Onderzoek

Godsdienstles in Indonesië

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 09-08-2016 Gewijzigd op 14-11-2016
In Indonesië zijn alle godsdiensten gelijk, maar eentje meer dan andere. Het onderwijssysteem versterkt dat.

In Nederland krijgen scholen krachtens het beroemde artikel 23 geld van de overheid ongeacht hun signatuur. De staat bemoeit zich niet met de inhoud van het eventuele godsdienstonderwijs. Indonesië kent haar eigen beruchte wetsartikel: artikel 12.1a van wet 20/2003 bepaalt dat elke leerling les moet krijgen in zijn eigen godsdienst van een leraar die die godsdienst belijdt. Dus moslims leren uitsluitend over de islam, christenen over het christendom en hindoes over het hindoeïsme.

De overheid erkent weliswaar meer godsdiensten, maar geeft meer steun aan de islam, de grootste godsdienst. Zo vestigde het Ministry of Religious Affairs in 2010 een directoraat-generaal voor islamonderwijs. Dit is binnen het nationaal curriculum verantwoordelijk voor het (verplichte) lesmateriaal voor godsdienstonderricht op moslimscholen. Over lesmateriaal voor andere godsdiensten maakt de overheid afspraken met vertegenwoordigers van de betreffende gemeenschappen.

Niet alleen de overheid, maar ook scholen en leerlingen prefereren deze mono-religieuze aanpak, blijkt uit onderzoek van Mohammad Yusuf. ‘Scholen willen leerlingen laten groeien in hun eigen godsdienst, ze moeten heilige teksten uit het hoofd leren en de rituelen leren.’ Sommige scholen laten wel andersdenkenden toe, maar die krijgen dan apart les over hun eigen godsdienst. Yusuf vond maar één uitzondering: een katholieke school op Java met een interreligieus onderwijsmodel dat leerlingen aanmoedigt tot dialoog en wederzijds begrip.

Versterkt artikel 12.1a de religieuze segregatie en wellicht ook intolerantie? Yusuf beaamt dit en wijst op twee zwaktes van het onderwijsmodel: het gebrek aan context en de ontkenning van religieuze pluriformiteit. Jongeren worden als het ware opgevoed in een van de werkelijkheid afgesloten cocon omwille van ‘religieuze puurheid’: ‘De identiteit van de nieuwe generatie wordt geacht een voortzetting te zijn van de ‘originele’ religieuze identiteit. Het onderwijssysteem biedt jongeren geen kansen iets te leren over andere geloven. Met als gevaar etno- of relicentrisme waarbij jongeren alleen mensen van de eigen godsdienst vertrouwen en ieder meent de absolute religieuze waarheid in pacht te hebben.’

Mohammad Yusuf, ‘Religious Education in Indonesia. An Empirical Study of Religious Education Models in Islamic, Christian and Hindu Affiliated Schools’. Proefschrift Radboud Universiteit, 2016.

Click here to revoke the Cookie consent