Om te compenseren voor extra achterstanden heeft het ministerie een subsidieregeling aangekondigd voor scholen om inhaal- en ondersteuningsprogramma’s te organiseren, gericht op kinderen die al een risico op achterstanden hadden. Alle scholen kunnen hier een beroep op doen. Scholen met veel kinderen met risico op achterstanden kunnen extra middelen aanvragen (1) tot en met de zomer 2021. Aanbieders van voorschoolse educatie (bedoeld voor met name ‘achterstandspeuters’) kunnen middelen aanvragen om ook de komende herfst of kerstvakantie enkele weken een aanvullend aanbod voorschoolse educatie aan te bieden.
Uit onderzoek van Thijs Bol over ‘thuisonderwijs’ in coronatijd blijken er behoorlijk grote verschillen in de mate waarin bepaalde groepen in staat bleken hun kinderen thuis te ondersteunen. Zo geeft bijvoorbeeld 70% van de universitair geschoolde ouders aan hun kind ‘vaak of heel vaak’ te helpen, tegenover 50% van de ouders met maximaal een middelbare schooldiploma. 80% van de universitair geschoolde ouders zegt zich in staat te voelen om te helpen, tegenover 63% van de lager opgeleide ouders. Deze verschillen in ouderhulp vormen volgens Bol een bedreiging voor kansengelijkheid in het onderwijs. (2)
De Onderwijsinspectie voert een vorm van Covid-19-monitoring uit, waarin zij schoolbestuurders en directeuren ondervraagt. In de eerste rapportage (over de periode half maart tot half april) rapporteert zij dat 8 op de 10 basisscholen inschatten dat leerlingen gemiddeld minder tijd besteden aan het ‘afstandsonderwijs’ dan de reguliere onderwijstijd voor de crisis. Bij de helft van de scholen betrof dit meer dan een halvering van de onderwijstijd. Voor de kinderen in groep 1 en 2 werd gemiddeld zo’n 1 à 2 uur per dag ‘afstandsonderwijs’ verzorgd.
De meeste basisscholen besteden 75-100% van de tijd aan de basisvakken taal, rekenen en lezen. Bij 84% van de scholen zouden alle leerlingen deelnemen aan het afstandsonderwijs, bij 14% betrof dat ongeveer drie kwart van de leerlingen. Redenen voor niet-deelname zijn vooral de beperkte mogelijkheden van ouders bij de ondersteuning, het niet-begrijpen van het online-onderwijs door ouders en de moeite die de kinderen hebben met zelfstandig, gedisciplineerd werken.
Hoe groot zou nu de impact zijn van de Coronacrisis op de toename van onderwijsachterstanden? We hebben geen exacte gegevens maar maken een ‘beredeneerde’ inschatting. De basisscholen (en voorschoolse educatie) sloten op maandag 16 maart. Een kleine twee maanden later, op maandag 11 mei, zijn zij weer half open gegaan en begin juni weer volledig: een tijdsbestek van zo’n 2,5 maand (met daarbinnen 1 of 2 weken (verschilt per school) reguliere schoolvakantie). Zeg een eerste fase van 1 tot 2 weken van bezinning op de situatie en voorbereiden van ‘les op afstand’ door de basisscholen; vervolgens het geleidelijk steeds beter vormgeven van dit ‘les op afstand’, door telefonisch contact met kinderen, online-lessen en/of materialen bij kinderen thuis te leveren. Met een nadruk op het onderwijs in taal en rekenen.
Grafiek. Inschatting van opgelopen taal- en rekenachterstand als gevolg van Coronacrisis (medio mei)
Een klein percentage kinderen heeft een voorsprong opgedaan, dankzij sterk privéonderwijs thuis. Een klein percentage heeft vrijwel niets gedaan en zal iets zijn achteruit gegaan qua vaardigheden. We schatten in dat basisschoolkinderen gemiddeld genomen drie tot vier weken achterstand hebben opgelopen.
Wat betreft de OAB-doelgroepkinderen (de 15% kinderen met de laagste SES-score) zal de taalachterstand gemiddeld richting de anderhalve maand gaan (immers dit is de groep met de minst gunstige thuissituatie, de minste ICT-mogelijkheden en dergelijke). Wat betreft het andere uiterste, de 15% kinderen met de hoogste SES-score, schatten we in dat er gemiddeld genomen geen achterstand is opgelopen.
