Pais’ memoires beslaan niet alleen zijn ministerschap van 1977-1981, maar ook zijn prille jeugd als joods jongetje tijdens de Tweede Wereldoorlog en zijn latere loopbaan bij de Europese Investeringsbank. Ik herinner me Pais erg goed, want hij was nog niet lang minister toen ik op zijn ministerie het onderwijsonderzoek mocht gaan aansturen. Hij was een zeer intelligent en eigenwijs bewindspersoon en heeft veel tot stand gebracht. Zo heeft hij onder meer het emancipatiebeleid op de kaart gezet.
Pais kwam op het ministerie van Onderwijs als opvolger van de populaire Van Kemenade en trof een departement aan dat in korte tijd was volgestouwd met veel linkse jongens en enkele linkse meisjes die de onderwijswereld naar linkse idealen wilden inrichten. Elke zaterdag werd dat ondersteund met veel kabaal in het radioprogramma De Rode Haan, waar Jan Nagel toen het hoogste woord voerde. Geen thuiswedstrijd voor een VVD minister.
Het was daarom bijzonder dat Pais toch punten wist te scoren in die niet bepaald VVD- vriendelijke omgeving. Zo verdedigde hij kort na zijn aantreden de noodzaak van de oprichting van een Onderwijsplanbureau in de Eerste Kamer. Hij deed dit zo briljant dat een vergelijking met de redevoeringen van Cicero niet misstaat. Het bureau is er overigens nooit gekomen. Ook waren zelfs de linkse militanten onder de indruk, toen hij in China een gezelschap hoge Chinezen ruim een kwartier in het Chinees toesprak. Niet dat hij het Chinees beheerste, maar langdurige fonetische oefeningen baarden hier taalkunst.
In zijn Omkijken noemt hij dit wel, maar doet er een beetje lacherig over. Valse bescheidenheid? Enige verbazing wekten bij mij zijn inschattingen van de kwaliteit van politici en ambtenaren uit die tijd. Vooral socialisten neemt hij wel zwaar de maat, terwijl een aantal VVD’ers, die in mijn herinnering voortleven als incompetente horken, vrij veel lof krijgen. Tja, het is allemaal maar hoe je er tegen aankijkt.
Ik wil twee persoonlijke voorvallen aan het verhaal van Pais toevoegen. Bij een gesprek met de toenmalige minister voor Wetenschapsbeleid Rinus Peijnenburg, misschien wel de aardigste minister die ooit in Den Haag heeft verkeerd, werd ik opeens zwaar onder vuur genomen. Mijn baas Pais had zijn collega kennelijk een wetenschappelijk instituut overgedragen, hetgeen Peijnenburg als een zeer vriendelijke geste had ingeschat. Toen bleek dat de financiën niet met het instituut waren overgedragen, werd zelfs de vriendelijke Rinus boos. Ik kon hem met moeite van mijn onschuld overtuigen.
Een tweede gebeurtenis haalde destijds even de kranten. Pais, klein van stuk, vegetariër, en gezondheidsfanaat, gebruikte als lunch een sneetje reformkaas en een glaasje water uit de koelkast. Het contrast met zijn CDA staatssecretaris Hermes kon niet groter zijn. De lunch werd hem geserveerd in zijn kamer op de bovengalerij in het toenmalige ministerie aan de Nieuwe Uitleg. Deze zag uit op een grote hal beneden waar de vaderlandse journalistiek was verzameld voor een of ander persgebeuren. Velen kregen de slappe lach toen een van de koffiedame’s luid over de galerij naar een college riep, ‘Heeft het guppie zijn water al gehad’?
Tot slot is Pais in zijn boek ook wel regelmatig een beetje vilein, vooral over de PvdA, waar hij overigens een tijdlang lid van is geweest. Hij citeert bijvoorbeeld Drees jr. die ooit zou hebben gezegd: ‘Wie van honden houdt, fokt honden. Wie van armen houdt, zoals de PvdA, fokt armen.´
Het is te hopen dat meer kopstukken uit het onderwijsbeleid het voorbeeld van Arie Pais volgen. Memoires verrijken de geschiedschrijving en geven extra inzicht in de vraag waarom het onderwijs nu is zoals het is.
Arie Pais, Omkijken, Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, € 24, 95. ISBN 9035139518
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven