Spijt van de profielkeuze

Tekst Marieke Snippe
Gepubliceerd op 03-02-2021
Beeld Talitha Visser
Regelmatig krijgen leerlingen spijt van hun profielkeuze. Marieke Snippe onderzocht hoe vaak dit op haar school voorkwam en wat de redenen waren.   

Jens staat aan mijn tafel. Hij zit in havo4 en heeft een groot probleem: biologie gaat voor geen meter. ‘Ik krijg de stof gewoon niet in mijn hoofd. Het vak is zo anders dan in de 3e. Ik denk echt: wat is dit? Het voelt heel scheikundig en wiskundig. Zó moeilijk, niet te doen voor mij! Mag ik ook nog van vak wisselen?’

Jens is niet de enige die in de bovenbouw spijt krijgt van zijn profielkeuze. Jaarlijks komen verschillende leerlingen met een wisselverzoek bij de decaan. Deze wisselingen zijn een lastig probleem, zowel voor de leerling, de docent als de schoolorganisatie. Leerlingen die gaan wisselen hebben achterstand in de leerstof. Clustergroottes veranderen en sluiten niet meer aan bij geplande verdelingen. Soms is een wisseling niet mogelijk en krijgt een leerling ‘nee’ te horen.

Afgelopen schooljaar deed het H.N. Werkman Stadslyceum in Groningen onderzoek naar vakwisselingen binnen havo/atheneum. Hoe vaak krijgen leerlingen spijt en waarom? En vooral: hoe kan school dit voorkomen?

Veel docenten hebben een gevoel bij dit probleem, maar precieze aantallen worden nauwelijks bijgehouden. Een eerste stap was daarom het registreren van de aantallen. In de eerste helft van het schooljaar wilde 12% van de leerlingen uit klas 4 van vak wisselen. Ook in klas 5 en 6 wordt nog gewisseld. In de eerste helft van het schooljaar wisselde 2-3% van deze groep nog van vak. Het vak wiskunde B wordt veruit het meest gewisseld. Verder zijn de wisselingen verspreid over een breed scala aan vakken. Binnen havo en atheneum is de wens om te wisselen nagenoeg gelijk. Wel valt op dat duidelijk meer meisjes dan jongens spijt krijgen van hun keuze: 66% van de wisselaars is een meisje. De meeste leerlingen die de eerste jaarhelft een vakwisseling aanvragen hebben een EM-profiel.

Aan alle wisselaars vroegen we waarom ze in eerste instantie voor het vak hadden gekozen. ‘Ik was er goed in” en ‘ik vond het interessant’ scoorden daarbij het hoogst. Andere redenen waren ‘Ik kan er veel kanten mee op’ en ‘belangrijk voor latere studiekeuze’. En waarom kregen leerlingen spijt? Hier noemen ze het vaakst ‘ik was er niet goed in’ en ‘ik vond het niet interessant’. Blijkbaar hebben leerlingen in de onderbouw moeite met inschatten of ze goed in een vak zijn en of ze het interessant vinden.

 

Tabel Reden om oorspronkelijk voor vak te kiezen

Waarom gekozen 

 %(n=46)

Ik was er goed in 

24

Ik vond het interessant 

20

Ik kan er veel kanten mee op 

15

Belangrijk voor latere studiekeuze 

15 

Verplicht in mijn profiel 

9

Op advies van mijn docent 

4

Geen beter alternatief 

2

Anders/onbekend

11

 

46 

 

Tabel Reden om vak te willen wisselen

Waarom willen wisselen

 % (n=46)

Ik was er niet goed in 

52

Ik vond het niet interessant 

24

Niet meer belangrijk voor latere studiekeuze 

4

Geen klik met docent

Op advies van mijn docent 

2

Onbekend 

 

46 

 

Voor Eva was de inhoud van bedrijfseconomie een tegenvaller. ‘Het ging veel meer over rekenen en boekhouden dan ik had gedacht. Ik merkte ik dat ik eigenlijk niet zo van de cijfers ben.’ Uiteindelijk wisselde zij het in voor filosofie. Waarom had zij dat dat niet meteen gekozen?  ‘In de derde klas was het mij vrij onduidelijk wat je met filosofie ging doen. We deden toen vooral projecten en ik had niet zo’n goed beeld van het vak.’

Veel leerlingen geven aan dat ze in de onderbouw goed waren in het vak, maar dat dit in de vierde klas veranderde. Sofie koos voor wiskunde B: ‘Ik stond vorig jaar hoog op wiskunde en had een positief wiskundeB-advies. In de 4e werd het zo ingewikkeld, ik kon de uitleg niet meer goed volgen. Ik dacht vooraf  ‘als ik wiskundeB-advies krijg, dan wil ik dat ook proberen. Het is toch de hoogste wiskunde.’ Dat laatste punt speelt vaker mee. Sommige vakken hebben meer aanzien dan andere vakken. Sofie: ‘Er is een sfeer van ‘rangorde’ rondom sommige vakken en profielen. Als je NG gaat doen, zeggen mensen “goed zo!” en bij NT “knap!”, maar bij CM “mmm, ok..”. CM zien mensen als een lui pakket.’ Deze sfeer belemmert sommigen om de keuze te maken die bij hen past.

Leerlingen krijgen in de derde klas een advies of het verstandig is om het vak te kiezen in de bovenbouw. Van de leerlingen die het vak laten vallen vanwege te hoge moeilijkheidsgraad, had 78% een positief advies. Ook voor onderbouwdocenten blijkt het dus soms lastig inschatten of een leerling een vak in de bovenbouw aankan.

Nu is kiezen als je 14 jaar bent ook lastig.  Tjeerd vwo5: ‘Je moet in derde al weten wat je wilt, dat is heel vroeg. Ik wist het echt niet en koos maar zo breed mogelijk. Nu wil ik biologie studeren en daar heb ik geen wiB voor nodig.’ Sommige leerlingen hebben sowieso moeite met keuzes maken. ‘Ik ben gewoon ook een enorme twijfelaar.’

Terugkijkend zegt Jens eerlijk: Ik was wel eigenwijs om sowieso biologie te kiezen. Tijdens de presentatie werd gezegd: “Als je niet van scheikunde houdt, moet je geen biologie kiezen” Daar had ik meer naar moeten luisteren.’ Inmiddels is hij blij dat hij nog mocht wisselen.

Spijt krijgen van profielkeuzes is wellicht niet te voorkomen. Het is daarom waardevol dat school de mogelijkheid biedt om terug te komen op keuzes en een vak te wisselen. Vakwisseling is een complex probleem waarbij school niet op alle facetten invloed heeft. Proberen om de aantallen zo klein mogelijk te houden, is wel een belangrijke taak voor het onderwijs. Gelukkig biedt dit onderzoek verschillende aanknopingspunten om mee aan de slag te gaan.

 
Aanbevelingen

  • Meer voorlichting op vakinhoud;

  • Verbeteren vakadvisering en vergroten aandacht hiervoor bij leerling;

  • Verkleinen kloof moeilijkheid onder- en bovenbouw;

  • Aandacht voor sfeer rondom profielen;

  • Monitoring en evaluatie vakwisselingen in toekomst.

 

Marieke Snippe is decaan op het H.N. Werkman Stadslyceum in Groningen.

 

Meer Didactief-artikelen lezen? Neem een abonnement en betaal het eerste jaar slechts € 48,50 voor 10 nummers en online toegang tot alle artikelen vanaf 2003. 

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent