Goed leidinggeven is niet zozeer het aandragen van oplossingen, zei de bijzonder hoogleraar onderwijskunde aan de Universiteit van Amsterdam en directeur van NSO-CNA Leiderschapsacademie. Je moet bereid zijn tot zelfonderzoek en het gesprek aangaan met leraren.
In uw onderzoek kijkt u naar de relatie tussen leidinggeven en schoolontwikkeling. Wat verstaat u daaronder?
'Daarmee doelen we op verbeteringen in de randvoorwaarden van de school, bijvoorbeeld een betere samenwerking tussen leraren of een hogere kwaliteit van het management. Belangrijk is dat veranderingen in het onderwijs en in de organisatie goed met elkaar in balans zijn, zoals hoogleraar organisatiekunde Ernst Marx ons ooit leerde. Dan kunnen professionals samenwerken en in hun kracht gaan staan.'
Dat sluit aan op wat u in uw oratie zei: 'Onderwijsleiders moeten de organisatorische inrichting van het onderwijs zo veel mogelijk laten aansluiten op de ontwikkeling van professionaliteit en praktijkwijsheid van leraren.' Ligt dat niet voor de hand?
'Het wordt weleens vergeten en het is ook niet eenvoudig. Scholen organiseren bijvoorbeeld een pilot, ze kijken in een kleine setting hoe een vernieuwing uitpakt. In de pilotfase is er een tijdelijke impuls aan randvoorwaarden, zoals extra aandacht vanuit het management, enthousiasme onder leraren of expertise van buiten de school. Maar scholen slagen er vaak niet in om op tijd vooruit te gaan kijken: hoe gaan we verder? Leidinggevenden zouden zich al tijdens de pilotfase met die vraag moeten bezighouden en voor het vervolg weer andere randvoorwaarden moeten creëren. Dan werk je aan schoolontwikkeling.'
Leidinggevenden moeten meer uit hun werkkamer komen?
'Leiderschap is in essentie een interactieve aangelegenheid: schoolleiders en leraren kunnen elkaar helpen inzien dat vragen stellen geen "bemoeierij" is, maar betrokkenheid. Je oordeel vormen en niet bij voorbaat al hebben, transparant zijn over je inzichten en waarop je die baseert, open dialoog over de inhoud en inrichting van ons werk – het is helaas geen gemeengoed. Essentieel is dat schoolleiders onderzoekend naar zichzelf, de school en beleidsmatige ontwikkelingen blijven kijken. Dat is te leren. Bijvoorbeeld in leertrajecten waar die open en onderzoekende houding centraal staat, zoals – heel mooi – in de pilot Vernieuwend leiderschap van het Arbeidsmarktplatform PO. Schoolleiders ontdekten dat vernieuwend leiderschap vergt dat ze zelf blijven leren.'
'Meer openheid onder onderwijsleiders over de dilemma's in hun rol en werk zou goed zijn,' zei u ook in uw oratie.
'Een "lerend" netwerk kan schoolleiders en leraren steun bieden: bespreek schoolontwikkelingen met collega's binnen en buiten de school om samen verder te komen. Realiseer: schoolleiders zijn ook gewoon mensen met mooie en soms ingewikkelde verantwoordelijkheden. De eigentijdse schoolleider laat dat zien, is kritisch naar zichzelf, durft feedback te vragen, legt dilemma's aan elkaar voor. Op die manier wordt zichtbaar hoe hij of zij leert en dat inspireert collega's.
Dit artikel is onderdeel van de Didactief-special Schoolontwikkeling (april 2016).
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven