Overgewicht en weinig bewegen maken niet alleen het lijf, maar ook het brein stram, blijkt uit onderzoeken onder volwassenen. Lex Leijenaar wilde weten wat het effect van bewegen op het leren van kinderen zou zijn. Behalve masterstudent Onderwijswetenschappen is hij leerkracht aan de Liduinaschool in Haarlem. Hij had zijn deelnemers zogezegd bij de hand.
Leijenaar wist uit eerder onderzoek al dat een half uur matig fysieke inspanning het beste resultaat moest opleveren. Daarom liet hij leerlingen uit groep 8 dertig minuten joggen, rekoefeningen doen en gewichten verplaatsen. Een andere groep 8 fungeerde als controlegroep en mocht dertig minuten in stilte lezen. Vervolgens legden alle 41 kinderen een aantal geheugentestjes af, waarbij ze uit een reeks van vijftien woorden zo veel mogelijk woorden moesten onthouden en cijferreeksen in omgekeerde volgorde moesten reproduceren. Beide testjes doen een groot beroep op het kortetermijngeheugen. In een volgend experiment draaide Leijenaar de opdrachten om: de lezers gingen bewegen en de bewegers lezen.
De kinderen bleken na dertig minuten bewegen significant hoger te scoren op geheugentesten. Hun kortetermijngeheugenprestaties zijn dus beter. Overgewicht heeft geen effect op de scores. In zijn aanbevelingen pleit Leijenaar voor meer aandacht voor lichamelijke opvoeding. 'De nadruk van de overheid ligt nu op taal en rekenen. Mijn resultaten laten zien dat er wel degelijk aandacht en tijd moet worden besteed aan lichamelijke opvoeding. Naast het gezondheidsaspect kan fysieke activiteit de leerprestaties van kinderen mogelijk verbeteren.'
Lex Leijenaar, Effecten van matig intensieve fysieke activiteiten op het korte termijn geheugen van kinderen uit groep 8 van het Nederlandse basisonderwijs. Masterscriptie Open Universiteit, 2014.
Tekst: Bea Ros
Dit artikel is eerder verschenen in de rubriek Onderzoek Kort van Didactief (januari 2015).
8 juni 2015
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven