Nieuw onderzoek van de Radboud Universiteit levert goede munitie voor wetenschappers uit het eerste kamp: het toont aan dat bepaalde genen het risico op ADHD kunnen vergroten.
Onderzoekers werkten met collega’s in diverse landen samen en vergeleken 20.000 mensen mét en 35.000 mensen zonder ADHD. Hieruit kwamen twaalf ‘variaties’ op het DNA tevoorschijn: mensen met deze genvariaties hebben een groter risico om de aandoening te krijgen. De twaalf genen spelen echter een bescheiden rol in het ontstaan van ADHD, benadrukken de onderzoekers. De vondst is ‘nog maar het topje van de ijsberg’. Naar schatting zijn er wel duizenden genen betrokken.
Leraren die hun leerlingen met ADHD willen helpen, kunnen ondertussen vasthouden aan de adviezen waar gelukkig alle wetenschappers het wel over eens zijn: bied in de klas structuur en rust, stel duidelijke regels, geef leerlingen met ADHD eventueel extra ruimte voor beweging en blijf vooral belangstelling tonen in wat er in je leerling omgaat. Een uitgebreid overzicht van tips van onderzoekers vind je in het nieuwe nummer van Didactief (december 2018): Alles op een rij over leerlingen met ADHD. Dat is alweer de laatste aflevering van de artikelenreeks ‘Alles op een rij’, dus mis ‘m niet.
Je kunt alle afleveringen van ‘Alles op een rij’ nalezen op de website van Didactief of in de bundels die in 2017 en 2018 zijn verschenen bij Ten Brink Uitgevers:
Alles op een rij voor het basisonderwijs, deel I
Alles op een rij voor het basisonderwijs, deel II
Alles op een rij voor het voortgezet onderwijs
1 Alles op een rij over… ADHD
2 Adhd ziekte van de maatschappij?
3 Medisch bewijs voor adhd
4 ADHD-medicatie
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven