Onderzoek

Afstandsonderwijs voor thuiszitter?

Tekst Redactie m.m.v. Kohnstamm Instituut
Gepubliceerd op 12-07-2022 Gewijzigd op 13-07-2022
Afstandsonderwijs lijkt veelbelovend voor langdurige thuiszitters. Wet- en regelgeving maakt dit ook goed mogelijk, maar heeft wel meer bekendheid nodig, adviseren onderzoekers.

In de pandemie kón het niet anders: lesgeven vanachter je laptop. Voor jou vast niet favoriet, maar voor sommige leerlingen zo gek nog niet. Bijvoorbeeld omdat ze gebukt gaan onder mentale of lichamelijke problemen, die het lastig maken om naar school te gaan. Het ministerie van OCW wilde daarom weten: zou afstandsonderwijs een tijdelijke oplossing zou kunnen zijn voor thuiszitters - leerlingen die door ernstige problemen lange tijd geen fysiek onderwijs kunnen volgen? Onderzoekers van SEO Economisch Onderzoek, Kohnstamm Instituut en de Erasmus Universiteit keken naar kansen en (juridische) knelpunten van deze aanpak. Ze interviewden zowel scholen als andere initiatieven van afstandsonderwijs (in totaal zes casestudies) en namen vragenlijsten af onder in totaal 25 organisaties die afstandsonderwijs organiseren, inkopen of uitvoeren.

 

Cijfers over thuiszitters

In schooljaar 2020/2021 waren er ruim 12.000 thuiszitters in Nederland: 7083 leerlingen met vrijstelling van de leerplicht onder artikel 5a en 5491 als absoluut verzuimers zonder vrijstelling van de leerplicht. 

 

Volwaardige schooldag

Vrijwel alle bevraagde scholen en aanbieders zien afstandsonderwijs als veelbelovend middel om thuiszitters uiteindelijk weer naar school te krijgen. Ze schatten dat zo’n 80 procent binnen twee jaar kan terugkeren. Wel denken ze dat hybride oplossingen (onderwijs deels thuis, deels op school) nodig zullen blijven.

Basisschoolleerlingen hebben het minste baat bij afstandsonderwijs, geven de scholen aan. Het is lastig om hen digitaal een volwaardige schooldag te bieden. Logisch, als je bedenkt hoe belangrijk nabijheid en sociaal contact in die leeftijdsfase zijn. Leerlingen in het voortgezet onderwijs – met name in de bovenbouw –  zijn er waarschijnlijk wel mee geholpen. Fysiek aanwezig zijn zou voor hen minder moeten uitmaken, vinden de geïnterviewden, het belangrijkste is dat ze de onderwijsdoelen behalen. Hoe de leerlingen daar zelf over denken, weten we helaas niet; zij werden niet in het onderzoek betrokken. (OCW heeft daarover wel contact met hen, blijkt uit deze Kamerbrief).

Binnen de bestaande wet- en regelgeving is afstandsonderwijs meestal goed te organiseren, concluderen de onderzoekers. Maar niet iedereen is op de hoogte van de mogelijkheden, en ze kunnen op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Daardoor zijn er verschillen tussen regio’s. Er is vooral opheldering nodig over Leerplichtwet, de Variawet en bekostigingsvraagstukken. Hieronder vind je een korte uitleg van de twee belangrijkste wetten.

Leerplichtwet

Minder uren les krijgen en op een andere locatie dan school: dit soort uitzonderingen staat de Leerplichtwet toe. Maar als het langer dan twee jaar duurt, moet de leerplichtambtenaar instemmen, de onderwijsinspectie akkoord zijn en moet een school de verantwoordelijkheid nemen (ook in verband met de bekostiging: de leerling moet er ingeschreven staan).

Variawet

De Variawet regelt dat leerlingen langere tijd onderwijs kunnen volgen op een andere locatie (bijvoorbeeld thuis of in een opvangcentrum). Hier heerst nogal wat verwarring over, ontdekten de onderzoekers. Zo interpreteren scholen, samenwerkingsverbanden en gemeenten, leerplichtambtenaren, het ministerie van OCW, aanbieders van afstandsonderwijs en ouders en leerlingen de regels allemaal anders. Zo hebben ze verschillende gedachten over hoe lang de Variawet mag worden gebruikt (wel of niet langer dan een of twee jaar?). Terwijl hier geen wettelijke termijn voor is, en partijen dit onderling met elkaar mogen afstemmen.

Aanbevelingen

De onderzoekers hebben drie adviezen voor OCW:

1.Geef meer voorlichting over de Variawet

Ook adviseren ze dat alle betrokken partijen (schoolbesturen, samenwerkingsverbanden, OCW en inspectie) regelmatig met elkaar om tafel gaan om de wet te evalueren. Dat voorkomt misverstanden in toekomst en zorgt dat de wet overal op dezelfde manier wordt nageleefd.

2. Zorg dat geldpotjes meegaan

Sommige scholen en samenwerkingsverbanden twijfelen of ze hun subsidie mogen gebruiken om afstandsonderwijs bij commerciële partijen in te kopen, ontdekten de onderzoekers. Hier moet opheldering over komen. Daarnaast zou OCW ervoor moeten zorgen dat het budget van de school waar de leerling staat ingeschreven, meegaat naar de locatie waar hij les krijgt (op afstand, of bijvoorbeeld in een centrum voor dagopvang).

3. Leg verantwoordelijkheden beter vast

Bij het organiseren van afstandsonderwijs aan leerlingen zijn veel verschillende partijen betrokken en het is op dit moment niet precies duidelijk wie waar precies verantwoordelijk voor is. Wie bewaakt bijvoorbeeld de kwaliteit van het onderwijs? De onderzoekers stellen een ‘tripartite overeenkomst’ voor, een soort contract tussen drie partijen: schoolbestuur, ouders en aanbieders/initiatieven van afstandsonderwijs, waarin verantwoordelijkheden duidelijk worden omschreven. OCW zou zo’n model moeten ontwikkelen.

 

Afstand overbruggen, inventarisatie van knelpunten bij afstandsonderwijs voor thuiszitters- absoluut of relatief verzuim.  Van der Berg, E., Van Binsbergen, M., Krepel, A. en Huisman, P. (2021)

Click here to revoke the Cookie consent