We verwachten dat een groot deel weer is en wordt hersteld door extra doelgericht lesgeven van leraren: specifieke lesstof aanbieden en herhalen. Maar vermeldenswaard in dit verband is de verwijzing van onderzoeker John Hattie naar een lange onderwijsloze periode (als gevolg van een overstroming) in onder andere New Orleans, waarbij de gemiddelde onderwijsprestaties zelfs ‘stegen’ in de periode daarna. Hij weet dat aan de meer doelgerichte instructies van leerkrachten na heropening van de scholen. Maar, aldus Hattie, ‘de meest waarschijnlijke implicatie van schoolsluitingen (zoals de Coronacrisis) zijn minder gelijke onderwijskansen. Leerlingen die afkomstig zijn uit gezinnen met een stabiele thuissituatie zullen het veel beter doen dan leerlingen uit gezinnen met een minder stabiele thuissituatie: Het effect van de thuissituatie is krachtig’ (3) en (4).
Onderwijstijdverlenging leidt zeker niet automatisch tot vermindering van onderwijsachterstanden, zo leert (internationaal) onderzoek (lees Compenseren met een zomerschool, link). Een goed doordacht en doelgericht programma, voldoende effectieve leertijd, goede leraren en deelname door met name die leerlingen die dit het meest nodig hebben, is van belang.
Gezien de jonge leeftijd van peuters is het goed om zoveel mogelijk eigen regulier, vertrouwd personeel op de groepen te hebben. Het personeel dient een tijdelijke werkuitbreiding te krijgen (bij voorkeur met extra vergoeding).
Het dient echte ‘educatie’ aan te bieden, gericht op de ontwikkeling van kinderen. Achterstanden zijn fors en extra advies/handvatten en ondersteuning voor pedagogisch medewerkers zijn dan van belang. In het algemeen is de pedagogische kwaliteit (de zorg voor en het welzijn van kinderen) in Nederland goed, maar wat betreft educatieve kwaliteit (onder andere het stimuleren van taalontwikkeling en van het leren) is nog het nodige te verbeteren.(5)
Ook zijn aanvullingen op het programma denkbaar, voor bijvoorbeeld kinderen die overgaan naar de basisschool, of om een effectieve benadering van het ontwikkelingsstimulerend klimaat thuis te bevorderen.
Een zomer-, herfst- of kerstschool met een eigen curriculum vergelijkbaar met de traditionele zomerschool OAB, is bedoeld voor doelgroepkinderen van verschillende basisscholen en gericht op de basisvaardigheden taal en/of rekenen (meestal aangevuld met andere doelstellingen). Het is niet automatisch effectief. We citeren hier de Britse CFEY: ‘There is evidence to suggest summer schools can drive academic progress, but their impact depends on what approach is taken’. (6)
De volgende aandachtspunten zijn van belang: (7)
Voldoende leertijd: 1 week is veel te kort en compenseert niet echt.
Een sterk kennis onderbouwd curriculum; Er zijn diverse voorbeelden van zomerscholen met een sterk, goed kennis onderbouwd curriculum, bijv. Amsterdam Zuid-Oost, Utrecht (voorheen), Den Haag, Arnhem.Die kunnen als voorbeeld dienen.
Naast doelstellingen op het vlak van taal en/of rekenen zijn ook andere relevante doelstellingen mogelijk in het kader van achterstandsbestrijding, denk aan ‘kennis van de wereld’ en bepaalde sociaal-emotionele doelen, zoals ‘geloof in eigen kunnen’.
Dit soort scholen kunnen voor alle kinderen open staan, maar er dient speciaal aandacht aan te worden besteed om doelgroepkinderen te bereiken.
Het helpt als er kleine groepen zijn van maximaal vijftien kinderen en als er speciale aandacht is voor kinderen die te maken gaan krijgen met een overgang naar een andere fase of school. Bijvoorbeeld voor de overgang naar het voortgezet onderwijs, de overgang van voorschool naar school en de overgang naar groep 3.
Voeg een ‘intelligente’ thuiscomponent toe, met haalbare, realistische doelen. Voor de jonge kinderen (2-6 jaar) kan de inzet van digitale prentenboeken effectief zijn. In het landelijke HOE?-project worden effectieve waardevolle versterkingen ontwikkeld voor de leeftijd 2,5-6 jaar. Ook zijn goede voorbeelden beschikbaar waarbij kind en ouder gedeeltelijk samen naar de zomerschool komen en ouders gericht wordt bijgeleerd.
Met dezelfde formule als waarmee zomerscholen VO in Nederland worden georganiseerd, kunnen we onderwijs aanbieden in het basisonderwijs. Het gaat dan om bijspijkeronderwijs, met de volgende aandachtspunten:
Leerlingen worden heel gericht geselecteerd.
De leraar kiest welke lesstof het kind dient te gaan herhalen, oefenen.
Er is les in groepjes van maximaal acht kinderen (ieder kind heeft eigen lesstof, dus dit vraagt het nodige van een leraar).
Er is begeleiding door een (bijna) bevoegd leraar.
Aan het einde van de extra school maakt het kind een door de eigen leraar gemaakt toetsje.
