Interview

3 vragen aan Monique Hoogduin

Tekst CED-Groep
Gepubliceerd op 30-04-2013 Gewijzigd op 25-08-2017
Monique Hoogduin is manager CED-Groep voortgezet onderwijs en senior adviseur.

Uit onderzoek (John Hattie, 2004) blijkt dat de docent van groot belang is om de opbrengsten van het onderwijs te vergroten. Hoe helpen jullie vo-scholen daarbij?

‘In onze begeleidingstrajecten gaan we uit van vragen als: Hoe geeft de docent instructie? Op welke wijze vindt de feedback plaats? Hoe werk je gericht aan  uitdagende leerdoelen? We bekijken waar winst te halen valt op het gebied van effectief pedagogisch-didactisch handelen. Vervolgens bepalen we met schoolleiding en team, wat we willen bereiken en hoe. We stellen een schoolspecifieke observatielijst op. Een document waarmee je over onderwijs kunt praten en het gedrag van docenten kunt sturen. Hiermee begeleiden we docenten in hun lespraktijk en werken we volgens de oplossingsgerichte aanpak: nauw aansluiten bij wat al goed gaat en effectief.

Waarom zijn jullie interventies langdurig houdbaar?

‘Door een structuur en een oplossingsgerichte aanpak in de school te implementeren. Bij ons vertrek gaan de bijeenkomsten en de observatie- en
feedbackrondes volgens de oplossingsgerichte aanpak door. Om dit voor elkaar te krijgen, leiden we in de begeleidingstrajecten, naast de docenten ook schoolleiders
op die lessen leren observeren en op basis daarvan bepalen hoe de docent betere opbrengsten kan behalen. Met onze handreikingen zijn docenten relatief weinig tijd kwijt aan observaties en het voeren van gesprekken. Ook leiden we coaches op die met de onderwijsadviseurs meelopen tijdens de observatieen feedbackrondes en oefenen met de teams op school. Op die manier beklijft de opgedane kennis na afronding van het traject.’

De focus van de CED-Groep ligt op effectief pedagogisch en (vak)didactisch handelen. Valt er voor scholen die dit al goed doen, nog iets te leren?

‘Zeker. Deze scholen kunnen nog veel winst boeken door het leerstofaanbod beter
op de leerbehoefte van de leerling af te stemmen. Nu bepaalt de zwakste leerling
vaak het tempo van de les. De goede of excellente leerlingen worden onvoldoende
uitgedaagd en zitten passief in de klas. Je hebt data nodig om tot een passend leerstofaanbod te komen. Helaas zijn er in het voortgezet onderwijs nog geen methodeonafhankelijke toetsen voor alle vakken. De rapportcijfers van de docenten zijn het uitgangspunt. De school kan de opbrengsten verhogen door secties te helpen goede toetsen te maken. Docenten kunnen deze toetsen gebruiken voor goede determinatie en om te bepalen wat leerlingen nodig hebben aan leerstofaanbod.’

Dit artikel is onderdeel van de Didactief-special Vaardig voor de groep (april 2013), die tot stand is gekomen in opdracht en met financiële bijdrage van CED-groep.

Verder lezen

1 Vaardig voor de groep

Click here to revoke the Cookie consent