Onderzoek

Schrijfvaardigheid: steviger basis nodig

Tekst Herman Franssen en Marleen van der Lubbe
Gepubliceerd op 04-03-2021 Gewijzigd op 14-04-2021
Beeld Patricia Rehe/ANP
Leraren lijken onvoldoende toegerust voor effectief schrijfonderwijs. Leerlingen zitten gemiddeld nog op hetzelfde lage niveau als tien jaar geleden.

Tienduizenden leerlingen verlaten het basisonderwijs zonder stevig fundament voor schrijven, in het sbo ligt dit aantal nog veel hoger. Dat blijkt uit een peiling onder regie van de inspectie (zie kader). En dat terwijl schrijfvaardigheid belangrijk is voor de cognitieve ontwikkeling en een voorwaarde om deel te nemen aan de maatschappij. Toch staat schrijven in de schaduw van bijvoorbeeld lezen.

De commissie-Meijerink, die in 2009 referentieniveaus opstelde, schatte destijds dat driekwart van de leerlingen op het einde van de basisschool 1F zou kunnen halen en de helft 1S/2F. De commissie sprak daarnaast ambities uit: minimaal 85% van de leerlingen zou 1F moeten gaan beheersen en 65% 1S. Maar de schrijfprestaties blijken hiervan nog ver verwijderd. Ongeveer driekwart (73%) van de leerlingen in het basisonderwijs behaalt 1F (in het sbo 33%), bij 1S/2F blijft dat steken op 28% (sbo 9%). De leesvaardigheid in groep 8 ligt aanzienlijk hoger (98 en 78%).

 

Vergeleken met 2009 blijkt er in beide schooltypen gemiddeld nagenoeg geen verschil in de schrijfprestaties: leerlingen zitten op een vergelijkbaar niveau als destijds.

 


Bron: Peil.Taal en rekenen einde basisonderwijs 2018-2019 (2020)
 


Communicatief of correct?

Bevraagde leraren zeggen vooral de communicatieve en expressieve functie van schrijven belangrijk te vinden (boodschap overbrengen, gevoelens en ideeën uiten). De functies ‘leren door te schrijven’ (zie ook pagina 39, red.) en ‘correcte teksten leren schrijven’ maken veel minder deel uit van hun visie. Toch gaat in de lespraktijk hun aandacht vooral uit naar de verzorging: ze leggen in hun lesdoelen de meeste nadruk op correct taalgebruik en de minste op doel- en publieksgericht schrijven. Ook richten ze zich in hun instructie meer op het product (bijvoorbeeld correct taalgebruik) dan op het proces (zoals plannen). Leraren laten hun leerlingen wel veel verschillende soorten teksten schrijven, waarbij ze het vaakst om een spannend of grappig verhaal of een verslag van een activiteit of belevenis vragen.

Vooral door rond te lopen tijdens schrijfopdrachten en te observeren vormen leraren zich een beeld van de schrijfvaardigheid. Teksten van leerlingen beoordelen ze vooral via een totaaloordeel, bijvoorbeeld een cijfer. Zelden beoordelen ze afzonderlijke aspecten zoals inhoud of opbouw. Ook beoordelingsschalen of rubrics zijn nauwelijks ingeburgerd. Leraren noemen de beoordeling, monitoring en evaluatie van de ontwikkeling van leerlingen het lastigste aspect van schrijfonderwijs.

Leerlingen bevestigen dat de feedback vooral gaat over correctheid (zoals taalgebruik, spelling, handschrift) en minder over inhoud (opbouw, samenhang, stijl).
 

Referentieniveau
geeft leraar nog   
te weinig grip


Basisvaardigheid

De focusgroep met dertien experts die de resultaten kreeg voorgelegd, concludeert dat leraren onvoldoende toegerust lijken om effectief schrijfonderwijs te verzorgen. Er zijn weinig instrumenten die zicht geven op het schrijfvaardigheidsniveau. Dat bemoeilijkt ook de urgentie om met eventuele tegenvallende resultaten aan de slag te gaan. De focusgroep pleit voor meer aandacht voor schrijfvaardigheid op scholen, maar ook bij besturen, in de lerarenopleidingen en in nascholing. Leraren moeten beter worden toegerust, beter geïnformeerd over effectieve schrijfdidactieken en moeten kunnen beschikken over instrumenten om de beheersing van de referentieniveaus schrijfvaardigheid in kaart te brengen en te volgen.


Ook hebben leraren meer ondersteuning nodig bij het opstellen van doelen, want de referentieniveaus geven hun onvoldoende handvatten. Schrijven en lezen, zo merkt de focusgroep op, zijn essentiële vaardigheden die elkaar kunnen versterken. Curriculum.nu biedt mogelijk kansen om beide in samenhang aandacht te geven, voor een betere geletterdheid.

De inspectie onderschrijft deze aanbevelingen. Schrijfvaardigheid behoort samen met lezen, mondelinge taalvaardigheid, rekenen-wiskunde en sociale en maatschappelijke competenties tot de basisvaardigheden. Om goed zicht te krijgen op de prestaties en het onderwijs in de basisvaardigheden, heeft de inspectie deze voor de komende jaren als speerpunt aangemerkt.
 

Peil.Schrijfvaardigheid

De peiling van de inspectie geeft zicht op de schrijfvaardigheid van leerlingen in het laatste jaar van het (speciaal) basisonderwijs. Het onderzoek vond plaats in schooljaar 2018-2019 op 95 basisscholen (2.438 leerlingen) en 38 sbo-scholen (920 leerlingen). De leerlingen voerden schrijftaken uit; hun teksten werden beoordeeld op communicatieve effectiviteit op basis van opbouw, formulering en inhoud, en vergeleken met de beheersingsdoelen van referentieniveaus 1F en 1S/2F. Sommige schrijftaken waren ook in de peiling van 2009 afgenomen, wat een vergelijking mogelijk maakte.

Vragenlijsten voor directies en leraren en interviews met leraren en leerlingen brachten in beeld hoe scholen hun schrijfonderwijs inrichten en wat de houding van leerlingen en leerkrachten is. Daarnaast werd op elke school een schrijfles geobserveerd.


Peil.Schrijfvaardigheid einde (speciaal) basisonderwijs 2018-2019. Inspectie van het Onderwijs, 2021.


Dit artikel verscheen in Didactief, maart 2021

Verder lezen

1 Slim schrijven: met de hand
2 Aandacht voor schrijven in de vaklessen

Click here to revoke the Cookie consent