Interview

De favoriete leraar van Remko Bicentini: 'Wij hadden een klik'

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 30-05-2015 Gewijzigd op 24-12-2020
Beeld Erik van 't Hullenaar
Je zou het niet zeggen als je Remko Bicentini (verrekte kuitspier) en Jos Derksen (kunstknie) de trap naar de gymzaal ziet opstrompelen, maar hier lopen twee sportkeien van Nijmegen. Bicentini speelde, net als zijn vader Moos, als prof bij NEC. En Derksen zorgde als gymleraar dat heel veel leerlingen lol in sport kregen.

‘Plezier in bewegen, dat was mijn motivatie als leraar. Niet het aantal bekers, maar het aantal deelnemers. Ik was er altijd trots op als er van onze school veel leerlingen meededen aan schooltoernooien. De prestaties waren meestal minimaal, 53-0 verliezen met handbal, maar als ik dan vroeg: doe je volgend jaar weer mee? Dan zeiden ze ja. En dan had ik mijn doel bereikt.’
RB: ‘Gym was natuurlijk mijn lievelingsvak, maar ook de manier van lesgeven beviel me. Wij hadden een klik, jij was altijd gemoedelijk en gezellig.’
JD: ‘Ik kon jou ook op je donder geven en je de les uitsturen.’
RB: ‘Ja, maar dat is respect.’
JD: ‘Turnen vond hij minder leuk. Al vond je het wel goed voor je conditie. “Het leer blijft soepel,” zei je dan.’
RB: ‘Jij liet ons dan de laatste vijf minuten nog even voetballen. Zo gingen we toch met een prettig gevoel weer weg.’
JD: ‘Ik probeerde iedereen aan zijn trekken te laten komen.’ 
RB: ‘De kunst is om de leerlingen graag in je les te krijgen. Ieder is een individu en als leraar moet je de gave hebben ze te lezen.’

Een Messi

JD: ‘Hij was een heel aparte leerling. Hij kon een propje van de grond rapen, dat in de prullenbak gooien en dan zeggen: “Daar zijn wij donkeren voor”.’
RB, lachend: ‘Ik vind een beetje zelfspot heel normaal. Tegenwoordig doen ze zo moeilijk over die dingen.’
JD: ‘Zijn vader had ik vaak zien voetballen. Hij had een fenomenaal hard schot. Hij was een van de eerste donkere spelers in het betaald voetbal.’
RB: ‘Ja, dat was een hype destijds.’
JD: ‘Ik vond het heel bijzonder om de zoon van Moos Bicentini in de klas te krijgen. Later heb ik ook Remko’s zoon lesgegeven.’ 
RB: ‘Ik zat op de voetbalschool van NEC en moest en zou zo goed worden als de Braziliaanse Pélé. School en huiswerk kwamen voor mij op de tweede of zelfs derde plaats. Bijzonder van deze school was dat ik werd gestimuleerd om te voetballen, nooit tegengewerkt.’
JD: ‘We probeerden jou wel je diploma te laten halen.’
RB: ‘Je moet een drive houden om je school af te maken. Die kreeg ik hier, juist omdat er niet zo gehamerd werd op wat allemaal moest. Ze zetten geen druk op mij, maar hielpen me om lekker naar les te komen. Ik kon mijn ding blijven doen. Daarom ging ik met plezier naar school.’
JD: ‘Een leerling moet goed in zijn vel zitten, dan leert hij het beste.’

Enthousiasme

JD: ‘Onze school had een lhno en een mavo. Al die verschillende leerlingen kreeg je in de les, topsporters, maar ook huishoudmeisjes die bang waren dat hun haar in de war raakte. Bij mij moesten ze allemaal meedoen, geen smoezen of flauwe uitvluchten.’ 
RB: ‘Wat ik van hem heb geleerd is om enthousiasme over te dragen. Ik ben nu zelf voetbaltrainer en je moet toch zo’n zootje ongeregeld dusdanig voeding geven dat ze voluit mee willen doen, ook als hun interesse ergens anders ligt.’
JD: ‘Ik probeerde alles aan bod te laten komen. Het voordeel is dat je als gymleraar niet gebonden bent aan een examenprogramma. Natuurlijk gaf je ook cijfers. Dan zag je dat leerlingen voor een cijfer opeens wel over die kast konden springen. Maar iemand die er niet over kwam en toch bleef proberen, kreeg van mij nooit een onvoldoende.’
RB: ‘Alles wat ik vroeger heb meegekregen, gebruik ik ook in mijn stichting voor kansarme kinderen op Nederlandse Antillen. We zamelen in Nederland spullen in, van lesboeken tot en met sportmaterialen, voor acht basisscholen op Curaçao. Daar mobiliseren we ouders als wijkdocent. Die zetten toernooitjes uit en organiseren van alles. We stimuleren kinderen om hun best te doen op school en thuis. Het gaat om discipline en respect. Kinderen kunnen bonus- en maluspunten krijgen en aan het eind van het jaar mogen ze in het grote voetbalstadion spelen. Dat willen ze allemaal, dan zijn ze zo trots!’
JD: ‘Je geeft ze echt iets mee.’
RB: ‘Misschien is meneer Derksen wel mijn grondlegger geweest.’
JD: ‘Zover wil ik niet gaan. Maar ik herken wel de motivatie: je wilt kinderen kennis laten maken met en de mogelijkheden geven om te sporten en te leren.’

Bondscoach van Curaçao, voetbaltrainer en voormalig profvoetballer Remko Bicentini zat van 1982-1986 op mavo Ter Houtart (nu Kandinsky College) in Nijmegen en kreeg daar gymnastiek van Jos Derksen, gymleraar en (later ook) wiskundeleraar van 1975-2012.
Met zijn stichting Fundashon Bicentini bevordert Remko onderwijs en sportactiviteiten voor  kansarme kinderen en jongeren op de Nederlandse Antillen.

Dit artikel verscheen in Didactief, mei 2015.

Click here to revoke the Cookie consent