Interview

De favoriete leraar van Ruben Houkes

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 12-12-2012 Gewijzigd op 26-10-2017
Beeld Martijn van de Griendt
Ruben Houkes, wereldkampioen en Olympisch medaillewinnaar judo, zat van 1985-1991 op pc basisschool De Ark in Schagen en kreeg in groep 7 en 8 les van Pim Kanbier, van 1976-2005 meester op deze school.

Voor het weerzien met zijn oud-leerling haalt Pim Kanbier (inmiddels docent mens & maatschappij op het Regius College) nog eens alle oude klassenfoto’s tevoorschijn. Vele gezichten uit zijn 29 jaar basisonderwijs zijn weggezakt in vergetelheid, maar niet de klas met Ruben. ‘Het was een heel aparte klas. Leuk, gezellig en met veel enthousiaste leerlingen, waaronder Ruben, die de anderen meetrokken.’ Ruben Houkes knikt. ‘We hadden echt een leuke klas, er was een goede vibe.’

PK: ‘Voor mij was deze klas een eitje. Iedereen wilde werken en lol maken.’  
RH: ‘Pim was ook heel makkelijk. Ik kan me niet herinneren dat jij ooit boos was. En supersportief, dat was voor mij natuurlijk leuk. We hebben heel veel gevoetbald samen op het pleintje. En getafeltennist in de aula.’
PK: ‘Ja, hier is de basis van jouw succes gelegd.’
RH: ‘Maar volgens mij hebben we nooit gejudood in de gymles.’
PK: ‘Nee, met judo had ik helemaal niks.’
RH: ‘Het was niet stoer om op judo te zitten. Voetbal was veel toffer. We hebben met onze klas nog eens het zaalvoetbalkampioenschap van Schagen gewonnen.’
PK: ‘Ja, daar heb ik nog een videoband van. Staan jullie in de kleedkamer stoer te doen. Jij was een hummeltje, maar toen al erg gespierd.’
RH: ‘Mijn ouders hebben me toen ik een jaar of 5, 6 was op judo gestuurd. Omdat ik zo slecht tegen mijn verlies kon.’ 
PK: ‘Ja, en vervolgens verloor je geen enkele judowedstrijd.’  
RH: ‘Klopt. En als ik dan toch een keertje verloor, was ik woedend. Het lag aan iedereen, behalve aan mijzelf.’  
PK: ‘Rubens ouders vertelden me eens dat Ruben niets gewoon kon doen, alles moest snel en beter. Zijn folderwijk liep hij niet, maar rende hij.’
RH knikt: ‘455 huizen in anderhalf uur.’
PK: ‘Je was een perfectionist. Een 8 was alleen goed als dat het hoogste cijfer van de klas was. Maar op school ging je nooit door het lint.’
RH: ‘Judo is goed voor me geweest in dat proces. Ik geloof erin dat kinderen door sport skills for life krijgen. Dat probeer ik nu ook over te dragen met ons project schooljudo. Acht jaar geleden zijn we begonnen met één school en inmiddels doen we het op 350 basisscholen: zes weken krijgen kinderen onder schooltijd judoles, daarna zes weken buiten schooltijd en als afsluiting een clinic voor alle deelnemende scholen in een gemeente. Echt mooi werk.’
RH: ‘Pim was een fantastische leraar, behalve sportief ook supercreatief. Hij kon heel goed een sfeer neerzetten. Ik herinner me nog een schoolkamp waar hij de meest spannende verhalen vertelde. Waar zaten we ook alweer?’
PK: ‘Op Texel. Prachtlocatie, met maar één nadeel: het graf van Kromme Neel. Ik vertelde de kinderen ’s avonds dat ze wel op het naburige kerkhof mochten komen, maar niet achter in die ene hoek, want daar lag Kromme Neel begraven. De volgende dag gingen ze natuurlijk toch op zoek en jawel hoor, ze hadden het graf gevonden. Terwijl ik dat hele verhaal had verzonnen.’ 
RH: ‘Hij vertelde dat verhaal ’s avonds, in het donker. Dat was natuurlijk retespannend. Dat soort dingen blijft je bij.’

De klas van Ruben was ook gedenkwaardig door een dramatisch voorval. Een klasgenootje en haar zusje kwamen onder de trein.
PK: ‘Het was een week die ik nooit meer vergeet. Op 10 april was dat afschuwelijke ongeluk, op 14 april is mijn zoon geboren.’ 
RH: ‘Wat veel indruk op me maakte, is dat de dominee in de kerk vloekte.’ 
PK: ‘Hij zei: niemand kan vertellen dat dit de wil van God is, want dit wil God echt niet. Een uur na de begrafenis stonden vier meisjes uit groep 8 in mijn tuin met een ooieveaar. Dat was heel bijzonder.’
RH: ‘Ja, het was allemaal heel heftig.’
PK: ‘Tegenwoordig heb je voor die dingen een protocol. Toen niet. Iedereen had verdriet. Ook dat soort gebeurtenissen maakt zo’n klas hecht, leerlingen zochten troost bij elkaar.’
Pim Kanbier heeft ook het afscheidsboek van groep 8 meegenomen. Ruben had hierin geschreven: ‘Ik wil misschien sportjournalist worden.’ Dat is deels bewaarheid geworden. Tijdens grote sporttoernooien secondeert hij commentator Kees Jongkind. ‘Bij de Olympische Spelen in Londen was ik voor het eerst aanwezig zonder zelf mee te doen. Maar er zat nog heel veel sporter in mij, heel veel emotie.’
PK: ‘Dat maakte je commentaar ook leuk om naar te luisteren. Ik ben heel nuchter, maar ik ben wel trots op Ruben. “Die heeft nog bij mij in de klas gezeten”, zeg ik dan.’
RH: ‘Ik ben ook trots op jou, dat ik bij jou in de klas heb gezeten.’

Aan het eind van het gesprek, vlak voordat de foto wordt gemaakt, vraagt Ruben aan zijn oud-leraar: ‘Heb jij niet ooit nog eens met mijn moeder opgetreden op het kamp?’ Pim: ‘Ja, Meatloaf. Of was het nou Willy en Willeke Alberti?’

Meer info: http://www.schooljudo.nl

Dit artikel verscheen in de rubriek 'De favoriete leraar van' in Didactief, december 2012.

Click here to revoke the Cookie consent