Onderzoek

9 tips om vernieuwing vast te houden

Tekst Hilde Wierda-Boer en Marloes de Lange
Gepubliceerd op 07-04-2020 Gewijzigd op 08-04-2020
Projectleider weg, subsidie op en alles bleef zoals het was. Dat lot treft nogal wat vernieuwingen. Zo niet bij deze vijf mbo-instellingen: wat verklaart hun succes?

Successcholen
 

Twaalf mbo-instellingen wisten succesvol en duurzaam te vernieuwen binnen een innovatieregeling (160 deelnemers) van Het Platform Beroepsonderwijs. Met vijf daarvan zoomden we in op hun succes:

  • Alfa-college (Groningen/Drenthe/Overijssel): ReCoMa-lab. Studenten en docenten van verschillende opleidingen werken met NHL Stenden en regionale bedrijven samen.

  • Mbo Amersfoort: Onderwijs in Bedrijf. Studenten volgen onderwijs in een echt bedrijf, bijvoorbeeld leerhotel Het Klooster.

  • Da Vinci College (Dordrecht): hybride leeromgeving in de Duurzaamheidsfabriek. In dit innovatief technologische centrum werken studenten van het Da Vinci en de Rotterdam Academy wekelijks samen aan opdrachten, onder begeleiding van mbo- en hbo-docenten.

  • Roc Mondriaan (Zuid-Holland): (Extra) STRONG. In dit samenwerkingsverband (onderwijs, zorg en welzijn, regio Haaglanden) doen studenten en werkveld nieuwe ervaringen op.

  • Mediacollege (Amsterdam): Practoraat Sociale Media (inmiddels Mediawijsheid), naar analogie van lectoraten in het hbo. Studenten van verschillende mbo-instellingen onderzoeken samen met docenten hoe sociale media het onderwijs kunnen verbeteren.

 

‘We hebben wel een idee, maar het blijft hangen bij gepraat bij het koffieapparaat.’ Amersfoort, september 2017. Vijf mbo-instellingen zitten om de tafel. De scholen zijn volgens auditcommissies en evaluaties van Het Platform Beroepsonderwijs bij uitzondering in staat gebleken hun onderwijs duurzaam te vernieuwen (zie kader hieronder). Toch hebben ze er weinig zicht op hoe ze dat gelukt is. Om het geheim van de smid te achterhalen, hielden we interviews met 63 betrokkenen en drie werkplaatsbijeenkomsten om nog wat dieper te graven. Het leverde negen succesfactoren op.

Elk van de vijf scholen kent zijn eigen accenten. Voor projectleider Anna Veeneman-Aukema (Alfa-college) zit het succes vooral in sterke relaties: ‘We hebben buddy’s: koppels van docenten (voorlopers) en “gewone” docenten (volgers), en koppels van docenten en bedrijvenpartners. Deze verkennen de regionale, sociaal-maatschappelijke innovatievraagstukken. Dat leidde onder andere tot een 24/7-servicebalie op een vakantiepark, ingericht door studenten. Ook werden op het park huisjes aangepast, zodat mensen met een zorgvraag op vakantie kunnen.’

Projectleider Rita Rutten van het Da Vinci College legt uit dat ruimte bieden het meest oplevert: ‘Het is belangrijk dat er ontmoetingen zijn tussen bedrijfsleven en onderwijs op verschillende niveaus, van student tot bestuur. Docenten moeten hier op tijd bij betrokken worden en tijd krijgen voor de ontwikkeling.’ Wat de vijf mbo-instellingen gemeen hadden, waren de volgende negen punten.

1. Sluit aan bij praktijk en actualiteit
Roc Mondriaan bijvoorbeeld ontwikkelt met regionale zorg- en welzijnsinstellingen innovatieve kennis en ervaringen voor studenten. Samen ontwikkelen ze een visie en werkwijze om het onderwijs zo goed mogelijk te laten aansluiten op de veranderende arbeidsmarkt.

2. Een sterke basis
Op mbo Amersfoort is wekelijks overleg tussen docenten en instructeurs uit het bedrijfsleven die studenten begeleiden, waarin ‘gewoon gezegd wordt wat we denken en waarin we elkaar kunnen vinden’, zoals manager Esther Binnekamp zegt. ‘Belangrijk is dat partners open zijn over wat ze komen halen, dat ze elkaars expertise erkennen en elkaar niet als concurrent zien.’

3. Gewoon samen ‘doen’
Vernieuwen is een kwestie van beginnen. Fouten maken hoort erbij, vier successen en deel de opgedane kennis. Het Alfa-college organiseerde hiervoor een zomertour langs bedrijvenpartners. Zulke initiatieven werken als een katalysator voor de samenwerking.

