Op de eerste plaats staat onderzoek van het Fordham Institute dat de populariteit van leerdoelen als doorzettingsvermogen en zelfdiscipline onderzocht bij ouders van kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs in de VS. Uit de landelijke enquête die de onderzoekers hielden, bleek dat de meeste ouders aanvankelijk niets van doen wilden hebben met het ontwikkelen van sociaal emotionele vaardigheden als onderwijsdoel. Ze vinden de omschrijvingen van SEL en bijbehorende vaardigheden als ‘soft skills’ en ‘growth mindset’ te vaag. Positiever reageerden ouders op de vraag of ze ‘life skills’ belangrijk vinden. Ook de formulering ‘sociaal-emotioneel en academisch leren’ leidde tot een flinke toename in populariteit van SEL als leerdoel.
De onderzoekers lieten ouders ook aangeven welke vaardigheden en vakken zíj belangrijk vonden op school. Daaruit bleek dat Amerikanen vooral willen dat hun kind leert redeneren, en probleemoplossend vermogen, wiskunde, taal en techniek leert. Minder belangrijk vinden ze zaken als kunst en muziek, en verreweg het minst belangrijk de pauze en de gymles. Doorbuffelen dus, met de tanden op elkaar en de neus in de boeken. Er was ook een politiek verschil tussen ouders: Democraten bleken beduidend meer open te staan voor extra aandacht voor SEL op school dan Republikeinen. Ouders uit beide politieke kampen gaven overigens aan dat ze hun kinderen deze vaardigheden liever thuis bijbrengen.
Onderzoekers van de Universiteit van Dortmund werden tweede bij Education Next. Zij lieten leraren kijken naar videofragmenten van situaties in de klas waarin er iets misging. En zoals we uit Nederlands onderzoek ook al weten, reageerden starters anders dan ervaren collega’s. De laatsten signaleerden niet alleen wat er gebeurde, maar benoemden ook hoe een situatie voorkomen had kunnen worden. Ze gaven bijvoorbeeld tips om de les aansprekender te maken en verwachtingen duidelijker te communiceren. Ze vertelden dat houding en stemgebruik belangrijk zijn om een klas de juiste richting op te sturen. Volgens de onderzoekers zit de beginnende leraar vaak nog vast in het moment, terwijl de ervaren collega erachter probeert te komen waar wangedrag vandaan komt. Ook werkt een beginnende leraar vaak volgens een script, terwijl een ervaren collega zijn ervaringskennis gebruikt om de balans te vinden tussen het geven van straf en het waarborgen van de autonomie van de leerling.
R. Stahnke, S. Blömeke. Novice and expert teachers’ situation-specific skills regarding classroom management: What do they perceive, interpret and suggest? Teaching and teacher education, vol. 98 (2021).
‘Wat een onzin,’ zou je kunnen denken bij het lezen van de paper die op de derde plaats staat in Education Next. Toch blijkt uit dit onderzoek van York University in Toronto (Canada) dat het heel effectief kan zijn om leerlingen een toets te geven vóórdat je de getoetste stof behandelt: leerlingen presteerden na dit zogenoemde ‘pretesting’ beter dan na regulier onderwijs zonder toets. En het wordt nog gekker: het effect bleek zelfs nog beter dan dat van ‘posttesting’, waarbij leerlingen direct na de les een toets maken! De resultaten van dit onderzoek worden ondersteund door ander onderzoek. De onderzoekers denken dat leerlingen gemotiveerd raken om te leren, omdat ze dankzij hun fouten beseffen dat ze de stof nog niet beheersen en willen weten hoe het zit. Laat je leerlingen dus af en toe zelf ontdekken wat ze nog niet weten – dat motiveert ze om hun best te doen!
Pan, S. C., & Sana, F. (2021). Pretesting versus posttesting: Comparing the pedagogical benefits of errorful generation and retrieval practice. Journal of Experimental Psychology: Applied, 27(2), 237–257.
