Onderzoek

Allochtone meisjes gaan het maken

Tekst Simone Barneveld
Gepubliceerd op 12-05-2005 Gewijzigd op 22-10-2016
Beeld HUMANTOUCHPHOTO
Het zelfstandig leren in het studiehuis vormt geen barrière voor kansarme allochtone en autochtone leerlingen. Zij zijn juist gemotiveerder en leren daarom zelfstandiger en actiever dan anderen. Dat geldt vooral voor allochtone meisjes.

Bij de invoering van het studiehuis vroeg de Tweede Kamer zich af of allochtone leerlingen geen nadeel zouden ondervinden van het zelfstandig leren. Dat is dus niet het geval, zo blijkt uit het onderzoek dat de Universiteit van Amsterdam uitvoerde bij acht havo en vwo-scholen in de hoofdstad. Sekse en sociaal milieu verklaren beter verschillen in leerpatronen dan etniciteit, concluderen de onderzoekers. Meisjes en leerlingen uit een laag sociaal milieu leren meer zelfstandig. Opmerkelijk is het grote verschil tussen allochtone meisjes uit een laagopgeleid milieu en autochtone jongens uit een hoogopgeleid milieu. De eersten leren het meest actief en zelfstandig en zijn zeer gemotiveerd. De jongens leren het minst actief en zelfstandig en zijn ook het minst gemotiveerd. Er is ook een positief verband geconstateerd tussen het zelfstandig leren, of aspecten daarvan, en de leerprestaties. Dit ondanks dat allochtone meisjes lager presteren op een afgenomen woordenschat- en wiskundetest dan autochtone jongens. Maar dat komt waarschijnlijk door de taal- en wiskundeachterstand waarmee allochtone leerlingen het voortgezet onderwijs binnenkomen. Deze achterstand verdwijnt blijkbaar niet tijdens hun schoolloopbaan. Daarom zien de onderzoekers graag dat leerkrachten extra tijd besteden aan taal en rekenen en de leerlingen daarbij meer begeleiding bieden. Verder valt op dat, in tegenstelling tot de gangbare opvatting, de leerwinst iets groter is in zwarte en gemengde scholen dan op witte scholen. En dat geldt zowel voor de allochtone als autochtone leerlingen. Zo zitten goedpresterende allochtone meisjes niet op witte scholen. Ten slotte blijken de leerlingen over het geheel genomen niet zo actief en zelfstandig te leren als misschien gewenst. Bovendien waarderen zij de opdrachten die ze van school krijgen steeds minder. Dat heeft volgens de onderzoekers te maken met de invoering van het studiehuis, ‘in het bijzonder met de introductie van strak regulerende studiewijzers en de massale aanschaf van nieuwe leerboeken met opdrachten die van leerlingen teveel een zelfde voorgestructureerde aanpak verlangen’. De onderzoekers pleiten er dan ook voor om de waardering van leertaken te verhogen door de taken zelf te verbeteren en aan docenten meer ruimte en faciliteiten geven om zelf leuke opdrachten te verzinnen.

S. Blom e.a., Eindrapport Project Zelfstandig leren van allochtone en autochtone leerlingen in het studiehuis 1999-2004. Instituut voor de Lerarenopleiding, Universiteit van Amsterdam. Onderzoek in opdracht van het Adviespunt Tweede Fase, Ministerie van OCW, 2004. 

Click here to revoke the Cookie consent