Nieuws

De juiste kennis

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 30-05-2012 Gewijzigd op 20-01-2017
Soms is de invloed van thuis of de straat te groot. Maar leraren kunnen er veel aan doen om schooluitval te voorkomen. Een goed contact met kinderen en evenwicht tussen kennis en pedagogiek zijn essentieel.

38.600 nieuwe voortijdig schoolverlaters telde het ministerie van Onderwijs in 2010-2011. Dat zijn er meer dan er in de Grolsch Veste (30.000 voetbalsupporters) passen, het stadion van FC Twente. Eerlijk is eerlijk, dat lijkt dramatischer dan het is: het zijn niet allemaal leerplichtige tieners. Iedereen die tussen de 12 tot 23 jaar zonder havo-, vwo of mbo-2 diploma rondloopt en niet naar school gaat, geldt als vsv’er. Dat kan dus ook een 19-jarige op een bouwsteiger zijn.

De uitval onder leerplichtige jongeren onder de 18 jaar is tien keer minder dan onder de 18-plus-groep. Maar wel zorgwekkend. Want vaak gaat het om leerlingen die eerst behoorlijk wat problemen veroorzaken. Om juist deze groep erbij te houden, hebben 14 vmbo-scholen en 14 mbo/aoc (groen mbo) in Twente de handen ineengeslagen. Hun samenwerkingsverband, het Twents Aansluitings Netwerk vmbo-mbo (TWAN) deed bijvoorbeeld mee aan Fit voor de groep, een trainingstraject van Expertis dat is bedoeld om de klik tussen docenten en leraren te verbeteren.

Wies Bouwman, docente zorg en welzijn breed (vmbo-k en –b) op het Reggesteyn in Nijverdal en al 38 jaar voor de klas, deed mee aan de training. ‘Natuurlijk ben je als school niet zaligmakend. De thuissituatie bepaalt minstens zo sterk of een leerling het redt of niet. Maar als je geen klik hebt met een leerling, doet hij niks voor je. Dat is wel waar.’ Haar ervaring is dat docenten vooral niet te star moeten zijn, humor moeten hebben en ‘zich soms gewoon even moeten omdraaien’. Wat bedoelt ze daarmee? ‘Als een leerling te druk in zijn hoofd is en bijvoorbeeld scheldt of zo, kun je er soms beter niet meteen op reageren. Laat zo’n kind even tot rust komen en kom er later op terug.’

‘Juist van docenten met ervaring in het speciaal  onderwijs – die leerlingen hebben die wij nu ook binnengeschoven krijgen -  heb ik veel geleerd tijdens de Fit voor de groep training. Hoe signaleer je, wat doe je met die signalen? Ik heb een leerlinge gehad, daar hoefde ik maar naar te kijken of ze begon al te schelden en te tieren. Even later ontkende ze dat dan. Ik dacht: je liegt dat je barst en snapte er niks van. Nu weet ik: dat is odd (oppositional defiant disorder), zo’n kind isoleer je even.’

Fit voor de groep focust op pedagogische vaardigheden, etnische achtergronden, klassemanagement en motiveren. ‘Als ik die zaken niet onder de knie had in al die jaren, was ik de klas al uitgedragen’, lacht Bouwman. Ook didactische kneepjes van het vak krijgen een opfrisser. Best handig, vond Bouwman. En nodig, zegt Jonneke Adolfsen van Expertis. Zij interviewde zes vmbo-docenten over de vraag: wat doet er toe voor leerlingen? Wanneer maak jij het verschil? Verrassend in hun verhalen is dat het niet alleen gaat om een goede relatie met de leerling, maar ook om kennis. Adolfsen: ‘Wat zij zeggen is dat het evenwicht telt tussen kennis van de lesstof, kennis van het kind en kennis van de didactiek. Dus een leraar moet ver boven de stof staan, weten hoe pubers in elkaar steken en begrijpen hoe hij kennis juist aan deze groep moet overdragen. Met name de inhoud is de laatste jaren in de opleidingen een beetje weggeraakt. Leerlingen roepen dan soms: “Maar u weet er zelf helemaal niks van!!’

'Niet elke leraar hoeft overal even goed in te zijn'

Niet elke leraar hoeft overal even goed in te zijn. Adolfsen: ‘Het gaat er om de competenties van alle leraren bij elkaar op te tellen, zodat zij elkaar kunnen compenseren in een team. In haar wervingsbeleid kan een school daar rekening mee houden. Wat je bijvoorbeeld ziet is dat oudere leraren die decennia goed draaiden, soms opeens niet meer weten “hoe het moet”. Dan is de verbinding met de leefwereld van de leerlingen zoek geraakt, de sociale media benen ze niet meer bij, de i-pad snappen ze niet. In een gemengd team kunnen jongere docenten hun oudere collega’s daarin coachen.’

Expertis Onderwijsadviseurs focust nadrukkelijk op het verbeteren van het taal- en leesniveau van vmbo/mbo-leerlingen. Adolfsen: ‘Uit PISA blijkt dat ruim 15 procent van de 15-jarigen een zeer lage leesvaardigheid heeft. Internationaal onderzoek laat ook zien dat 85 procent van de drop outs niet (goed) kan lezen. Taalniveau in het mbo is problematisch. Alle reden dus om aandacht te besteden aan deze basisvaardigheden. Ook dan kom je uit bij de leraar. Uit een review van 50.000 onderzoeken concludeert Hattie dat meer dan 30 procent van de leerlingresultaten toe te schrijven is aan de man of vrouw die voor de klas staat en in voorbeeldgedrag laat zien hoe lezen zich als proces in je hoofd afspeelt.’

Een groot aantal vmbo’s in de regio doen daarom mee aan leesvaardigheidstrajecten van Expertis, gebaseerd op de aanpak van lector Kees Vernooy van Hogeschool Edith Stein. Een nulmeting, veel oefenen met begrijpend lezen, toetsen. Een aanpak die in Delden op het Twickel College na een jaar al in een 13 procent hogere leesscore resulteerde voor de vmbo’ers. En dat geeft goede hoop op minder schooluitval in hun vervolgopleiding.

Meer info over TWAN of Fit voor de groep, [email protected] en [email protected] .

Dit artikel is onderdeel van de special 'Excellent' (mei 2012), medegefinancierd door Expertis.

Verder lezen

1 Excellent

Click here to revoke the Cookie consent