Geert Wilders zal er niet blij mee zijn, toch is het zo: de aanwezigheid van migranten in een klas zorgt ervoor dat ‘gewone leerlingen’ beter presteren. Dit effect is het grootst bij leerlingen uit lagere sociale milieus. Dat blijkt uit onderzoek van het Amerikaanse National Bureau of Economic Research, dat vierde werd in de selectie van Education Next. Hoe het werkt, is onduidelijk. Docent en blogger Larry Ferlazzo suggereert dat leraren de normaliter veronderstelde kennis meer expliciteren met behulp van ‘scaffolding’, omdat ze rekening houden met de anderstalige leerlingen. En daar profiteren dan alle kinderen van.
David N. Figlio, Paola Giuliano, Riccardo Marchingiglio, Umut Özek & Paola Sapienza. Diversity in Schools: Immigrants and the Educational Performance of U.S. Born Students. National Bureau of Economic Research, USA.
Als leraar heb je misschien al snel de neiging om vooral naar leerprestaties te kijken en cognitieve doelen. Maar het loont de moeite om ook eens te kijken door de bril van een leerling: school vult zijn dag, hij zit urenlang met dezelfde groep in een lokaal. Daar gebeurt echt van alles! Onderzoekers van de Northwestern University in Illinois (VS) bewezen dat de sociale en emotionele aspecten van het leerproces ertoe doen op een goede school. Het leren aangaan van vriendschappelijke relaties, je thuis voelen op school, tegen een stootje kunnen – het zijn allemaal zaken die effect hebben op het slagingspercentage van leerlingen, maar een extra groot effect op dat van kwetsbare leerlingen. Helaas zijn dát nu net de leerlingen die meestal niet op zo’n goede school zitten. Scholen die kansarme leerlingen vooruit willen helpen, doen er goed aan juist ook aandacht te besteden aan het gedrag en de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, is de aanbeveling van deze onderzoekers.
C. Kirabo Jackson, Shanette C. Porter, John Q. Easton & Sebastián Kiguel. Who Benefits From Attending Effective Schools? Examining Heterogeneity in High School Impacts. National Bureau of Economic Research, USA.
We weten het allemaal: om een onderwerp te onderwijzen moet je als leraar boven de stof staan. En we weten ook dat leerlingen die de lesstof aan elkaar uitleggen, daar ook wat van leren. Maar dat kost best wat tijd. Education Next vraagt aandacht voor Tricia Guerrero van de Universiteit van Illinois die met collega’s het effect heeft bewezen van een leuke middenweg: vraag je leerlingen om een onderwerp voor te bereiden waarover ze straks in de klas moeten vertellen – maar sla dat laatste als puntje bij paaltje komt lekker over. Want wat blijkt? Leerlingen die ‘gewoon’ iets moeten leren, presteren slechter op een toets dan leerlingen die gevraagd is om dat onderwerp te presenteren. De tweede groep herinnert zich 9% meer feiten en is zelfs 24% beter in het leggen van verbanden. Een leuke methode dus om hogere beheersingsniveaus na te streven!
Guerrero, T. A., & Wiley, J. (2021). Expecting to teach affects learning during study of expository texts. Journal of Educational Psychology, 113(7), 1281–1303.
Onderzoekers hebben gekeken naar de omgang met huidskleur en gender in Amerikaanse kinderboeken uitgebracht na 1921, die een prijs hebben gewonnen van de Amerikaanse ‘Association for Library Service to Children’, zeg maar de kinderboekenprijs. En wat blijkt? In veel van die kinderboeken krijgen personages met een andere huidskleur veelvuldig een lichtere variant van die huidskleur. En personages die ethisch juist handelen zijn vaak nóg lichter van kleur! Vrouwelijke personages verschijnen in verhouding tot mannelijke personages meer in het verhaal, maar zeggen juist minder. En hoewel uitgevers de afgelopen jaren steeds meer hun best zijn gaan doen op het vlak van diversiteit, blijken juist de 'witste’ boeken het meest populair.