4. Geef niet op!
Ook lef helpt. Mbo Amersfoort koos voor een onorthodoxe constructie van onderwijs buiten de school en moest menigeen overtuigen. Het Mediacollege werd genegeerd, uitgelachen en aangevallen op vorm en inhoud toen het de boer op ging met sociale media. Projectleider Jorick Scheerens: ‘Maar vanuit het College van Bestuur was er steeds vertrouwen. Dat gaf ruimte om door te zetten.’
Niet alle medewerkers staan te trappelen bij innovaties, bleek bij mbo Amersfoort: ‘Docenten ervaren het soms als bedreigend als een deel van hun onderwijs uitbesteed wordt,’ aldus Bert van Wede, directeur Onderwijsbedrijven van dit mbo. Ontwikkelingen moeten soms opgelegd worden. En bij nieuwe deelnemers kost het tijd om hen erbij te trekken.

5. Drijvende krachten
Een zichtbare projectleider, die bruggen slaat tussen onderwijs en werkveld, is cruciaal. De vijf mbo-instellingen ervoeren hen als onmisbare pijlers. Ook een enthousiaste voorhoede van docenten en steun vanuit het management en bestuur bleken bepalend (zie ook punt 4).

6. De kracht van de relatie
Nauwer contact, bijvoorbeeld door wekelijkse overlegmomenten of kennisbijeenkomsten tussen bedrijven en school, blijkt meer onderling plezier en vertrouwen te scheppen. Zorgmanager Jenny Hoogland (partner van roc Mondriaan) zegt bijvoorbeeld over het woord ‘dossier’: ‘Er werd gesproken over het kwalificatiedossier. In onze zorginstelling praten we ook over dossiers, maar dat is het dossier van de bewoner of cliënt. Dan zit je dus met een heel ander beeld aan tafel. Je moet eerst elkaars taal begrijpen.’

7. Blijf op koers
Het hielp de mbo-instellingen de vernieuwing bestuurlijk te borgen in een strategisch plan, zodat alle organisatielagen, van docent tot bestuur, de visie delen. ‘Je kan een enthousiaste professional of een bevlogen docent hebben, maar uiteindelijk heb je bestuurlijke commitment nodig voor een effectieve en duurzame samenwerking,’ aldus projectleider Scheerens (Mediacollege).

8. Nieuwe hrm-strategie
Rollen veranderen door innovatie – een docent wordt bijvoorbeeld meer coach of procesbegeleider. Bij het Da Vinci College gaat al het personeel, van directeur tot secretaresse, jaarlijks een week naar een bedrijf, ministerie of een andere school om informatie op te halen rond een vraag die ze willen beantwoorden. Het team deelt de ervaringen met elkaar en bekijkt de volgende stap. Bovendien is in het jaargesprek aandacht voor innovatief gedrag.

9. Schoolleider: bied ruimte
Door kaders en richting te geven (in plaats van sturen of bepalen), geef je als schoolleider medewerkers de ruimte. Toon begrip als medewerkers moeten wennen aan hun nieuwe rol, regel ontmoetingen met de praktijk en ruim hiervoor tijd in. Schoolleider Marco Boeren (roc Mondriaan): ‘Wij boden docenten extra snelle mogelijkheden om bij projecten betrokken te raken en dat heeft heel stimulerend gewerkt. Bijvoorbeeld bij het opzetten van studentenwijkteams in de thuiszorg.’

 

Samen in gesprek
 

De ervaringen van de scholen zijn gebundeld in de Duurzame InnovatieTool (DIT). Met het DIT-kaartspel kun je met collega’s, studenten en partners aan de hand van de negen kernprincipes in gesprek gaan over hoe je met elkaar samenwerkt om te vernieuwen. Waarin sta je sterk als samenwerkingspartners, waar is ruimte voor verbetering en hoe pak je dat aan?


Aan de slag met DIT (kaartspel, placemat, poster): han.nl/verbindendvernieuwen.


Hilde Wierda-Boer, Marloes de Lange en Frans de Vijlder, Verbindend vernieuwen. Hoe interne en externe samenwerking bijdraagt aan het verduurzamen van onderwijsinnovaties in het mbo. HAN University of Applied Sciences/Kenniscentrum Publieke Zaak (NRO-projectnummer 40.5.18500.002), 2020. 
Hilde Wierda-Boer en Marloes de Lange zijn als (senior) onderzoeker werkzaam bij HAN University of Applied Sciences.


Dit artikel verscheen in Didactief, april 2020. 
In de papieren editie staat bij tip 7 vermeld dat Jorick Scheerens werkt bij mbo Amersfoort, maar dat moet zijn: Mediacollege.

Click here to revoke the Cookie consent