Onderzoek

Aandacht voor schrijven in de vaklessen

Tekst Jannet van Drie en Talita Groenendijk
Gepubliceerd op 20-06-2016 Gewijzigd op 25-02-2021
Beeld Human Touch Photography
Slecht geformuleerde zinnen, zonder verband of met onvoldoende uitleg. Herkenbaar voor veel docenten uit de mens- en maatschappijvakken. Vijf tips om leerlingen betere teksten te laten schrijven.

‘Maar u begrijpt toch wel wat ik bedoel, mees?’ Dit soort reacties horen docenten regelmatig als ze een proefwerk teruggeven. En ja, met een beetje (of soms veel) goede wil begrijp je wel wat de leerling bedoelt, maar staat het er ook? Bij de mens- en maatschappijvakken moeten leerlingen veel schrijven. Inhoudelijke kennis, begrip en vakspecifiek redeneren worden doorgaans getoetst door het schrijven van kortere en langere teksten, bijvoorbeeld antwoorden op toetsvragen, essays of werkstukken. Bij Nederlands leren leerlingen verschillende tekstsoorten schrijven zoals een betoog of een beschouwing, maar deze kennis gebruiken ze vaak niet bij andere vakken. Daarnaast worden bij teksten voor bijvoorbeeld economie of geschiedenis ook andere, vakspecifieke eisen gesteld. Hoe schrijf je een goede verklaring bij economie en aan welke eisen moet een vergelijking voldoen bij maatschappijleer? Docenten uit de m&m-vakken besteden nauwelijks aandacht aan schrijfdidactiek. Hoe kun je aandacht aan schrijfvaardigheid geven, zo dat het in samenhang met vakspecifiek denken ontwikkeld wordt?

Hieronder bespreken we kort de vijf ontwerpprincipes en geven we steeds een voorbeeld.

1. Strategie-instructie

Leer leerlingen stapsgewijs een strategie aan voor het plannen van een tekst of de structuur van een tekst (eerst inleiding met daarin…, dan alinea waarin...,).

Strategie-instructie kent een aantal stappen: achtergrondkennis over de strategie activeren; bespreken en modelleren van de strategie (hardop denkend voordoen door de docent); onthouden en ondersteunen van de strategie (bijvoorbeeld samen oefenen); zelfstandig gebruik van de strategie. Zo heeft een docent geschiedenis achter de computer en hardop denkend voorgedaan hoe hij een argumentatieve brief zou schrijven. Door te benoemen hoe hij de taak aanpakt (‘Ja, en als ik dan een paar zinnen geschreven heb, dan lees ik het nog weer eens door of er geen gekke dingen instaan.’) krijgen leerlingen meer inzicht in het schrijfproces en op de dingen waar ze op moeten letten tijdens het schrijven.

Genre-specifieke teksten
In het door het NRO gefinancierde project Bevorderen van genre-specifieke teksten schrijven in de mens- en maatschappijvakken zijn twaalf docenten en twee onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam aan de slag gegaan met de vraag: hoe aandacht te geven aan schrijfvaardigheid, op zo’n wijze dat het in samenhang met vakspecifiek denken  ontwikkeld wordt? De onderzoeksperiode liep van juni 2014 tot en met januari 2016. Op basis van een literatuurstudie zijn vijf principes geselecteerd voor het ontwerpen van geïntegreerde schrijf- en vaklessen. De focus lag op vergelijkende, verklarende of argumenterende teksten. Op basis van deze ontwerpprincipes hebben docenten voor hun eigen klas (variërend van brugklas tot 6 vwo) lessen ontworpen. Deze lessenseries zijn uitgevoerd en geëvalueerd. Uit het onderzoek bleek dat de kwaliteit van de teksten van leerlingen door de lessen vooruit is gegaan, ten opzichte van teksten die zij voorafgaand aan de lessenserie schreven, maar ook ten opzichte van klassen die dezelfde opdracht maakten, zonder de schrijfinstructie-lessen. / JvD, TG

2. Voorbeeldteksten

Door het bestuderen van voorbeeldteksten krijgen leerlingen zicht op de eisen waaraan een goede tekst moet voldoen. Deze kennis kunnen ze vervolgens toepassen in hun eigen teksten. Leerlingen krijgen een concreet beeld van hoe een tekst er uit moet komen te zien. Je kunt hiervoor gebruik maken van teksten van experts, zoals van een filosoof of een socioloog. Het is ook goed mogelijk om teksten van leerlingen zelf te gebruiken. Een docent geschiedenis liet leerlingen eerst een vergelijking maken tussen de VOC en de WIC. De volgende les projecteerde hij twee antwoorden op het scherm en vroeg de klas na te denken over de vraag welk antwoord nu het beste was en waarom. Op basis daarvan is een stappenplan voor het beantwoorden van vergelijkende vragen gepresenteerd en hebben leerlingen hiermee geoefend.

3. Prewriting

schrijvenMet prewriting bedoelen we het schrijfproces dat vooraf gaat aan het echte schrijven van de tekst, zoals het genereren, selecteren en/of ordenen van ideeën of inhoud. Dit kan bijvoorbeeld door een schema te maken. Het schema werkt dan als een soort extern werkgeheugen, waardoor er meer ruimte overblijft om zich op het schrijven te richten. Leerlingen uit de brugklas moesten bij aardrijkskunde bijvoorbeeld leren een vergelijking te maken tussen twee landen. Eerst liet de docente ze een schema invullen, waarin ze de landen konden vergelijken op dimensies als landschap, klimaat en bevolking. Daarna gingen de leerlingen de tekst schrijven, waarbij ze gebruik konden maken van hun schema.

4. Interactie

Het is zinvol om leerlingen bij het schrijven te laten samenwerken en te laten praten over de tekst. Zo kregen leerlingen filosofie de opdracht om elkaars teksten na te kijken met behulp van een rubric. Ook moesten ze tips voor verbetering van de tekst opschrijven en met elkaar bespreken. Als leerlingen de rollen van lezer en schrijver wisselen, dan worden ze zich bewust van het publiek waarvoor ze schrijven. Een ander voordeel ligt in het bespreken van de inhoud van de tekst: het elkaar aanvullen, vragen stellen, of tegenargumenten geven. Bijvoorbeeld door het verdedigen van het eigen standpunt of het aanhoren van andere standpunten en argumenten verwerkt de leerling de stof dieper. Een voordeel is dat in de mens- en maatschappijvakken vaak sprake is van meerdere standpunten en/of perspectieven.

5. Authentieke taken

Geef leerlingen ‘authentieke´ of ‘levensechte’ taken, waardoor direct duidelijk is wat het doel van de tekst is en wie de tekst gaat lezen. Voorbeelden: meneer en mevrouw Rutten twijfelen erover naar welk land ze op vakantie willen gaan, als medewerkers van het reisbureau kunnen leerlingen een vergelijking tussen land X en Y maken. Of laat ze een artikel voor een krant schrijven waarin ze een verklaring geven voor economisch verschijnsel Z.

 

Jannet van Drie, Talita Groenendijk e.a. ‘Genrespecifiek schrijven in de mens- en maatschappijvakken. Negen lesontwerpen onderzocht.’ Amsterdam, 2016, Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken. Verkrijgbaar via www.expertisecentrum-mmv.nl. Op deze site zijn onder het tabblad Project Schrijven lesmaterialen, beschrijvingen en video’s van het project te bekijken.

Dit artikel verscheen in Didactief, juni 2016.

Verder lezen

1 Schrijfvaardigheid: steviger basis nodig

Click here to revoke the Cookie consent