In tegenstelling tot wat toenmalig minister Van Bijsterveldt en voorzitter van de HBO-raad Doekele Terpstra beweerden bij invoering van de kennisbasistoets in 2010 verhoogt deze toets geenszins de kwaliteit van het onderwijs of van toekomstige leraren. Sterker nog: het heeft vooral negatieve gevolgen, hetgeen ik in de afgelopen jaren merkte tijdens het afronden van mijn studie voor docent Engels.
Bij invoering is bepaald dat de kennisbasistoets door alle studenten aan hogescholen met een voldoende moet worden afgerond. In het geval van Engels bestaat die kennisbasis uit een hoop grammatica en een vrij lange lijst van culturele en historische wetenswaardigheden.
Niet verkeerd voor een aankomend docent Engels om te weten, zult u denken. Echter, het gedeelte culturele wetenswaardigheden betreft enkel informatie over Engelssprekende landen, te weten de VS, Canada, de landen binnen het Verenigd Koninkrijk, Australië en Nieuw-Zeeland. Kennis van cultuur van deze landen kan nuttig zijn, want, zo vertellen ook de handboeken over moderne vreemdetalenonderwijs, culturele kennis vergroot iemands communicatieve vaardigheid.
Maar waarom dan alleen deze focus op Engelssprekende landen? Immers, verreweg de meeste Engelssprekende mensen op deze aardbol wonen buiten de inner circle van landen waarin Engels de eerste taal is. Is het daarom niet belangrijker aanstaande docenten (en vervolgens leerlingen in het middelbaar- en basisonderwijs) voor te bereiden op het omgaan met de culturele verschillen van al die andere mensen die Engels gebruiken?
Natuurlijk is dat zo, schrijft de Council of Europe in een rapport dat al uit 2002 stamt: 'The foundation of intercultural competence is in the attitudes of the intercultural speaker and mediator'. Het rapport geeft weliswaar aan dat 'some factual knowledge' over doeltaallanden nodig is, maar daarop ligt zeker niet de nadruk. Sterker, in het geval van een lingua franca bestaan er geen doeltaallanden meer. Hoe zinvol zijn feiten en begrippen dan nog als we leerlingen zo goed mogelijk met zo veel mogelijk mensen willen leren te communiceren?
De ontwikkeling waarin toetsbare stof de inhoud van het curriculum gaat dicteren ten koste van andere, vaak minder makkelijk te toetsen vaardigheden heet curriculum narrowing, treffend beschreven door de Amerikaanse hoogleraar Yong Zhao. Dit is het voornaamste nadeel van de invoering van de kennisbasis en bijbehorende toets. De verplichte waslijst aan feitenkennis laat te weinig ruimte aan de ontwikkeling van interculturele competenties. Het is weliswaar makkelijker studenten te vragen een bepaalde Amerikaanse president te herkennen, de auteur van Dracula te benoemen of de hoofdstad van Texas te kiezen, maar de kennisbasistoets verhindert op deze manier een zinvolle discussie over en bijdrage aan de rol van cultuur in het curriculum van de lerarenopleiding Engels. En dat is zonde.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven