Nederlands is dat niet zo. Ook geldt meestal: als je in het ene vak goed bent, dan ook in de andere vakken. Ook daar is Nederlands een uitzondering op.’

Jullie zeggen dus nogal wat.
‘We krijgen veel reacties. Mensen zeggen: dat niemand anders dat eerder gezien heeft! Maar het is zoals Cruyff zei: je gaat het pas zien als je het doorhebt. En wat Dronkers beweerde, klonk heel plausibel. Dat vond ik toen zelf ook.’

Wat was voor jullie de reden om het eens na te rekenen?
‘Marion zag in de examenresultaten van haar leerlingen een patroon: bij zwakke leerlingen liggen de cse-cijfers bijna altijd onder het se-gemiddelde en bij sterke leerlingen juist erboven. Toen we doorhadden dat zo’n patroon uit de statistiek rolde, had zij de brainwave dat de inspectie precies dezelfde patronen aan het bekijken was op schoolniveau. We besloten het samen eens uit te rekenen, eerst met haar cijfers, daarna met data uit het Nationaal Cohortonderzoek (NCO). En toen ontdekten we dus die statistische wetmatigheid. We hebben cijfers uit 2014 en 2015 genomen, zodat we ook konden kijken hoe leerlingen het doen in het vervolgonderwijs. De se-cijfers blijken dat beter te voorspellen. Die zeggen iets over je volharding: je moet niet één keer pieken, maar het volhouden om te blijven studeren.’

Kunnen we het cse net zo goed afschaffen?
‘Nee, dat zou niet mijn advies zijn. De centrale examens zijn een ijkpunt en zorgen dat scholen vergelijkbaar blijven. Misschien zou wel de verhouding 50-50% anders kunnen en heb je niet voor alle vakken een cse nodig. Maar we moeten wel af van het wantrouwen in scholen, want hun examens deugen doorgaans.’

Heb je nog meer tips voor beleidsmakers?
‘Scholen worden nu opgeroepen om minder toetsen af te nemen. Maar het se is zo robuust juist doordat het een gemiddelde van meer toetsen is. Dus dat moeten we zeker behouden. Verder moet de inspectie zich denk ik niet zo vastbijten in PTA’s tot ver achter de komma. We hebben se’s die prima vertellen of leerlingen klaar zijn voor het vervolgonderwijs of voor de wijde wereld, dus iets meer vertrouwen mag wel.’


Marion van Brederode en Martijn Meeter, Hoe statistiek het schoolexamen verdacht maakte. In: ScienceGuide, 2020.

Dit artikel verscheen in Didactief, juni 2020.​

Click here to revoke the Cookie consent