Nu zijn bevindingen over racisme in Amerika natuurlijk niet een-op-een toepasbaar op Nederland. Toch zet dit onderzoek je aan het denken: hoe bewust zijn we ons van onze eigen vooroordelen?
Adukia, Anjali, Alex Eble, Emileigh Harrison, Hakizumwami Birali Runesha, and Teodora Szasz. (2021). What we teach about race and gender: Representation in images and text of children’s books. EdWorkingPaper: 21-462
De vraag doet al jaren de ronde: wat beklijft nu beter, en dan vooral bij kinderen: een papieren of een digitaal boek? Veel leraren prefereren papier, maar het voordeel blijkt verraderlijk lastig te bewijzen. Education Next selecteerde werk van onderzoekers van de universiteit van Stavanger (Noorwegen) die in een review van 39 artikelen uit 30 studies hebben gekeken naar het verschil in begrip en woordenschatontwikkeling bij leerlingen die respectievelijk digitale en papieren boeken lazen. Digitale boeken die waren voorzien van hulpmiddelen, deden het beter dan papieren boeken zonder hulpmiddelen. Wat e-books missen aan tastbaarheid – je kan ze niet vastpakken, ruiken, er in bladeren - maken ze kennelijk goed met aanvullend beeld en geluid. Zo betrekken ze de lezer meer bij het boek en blijft er dus ook meer hangen van het verhaal. Toch 1-0 dus voor digitaal?
May Irene Furenes, Natalia Kucirkova, Adriana G. Bus. A Comparison of Children’s Reading on Paper Versus Screen: A Meta-Analysis. Vol. 91.4: 483-517
De moderne werknemer moet flexibel en zelfstandig zijn, en goed kunnen samenwerken. Maar hoe stimuleer je als docent de ontwikkeling van deze competenties bij je leerlingen? Projectgestuurd onderwijs lijkt bij uitstek geschikt om dit voor elkaar te krijgen, maar is het wel echt zo effectief? Twee nieuwe onderzoeken onder 6.000 leerlingen op 114 scholen wijzen op positieve resultaten: na zich bezig te hebben gehouden met praktische projecten presteerden leerlingen 8% beter op een toets over natuurkundige concepten als zwaartekracht, weerstand en kracht dan leeftijdgenoten die regulier onderwijs volgens directe instructie hadden gekregen. De onderzoekers vonden een soortgelijk effect bij andere onderwerpen binnen de bèta- en gammavakken. En in het tweede jaar was de prestatie zelfs 10% beter.
De frustraties zijn de afgelopen twee jaar hoog opgelopen: docenten moesten maar flexibel zijn en vanuit huis online onderwijs aanbieden. Education Next sluit zijn top tien af met enquêtes van RAND waaruit blijkt dat online onderwijs tijdens corona flink meer werkdruk opleverde en vaak ook kwalitatief slechter was. Docenten vinden de digitale werkomgeving minder geschikt voor hun lessen en missen passende digitale leermiddelen: ze waren vaak meer dan 20 uur per week kwijt aan het aanpassen van hun lessen voor online gebruik. Ook de mentale gezondheid van leraren heeft geleden onder de nieuwe omstandigheden: werk en privé is niet langer gescheiden, waardoor het gevaar op de loer ligt om altijd ‘aan’ te staan. En dat leidt weer tot overspannen leraren, burn-out en depressie: 27% van de ondervraagden ervoer symptomen van depressie (tegenover 10% landelijk), en 78% zei vaak last te hebben van werkgerelateerde stress (landelijk 40%).
Het artikel ‘The Ten Most Significant Studies of 2021’ uit Education Next kun je hier lezen.
1 Begeleiding van startende leraren: drie praktijkvoorbeelden
2 Wat ziet de leraar?
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven