Onderzoek

Creativiteit in onderzoekend leren

Tekst Maartje Raijmakers, Rooske Franse en Tessa van Schijndel
Gepubliceerd op 06-09-2016 Gewijzigd op 15-03-2017
Beeld DigiDaan
Een belangrijk doel van onderwijs in Wetenschap & Technologie (W&T) is het stimuleren van de onderzoekende houding. Hiervoor moeten leerlingen onderzoekend leren en creatief zijn. Maar hoe zie en meet je dat?

Onderwijs in W&T kan de onderzoekende houding en de creativiteit van kinderen stimuleren. Maar hoe beoordeel je of je leerlingen onderzoekend en creatief bezig zijn?

Onderzoekend leren
In eerder onderzoek hebben we een observatie-instrument ontwikkeld dat gedrag kan classificeren als meer of minder onderzoekend: de Exploratory Behavior Scale (EBS). Het meest geavanceerde onderzoekende gedrag volgens de EBS is het uitvoeren van kleine
experimentjes. Hiervoor zijn drie criteria waaraan het gedrag tegelijkertijd moet voldoen:
Een kind manipuleert materiaal, is geïnteresseerd in de uitkomst van de handeling en herhaalt de handeling met enige variatie.

Een kind dat onderzoekend speelt met een schaduwspel zet bijvoorbeeld een object voor een lamp (criterium a) en kijkt naar de schaduw die dit object veroorzaakt op een projectiescherm (b). Het is enigszins onderzoekend bezig. Vervolgens zet ze het object dichter bij de lamp, kijkt weer naar het scherm (c) waarop nu een veel grotere schaduw te zien is. Het onderzoekend gedrag is nu experimenteergedrag geworden. Het maken van grote en kleine schaduwen is een experimentje dat je verwacht te zien als je kinderen een lamp, objecten en een scherm geeft. Maar een kind kan soms ook experimentjes bedenken die je zelf niet direct voor ogen had, toen je het materiaal aanreikte. Met EBS valt dit onderzoekend gedrag makkelijker te benoemen. Met deze observatiemaat konden we ook in kaart brengen welk type begeleiding leidt tot interessant onderzoekend gedrag.

Creativiteit
Creativiteit is essentieel voor onderzoekend gedrag. Maar hoe herken je creativiteit en hoe waardeer je dat? Het ene kind is immers creatiever dan het andere, hoe laat je dat tot uiting komen? Eerste probleem is dat er geen eenduidige definitie is van creativiteit. Een bruikbare omschrijving is het kunnen genereren van ideeën en producten die origineel zijn en die potentieel bruikbaar zijn. Creatief zijn vergt niet alleen het goed kunnen doordenken op één idee, maar vooral ook het bedenken van veel verschillende oplossingen, het zogenaamde 'divergente denken'. Hiervoor is een aantal vaardigheden belangrijk, de maten van divergent
denken:
• Vloeiendheid - Het totaal aantal verschillende oplossingen
dat een individu genereert.
• Flexibiliteit - Het aantal verschillende soorten oplossingen.
• Volhardendheid - De hoeveelheid oplossingen van
dezelfde soort.
• Originaliteit - Het aantal soorten oplossingen dat
zelden door anderen gegeven wordt.
Een eenvoudige opdracht waarvoor divergent denken vereist is, is bijvoorbeeld zoveel mogelijk verschillende robots te tekenen, uitgaande van een rechthoek. Maar
het kan evengoed een verbale opdracht zijn, waarvoor ideeën alleen verteld hoeven te worden.

Zet kinderen aan de slag
Wat is creativiteit en hoe herkennen we het binnen het kader van W&T-onderwijs? Neem de volgende onderzoeksvraag: Wat zorgt ervoor dat een cilinder snel naar beneden rolt? Bied leerlingen cilinders met verschillende afmetingen, vormen (hol en massief) en gewicht. Laat ze vrij om hun eigen experiment te bedenken en uit te voeren.
De kinderen laten bijvoorbeeld twee even grote cilinders van verschillend gewicht naar beneden rollen (een gewichtsexperiment); ze rollen een massieve cilinder en een holle cilinder naar beneden (een experiment over gewichtsverdeling), en zo verzinnen zij nog veel meer verschillende soorten experimenten. We kunnen deze opdracht evalueren met de maten van divergent denken (zie in hoofdartikel) door de volgende vragen te stellen: Nodigt de opdracht uit tot creatief denken? Laten de kinderen meer creatief gedrag zien, als we ze laten opschrijven welke experimenten ze gedaan hebben? 
We kunnen ook individuele kinderen evalueren door hun experimenteren te scoren. We kunnen dan van ieder kind beoordelen of het juist veel verschillende experimentjes verzint (grote vloeiendheid en flexibiliteit heeft) of dat het één type experiment heel vaak herhaalt (grote volhardendheid heeft). Een kind met een lage score voor volhardendheid kan dan oefenen met het verzinnen en uitvoeren van experimentjes om één specifieke onderzoeksvraag goed te beantwoorden. De volgende opdracht zou daarvoor leuk zijn: Rolt een zware cilinder altijd sneller naar beneden dan een lichte cilinder? Verzin zoveel mogelijk experimenten die laten zien wat het antwoord is op deze vraag. / MR

Waardering
Hoe kan je creativiteit in onderzoekend gedrag observeren? Om deze vraag te beantwoorden voerden we twee studies uit in samenwerking met de stichting Atelier van Licht en science center NEMO. Tijdens het onderzoek in NEMO speelden 63 kinderen tussen 5 en 8 jaar oud met verschillende materialen in een ruimte waarbij een beamer een bundel wit licht op een witte muur scheen. De materialen verschilden in vorm, grootte, kleur en transparantie. Het onderzoekend gedrag van de kinderen brachten we in kaart met de Exploratory Behavior
Scale. Het creatieve gehalte van de experimentjes, beoordeelden we door de vier eerder genoemde vaardigheden voor creativiteit te scoren: vloeiendheid, flexibiliteit, volhardendheid en originaliteit. De experimentjes die de kinderen spontaan uitvoerden, hadden soms met de afstand van de objecten tot de lichtbron te maken. Andere experimenten gingen over
de kleur van de schaduw en sommige kinderen experimenteerden vooral met de stabiliteit van hun bouwwerken. De creativiteit van een kind met in totaal vier experimenten met afstand en twee experimenten met kleur scoorden we voor vloeiendheid 6, voor flexibiliteit 2 en voor volhardendheid 4. Voor originaliteit had dit kind een score van nul omdat experimenten van beide categorieën (afstand en kleur) heel vaak voorkwamen bij anderen. 

Dit artikel is verschenen als onderdeel van de Didactief-special TalentenKracht (juni 2015). Deze special is gemaakt in opdracht en met financiële bijdrage van het platform Bèta Techniek.

Bronvermelding

1 TalentenKracht

Click here to revoke the Cookie consent