Onderzoek

‘Achmed kan het toch niet’

Tekst Linda van den Bergh
Gepubliceerd op 30-01-2009 Gewijzigd op 04-11-2019
Beeld Rob Niemantsverdriet
Leerkrachten verwachten weinig van hun allochtone leerlingen. En dat is lang niet altijd terecht, maar het heeft wel invloed. Opletten dus, want vooroordelen van meester of juf hebben effect op de prestaties van leerlingen.

In elke onderwijssituatie is het onvermijdelijk: een leerling wekt verwachtingen bij zijn leerkracht. Dit hoeft geen probleem te zijn zo lang die verwachtingen accuraat zijn. Dus gebaseerd op de feitelijke prestaties en kenmerken van iedere individuele leerling. Anders wordt het als de verwachtingen over individuele leerlingen gebaseerd zijn op een mening over een bepaalde groep en onterecht laag zijn. Dat laatste kan gelden voor allochtone leerlingen: omdat de leerkracht een negatief beeld heeft over allochtonen in het algemeen, zijn de verwachtingen over Achmed of Fatima niet hoog. Juist dan kunnen deze verwachtingen de leerprestaties beïnvloeden. Dat een leerkracht lage verwachtingen heeft, merken de leerlingen. Meestal gaat dit onbedoeld: leerkrachten stralen minder ‘warme’ non-verbale signalen uit, bieden kwalitatief minder goede feedback of bieden minder uitdagende leerstof aan.

De volgende vragen rondom dit thema zijn onderzocht: Worden de verwachtingen die leerkrachten van individuele allochtone leerlingen hebben, beïnvloed door hun houding tegenover allochtonen in het algemeen? Geven ze daardoor ook andere cijfers? Heeft de houding van leerkrachten ook invloed op de Cito-scores van  allochtone leerlingen?

 

Schrijfopdracht

Uit het onderzoek blijkt dat leerkrachten over het algemeen inderdaad lagere verwachtingen hebben van allochtone leerlingen. Deze groep leerlingen doet het feitelijk ook minder goed op school dan hun autochtone leeftijdgenoten, dus het is voor een deel terecht dat leerkrachten hun capaciteiten lager inschatten. Echter, wat blijkt, leerkrachten hebben nog lagere verwachtingen van hun allochtone leerlingen naarmate zij negatiever denken over allochtonen in het algemeen. Ook geven ze hen in dat geval lagere cijfers. Leerkrachten die neutraal staan tegenover allochtonen maken geen verschil op basis van etniciteit in de cijfers die zij allochtone en autochtone leerlingen geven voor een schrijfopdracht. Maar hoe negatiever de houding van de leerkracht, hoe groter het verschil in cijfers voor allochtone en autochtone leerlingen, ten nadele van de eersten.

Eenzelfde beeld wordt gevonden voor scores op de Cito-toetsen rekenen en begrijpend lezen. Hoewel allochtone leerlingen over het algemeen lagere scores halen dan autochtone leerlingen, is dit verschil in scores groter, naarmate de leerkracht een negatievere houding tegenover allochtonen heeft.

 

Feilloos opgepikt

Het kan dus nadelige gevolgen voor leerlingen hebben wanneer een leerkracht zijn of haar beeld laat bepalen door een enkel kenmerk, zoals etniciteit of sociaal-economische achtergrond. Leerlingen kunnen zich gaan gedragen naar de lage verwachtingen, minder gemotiveerd worden en slechter gaan presteren. Dit werkt zelfs door op Cito-scores en kan de schoolloopbaan van de leerling nadelig beïnvloeden.

Wanneer een leerkracht negatief denkt over bepaalde groepen, dan is het belangrijk dat hij of zij zich bewust is van de effecten hiervan op individuele leerlingen uit deze groepen. Ook als een leerkracht zijn best doet om de negatieve houding te verbergen, kunnen vooroordelen toch feilloos worden opgepikt door leerlingen. Zij merken bijvoorbeeld verschillen in non-verbaal gedrag van de leerkracht tijdens interacties met verschillende leerlingen. Gedrag zoals lichaamshouding, toon van de stem en gezichtsuitdrukking maken de houding zichtbaar. Verder geven leerkrachten leerlingen waarvan ze lage verwachtingen hebben bijvoorbeeld minder vaak de beurt bij moeilijkere vragen of ze bieden hun minder uitdagende taken aan.

Een leerkracht die van zijn vooroordelen af wil, zou de volgende dingen kunnen proberen:

  • Neem kennis van de problemen die vooroordelen met zich meebrengen.

  • Sta kritisch tegenover je eigen ideeën en beelden van leerlingen.

  • Lees en leer over de betrokken groep, probeer jezelf te verplaatsen in hun positie.

  • Praat regelmatig met deze mensen: door dialoog kan meer begrip ontstaan en de houding positiever worden.

Als het onderwijs allochtone leerlingen daadwerkelijk gelijke kansen wil bieden, is het noodzakelijk vooroordelen kwijt te raken en verwachtingen te baseren op het individuele kind.

 

L. van den Bergh, Teachers’ implicit racial attitudes: Relations with teachers’ expectancies and ethnic minority students’ academic achievement. Master’s thesis, Radboud Universiteit Nijmegen 2008. Met medewerking van Rob Holland en Rinus Voeten.

Dit artikel verscheen in Didaktief, januari-februari 2009.

Click here to revoke the Cookie consent