Onderzoek

Een luisterend oor

Tekst Andrea Sijp, Anke de Boer en Elianne Zijlstra
Gepubliceerd op 18-06-2019 Gewijzigd op 22-10-2019
Bijna een op de vijf leerlingen heeft last van angstige of depressieve gevoelens. Hoe stimuleer je hen om zich uit te spreken? Dit hebben ze van je nodig.  

Ze worden wel onzichtbare leerlingen genoemd: leerlingen die last hebben van angst, depressie of teruggetrokken gedrag (internaliserende problemen). Hun klachten blijven vaak onopgemerkt. Anderen hebben geen last van hen en deze kinderen delen hun gedachten en gevoelens niet makkelijk met hun omgeving. Ze ervaren drempels, zoals een citaat van een leerling dat we tegenkwamen treffend illustreert: ‘De ruimte waar ik hulp kreeg, lag aan een trappenhuis. Als ik dus een afspraak had vlak voor of na lestijden, dan kon het erg druk zijn. Ik heb dagen gehad dat ik bewust om het hoekje bleef wachten tot het rustiger werd.’

 

Internationale studies
laten zien wat leerling
helpt om hulp te zoeken

 

Ongeveer 15 tot 20% van de leerlingen in het Nederlands basis- en voortgezet onderwijs kampt met problemen als angst of depressie. Omdat kinderen veel tijd doorbrengen op school, speel je als leraar of hulpverlener een belangrijke rol in het signaleren hiervan. Hoe kun je ze helpen hun gedachten en gevoelens wel te delen en eventueel hulp te zoeken?
We hebben in 44 internationale artikelen gekeken naar wat leerlingen zelf nodig zeggen te hebben. De meeste van deze studies gaan over het voortgezet onderwijs.

Je wint vertrouwen
met empathie en door
het kind regie te geven

Acht actiepunten

Uit ons literatuuronderzoek komen factoren en personen naar voren die een rol spelen in hoe leerlingen met hun problemen omgaan. Zo vinden leerlingen dat hun eigen karakter een rol speelt en dat de sociale omgeving en school invloed op hen hebben. De band die ze hebben met een leraar maakt uit. Sommige kinderen zijn bang voor de gevolgen van hulp of voor afwijzing van vrienden als ze een probleem blijken te hebben of hulp accepteren.
Leerlingen met bijvoorbeeld angst of depressie hebben een duidelijke boodschap over wat hen zou helpen hun gedachten en gevoelens te delen en hulp te zoeken. Op basis daarvan hebben we acht actiepunten opgesteld:

1. Respecteer hun privacy, maar wees duidelijk over de regels. Leerlingen hebben behoefte aan vertrouwelijkheid. Ze hechten veel waarde aan hun privacy: ze zijn vaak bang dat ouders en vrienden erachter komen dat ze een probleem hebben. Schaamte speelt een grote rol. Laat een leerling duidelijk weten wat de school wel of niet met de ouders deelt.

2. Investeer in een vertrouwensband. Leerlingen vertellen hun verhaal makkelijker aan personen die ze al wat langer kennen of aan vertrouwenspersonen op school. Maak als vertrouwenspersoon kennis met leerlingen bij wie je een risico inschat en vertel wat je doet.

3. Leg uit dat je als vertrouwenspersoon onafhankelijk bent. Leerlingen zijn bang dat ze anders behandeld en beoordeeld zullen worden wanneer ze hun verhaal verteld hebben, dat ze daarop worden afgerekend (bijvoorbeeld met lagere cijfers of een lager schooladvies). Leg uit dat jouw functie als vertrouwenspersoon los staat van je functie als leraar.

4. Wees vriendelijk, respectvol, begripvol en geduldig. Bied een luisterend oor. Leerlingen vinden het belangrijk dat professionals empathie hebben, problemen langzaam en voorzichtig aan de orde stellen om vertrouwen op te bouwen, hun niet vragen om alles uit te leggen en spreken in hun eigen taal.

5. Maak hulp op school toegankelijk. Informeer leerlingen over de verschillende hulpverleners op school en hoe zij te bereiken zijn. Leg uit bij wie ze met welk probleem terechtkunnen; ze kunnen hun verhaal ook aan een leraar vertellen. Leerlingen (in het vo) vinden het fijn als ze rechtstreeks contact kunnen opnemen met de hulpverlener of een afspraak kunnen maken buiten schooltijd.

6. Geef leerlingen zeggenschap en regie. Volg bij oudere kinderen hun tempo en voorkeuren bij het zoeken naar hulp. Geef ze keuzes over bijvoorbeeld de tijd en locatie van gesprekken. Leerlingen voelen zich kwetsbaar, ze willen graag onafhankelijk en zelfstandig zijn. Regie geeft veiligheid. Ga met jongere kinderen in gesprek over wat ze belangrijk vinden in hulp en op welk moment van de week ze die het liefst willen.

7. Geef voorlichting in de klas. Ga met leerlingen in gesprek over psychische gezondheid, maak van gevoelens en emoties een ‘normaal’ gespreksonderwerp en leg uit dat het waardevol kan zijn om hulp te zoeken. Het is belangrijk dat ze positieve verwachtingen van hulpverlening hebben en niet denken dat hulp zoeken een teken van zwakte is. Goede voorlichting helpt de drempel te verlagen.

8. Betrek ouders, in overleg met de leerling. Ondersteun het kind door een gesprek te voeren waar ook diens ouders bij aanwezig zijn, vooral wanneer het kind bang is voor een negatieve reactie of wanneer de ouders een rol spelen in het probleem.

Kort gezegd, leerlingen willen privacy, vertrouwelijkheid, zeggenschap, informatie en ondersteunende professionals. Hopelijk helpen deze tips je school op weg om aan die behoeften tegemoet te komen.
 

Andrea Sijp e.a., Zie mij: een literatuurstudie naar disclosure en het zoeken van hulp door leerlingen met internaliserende problemen in het primair en voortgezet onderwijs. Rijksuniversiteit Groningen, 2019. Onderdeel van NRO-programma Gedrag en passend onderwijs (projectnummer 405-18-635). Uitgebreide tips in bijlage van rapport.
Meer informatie: [email protected].

Dit artikel verscheen in Didactief, juni 2019.

Verder lezen

1 Passend onderwijs

Click here to revoke the Cookie consent