Het kind ontvangt een beloning als het de toets haalt.
Het is vaker genoemd: uit onderzoek blijkt dat initiatieven voor onderwijstijdverlenging niet vanzelfsprekend leiden tot betere leerprestaties. Integendeel, op het terrein van achterstandsbestrijding kennen we een geschiedenis van weinig effectieve aanpakken. (8)
Wat is een effectieve inrichting van OTV?
Allereerst: de kenmerken van effectief onderwijs gelden ook voor onderwijstijdverlenging: hoge verwachtingen van leerlingen, een positieve benadering, aansluiten op specifieke behoeften van leerlingen, focus op resultaatverbetering, monitoring van vorderingen. De impact van OTV hangt samen met de benadering die wordt gekozen, en met de kwaliteit van de uitvoering.
We zien in het land zeer veel varianten terug van onderwijstijdverlenging (gedurende de reguliere schooltijd):
Het aantal uren onderwijstijdverlenging;
In de ochtend vroeger beginnen, of juist een langere middag (of de woensdagmiddag erbij trekken);
Voor de hele klas of voor een selectie van kinderen (bijvoorbeeld laag presterende kinderen of ‘high-potentials’).
In de school of een bovenschoolse voorziening zoals de BSA (Brede School Academie) (9).
De doelstellingen, vooral gericht op taal en/of rekenen met in beperkte mate andere doelen.
De extra uren taal en rekenen kunnen worden aangeboden in de extra voor- of naschoolse uren. Sommige scholen kiezen er echter voor om de extra leertijd voor taal en rekenen in de schooldag te verweven, bijvoorbeeld door gedurende de reguliere schooltijden extra aandacht aan taal en rekenen te besteden en andere vakken, zoals de zaakvakken of creatieve vakken, naar het verlengde deel van de schooldag te verplaatsen.
In de CPB-notitie ‘Effectieve interventies leerachterstanden in het primair onderwijs’ wordt ‘extra leertijd’ als effectief beoordeeld (mits goed uitgevoerd, uiteraard). Verwezen wordt naar de zogenoemde dubbele dosis-aanpak. Leerlingen met een achterstand in rekenen of taal krijgen het dubbele aantal lesuren in dat vak. Als deze uren ingevuld worden met reguliere lesmethoden die met maatwerk gericht zijn op de exacte achterstand van het kind, leveren ze resultaat op. Kinderen gaan aantoonbaar beter rekenen en lezen. Hoe groter de leerachterstanden, des te meer extra lessen opleveren. Uiteraard, hangt ook dit samen met de kwaliteit van uitvoering.
Een ander voorbeeld tot slot is het inzetten van high-dosage-tutoring (lees ook onderzoek over hdt, red.) of varianten hiervan. Een aantal uren per week les in een heel kleine groep (idealiter 1 op 2) om doelgericht achterstanden weg te werken, met aandacht voor het ontstaan en de kracht van sociale binding.
Coronacompensatie top 10Corona compenseren? Houd rekening met de volgende praktische punten:
|
[1] Advies inzake de gevolgen van de coronacrisis voor het onderwijs (1) Onderwijsraad, 16 april 2020. Kamerbrief ‘Compensatie studenten en ondersteuningsmaatregelen onderwijs Covid-19’. Min. OCW, 15 mei 2020
[2] O.a. Sociale ongelijkheid in thuisscholing tijdens de Corona-crisis. T.Bol. UvA (mei 2020)
[3] Hattie, J. Visible Learning Effect Sizes When Schools Are Closed: What Matters and What Does Not, https://opsoa.org/application/files/2215/8689/0389/Infuences-during-Corona-JH-article.pdf
[4] https://www.eoswetenschap.eu/psyche-brein/een-schooljaar-verliezen-geen-optie
[5] De conclusies over pedagogische en educatieve kwaliteit worden al jarenlang getrokken in landelijke Inspectie-onderzoeken, in de landelijke pre-COOL-onderzoeken en in de LKK-monitoring. Vandaar ook het landelijk beleid tot de extra inzet van een HBO-er op de voorschoolse groepen vanaf 2022.
[6] Can summerschools help disadvantaged pupils bounce back from lockdown? Mulcany, Menzies & Shaw, 12 mei 2020
[7] Gedeeltelijk gebaseerd op de reviewstudie Summer schools van het EEF (Educational Endowment Foundation) (2016)
[8] Het onderwijsachterstandenbeleid na 2015. Een adviesnotitie. Kloprogge en De Wit, NRO, 2015.
[9] Zie bv. www.vinci-toponderwijs.nl voor meer info over de BSA en de BSA-ontwikkelaars. Of bijvoorbeeld www.bsa-zaanstad.nl.
.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven