Vorige week werd ik gebeld door iemand die wanhopig was geworden door het lezen van de Staat van het Onderwijs. Hij wilde het Onderwijs uit, het had allemaal geen zin, iedere stap voorwaarts is steeds drie stappen terug, het is al jaren kapot en gaat steeds kapotter. Hoeveel geld er ook kwijt raakt in het systeem, échte verbeteringen komen niet van de grond.
Het was een merkwaardig gesprek want meestal ben ik degene die mijn hoofd tegen de muur slaat. Nu was ik degene die de optimist speelde. Er komen verkiezingen, mensen gaan heus niet met hun angst stemmen, iedereen kiest voor toekomst, het komt wel goed, zelfs onder Rutte IV etc. Ik geloofde het bijna zelf.
Hij zei dat hij zich wilde aansluiten bij een politieke partij om zo via ALV’s te kunnen wegen op het beleid, dat dit nuttiger leek dan lesgeven. Ik vond dat een enorme omweg. Ik vertelde dat ik gewoon af en toe een blog schrijf, dat aan de Commissie stuur in de hoop dat de Kamer het oppikt. Dan heb je alle partijen bij elkaar en soms heb je mazzel.
Dat lijkt mij de handigste manier. Eigenlijk wil ik een Onderwijspartij oprichten, maar dat schijnt een absurd idee te zijn dus ik doe het niet. Komt bij dat ik geen Pieter of Renske ben en 99% van de tijd in mijn blauwe stoel zou zitten te huilen van machteloosheid en pijn veroorzaakt door de maagzweer en de messen in mijn rug.
Maar het gesprek zette me wel aan het denken. Waarom is het eigenlijk onmogelijk om Onderwijs gewoon goed te regelen voor iedereen? Niemand wil de puinhoop die we nu hebben en iedereen in de Commissie werkt hard en is van goede wil. De enige reden is de kleur van de verschillende partijen. Ze hebben allemaal ook een agenda die los staat van Onderwijs en die hun stemgedrag bepaalt. Het is dus zaak om die agenda’s uit te schakelen.
Hoe doe je dat? Ik heb een Excel gemaakt met een overzicht van het stemgedrag van alle relevante partijen in de Commissie. Hoe stemmen ze? Het overzicht zal niet foutloos zijn, het was een titanenklus en ik ben niet handig met twee schermen, maar de grote lijnen zijn duidelijk. Het overzicht staat hier en is zeer verhelderend; GL, SGP, PVV en FvD stemmen vaak mee met de coalitie. Alle partijen brengen soms goede ideeën in, alle partijen stemmen goede ideeën ook weer weg als ze komen van een partij die ze niet moeten. Partijbelangen gaan vaak voor de belangen van goed Onderwijs en dat is een kostbare fout.
Hoe krijg je alle goede plannen actief en alle slechte plannen exit? Via het Regeerakkoord. Dus ik heb de huidige versie gepakt en alle fouten eruit gehaald, de goede ideeën van alle partijen erin gezet en heb het plaatje ideaal gemaakt. Ik heb het voorgelegd aan mensen uit PO, VO en MBO, zij hebben aangevuld en weggestreept. Hieronder staat het de Onderwijsparagraaf van het Regeerakkoord voor de periode 2022-2026.
Dit stuk is dus verbluffend consensueel, zo ideaal mogelijk en toch realistisch. Erin kunt u voorstellen herkennen uit het hele politieke spectrum. Dit Regeerakkoord is dus niet links en niet rechts. Het is wel een kans om in 2026 bij de Staat van het Onderwijs te kunnen lezen dat er minder ongeletterden de school verlaten, dat er minder thuiszitters zijn, dat er gelukkiger docenten zijn en betere resultaten op de examens. Mocht iemand dat belangrijk vinden.
Vandaag verscheen van de hand van de voorzitter van de Onderwijsraad een snoeihard opiniestuk dat op alle punten overeenkomt met wat ik #boerenverstand noem. Haar punten sluiten naadloos aan op dit Regeerakkoord. Ik zie de Toekomst van het Onderwijs dus weer zonnig in.
Goed Onderwijs brengt het beste in mensen naar boven, voorkomt en verkleint achterstanden en helpt talenten zich optimaal te ontwikkelen. Goed Onderwijs legt de basis voor een gezonde en succesvolle samenleving. We blijven daarom investeren in het verder verbeteren van ons Onderwijs en onderzoek. En in de mensen die erin werken. We geven hen ruimte en verantwoordelijkheid. De voornaamste ambities van dit kabinet liggen in de bestrijding van kansenongelijkheid en de stimulering van talent, goede docenten met een sterke positie, toponderzoek en krachtig beroepsonderwijs. Beter kunnen we ons geld niet spenderen volgens de OESO. Nederlands onderwijs moet de belofte van grote gelijkmaker nu eindelijk gaan waarmaken…
Helaas geeft de Staat van het Onderwijs al jaren achtereen aan dat ons Onderwijs in gierend tempo achteruit keldert. Een absurd deel van de schoolverlaters is quasi ongeletterd of anderszins op achterstand. We gaan het dus anders doen voortaan. De inspectie krijgt de hoofdrol in de komende regeerperiode. Het budget van de Inspectie zal geen limiet kennen. Het streven voor 2026 is dat de Staat van het Onderwijs op koers is.
Het ministerie voor Onderwijs zal voortaan vallen onder Herman Tjeenk Willink. Hij zal geen uitvoerende taken hebben en zich uitsluitend richten op het benoemen van bestuurders die geschikt zijn om de rechtsstaat te beschermen én die genoeg overwicht in Den Haag hebben om de noodzakelijke middelen af te dwingen teneinde deugdelijk Onderwijs te garanderen. Aan deze minister én aan de Onderwijsinspectie wordt een Social Officer toegevoegd, die erop let dat alle kinderen en jongeren gehoord en gezien worden.
Stap 1 is het nationaliseren van het Onderwijs. De schoolgebouwen vervallen aan de Staat. Het personeel staat voortaan op de loonlijst van het Ministerie. De lumpsum vervalt.
• We investeren in de versterking van de vroeg- en voorschoolse educatie. Daarmee realiseren we een solide aanbod voor achterstandsleerlingen.
• Scholen met achterstandsleerlingen kunnen een beroep doen op extra ondersteuning bijvoorbeeld door kleinere klassen, extra handen in de klas en extra middelen. Het wordt voor docenten financieel aantrekkelijk om les te geven aan achterstandsleerlingen. Er komt een interessante verhuisbonus voor docenten die naar achterstandsregio’s verhuizen. Zij hebben daar recht op een sociale woning en een parkeerplaats bij huis én school en krijgen een elektrische leasefiets.
• Sommige kinderen gedijen het beste in een brede of verlengde brugklas waar de uiteindelijke selectie nog even wordt uitgesteld, andere zijn meer op hun plek in een categorale brugklas. Daarom wil het kabinet dat er voor alle ouders en leerlingen wat te kiezen valt. Scholen krijgen de opdracht om op regionaal niveau een zo dekkend mogelijk aanbod van verschillende typen brugklassen aan te bieden, waarbij categorale scholen samenwerken met scholengemeenschappen voor soepele overgangen van leerlingen. Hierbij moet de nadruk liggen op de talenten van de kinderen. Sommigen kunnen bijvoorbeeld wiskunde op VMBO niveau en Grieks op VWO niveau. Dit moeten scholen flexibel aanbieden, faciliteren en roosteren.
• Sommige kinderen zijn gebaat bij een meer geleidelijke overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet Onderwijs. De 10-14-scholen, een samenwerkingsvorm tussen basisscholen en scholen voor voortgezet Onderwijs, voorzien in zo'n behoefte. We gaan het onderzoek naar de tienerscholen uitbreiden.
• Verder hebben we bij corona gezien dat veel kinderen opknappen van minder uren op school. Les online bevalt sommigen goed, het zou zonde zijn om daar niets mee te doen. Scholen die hier mee willen experimenteren mogen dit aanbieden op voorwaarde dat het niet ten koste gaat van de fysieke, lestijd. (20 uur per week max. per docent, waarvan max. 20 procent daarvan online mag worden aangeboden.)
• We gaan heel veel geld uittrekken voor het faciliteren van kleine scholen. Brede scholen kunnen heel geschikt zijn, maar hele kleine scholen kunnen van grote waarde zijn voor kinderen die verzuipen in een leerfabriek. Het streven is om in elke stad, op elk algemeen vormend niveau een klein schooltje te hebben. Een klein VMBO’tje, een klein HAVO’tje, een klein VWO’tje. Veel passend onderwijs kan dan vermeden worden omdat het kind gezien wordt en kan groeien op een veilige, overzichtelijke en dus behapbare plek.
• Alle scholen moeten voldoen aan de segregatietoets, alle Onderwijs moet aantoonbaar wetenschappelijk onderbouwd zijn en kwalitatief, pedagogisch en didactisch deugen. Niemand mag een docent of een leerling weigeren op basis van levensovertuiging, seksuele oriëntatie of wat dan ook. Leerlingenvervoer op basis van religie wordt afgeschaft, die op basis van beperkingen wordt gecontinueerd. Geloven doen we thuis. We gaan het afschaffen van art.23 onderzoeken.
• Het kabinet maakt voor leerlingen in het voortgezet Onderwijs mogelijk om meerdere vakken op een hoger niveau af te ronden en daarmee toegang te krijgen tot specifieke vervolgopleidingen, mits zij voldoen aan de selectiecriteria van desbetreffende vervolgopleidingen. Het kabinet zal de gevolgen voor het civiel effect en mogelijk strategisch gedrag monitoren. Daarnaast start het kabinet een onderzoek naar de voor- en nadelen van een brede invoering van diploma’s met vakken op verschillende niveaus in combinatie met invoering van een brede selectie aan de poort bij vervolgopleidingen.
•We moeten het reken- en taalonderwijs versterken en verbeteren door te streven naar 100% bevoegde docenten. Kinderen verlaten niet meer laaggeletterd het PO. Er komt een beoordelingskader. We laten de urennorm los en vervangen die door een kwaliteitsnorm. Waar we tot heden sturen op rendement laten we dat los voor morgen. Het gaat niet om het aantal diploma’s dat je de deur uit werkt maar om de kwaliteit van het Onderwijs dat kinderen bij de school genoten hebben. Als je uit een kansarm gezin komt en je gaat naar een kansarme school waar vooral disfunctionerende uitgerangeerde docenten moeten kabbelen naar hun pensioen, dan kom je waarschijnlijk niet goed uit de verf, hoe slim je ook bent. Rutte IV gaat voor kansgelijkheid.
• Jaarlijks brengt de Inspectie de Staat van de Jeugd uit.
• Passend Onderwijs moet alle aandacht krijgen. We leggen het leerrecht van kinderen wettelijk vast. Leerlingen met een ernstig meervoudige handicap worden direct uit de middelen voor zorg in Onderwijstijd gefinancierd.
• Om ervoor te zorgen dat middelen voor passend Onderwijs ook echt in de klas terecht komen, komt er onafhankelijk toezicht op de samenwerkingsverbanden. Er komt een landelijke norm die garandeert dat een kind in Maastricht recht heeft op dezelfde ondersteuning als een kind uit Elahuizen. Ook de financiering wordt gelijkgetrokken. De geldstromen worden verantwoord en reserves gaan jaarlijks terug naar de staatskas alvorens nieuwe middelen worden overgemaakt. Passend Onderwijs is altijd mogelijk in de buurt van het kind. We gaan geen kinderen uren in busjes stoppen voor een school aan de andere kant van het land, dat kunstje wat ze daar kunnen moeten de kinderen voortaan gaan leren op de school in de buurt. Als de school in de buurt dat nog niet kan dan moeten ze dat gaan leren. Daar is geld voor en dat moeten ze inzetten.
• Er komt één loket voor zorg voor passende ondersteuning. De inspectie zetelt daar ook en heeft doorzettingsmacht als ouders en school er niet uit komen. De inspectie beslist altijd in het belang van het kind.
• Alle docenten die werken met kinderen met speciale behoeften krijgen, gericht op die specifieke behoefte een gedegen cursus aangeboden. Zo krijg je gespecialiseerde docenten waar een leerling kan rekenen op geschikte ondersteuning. Het kan niet zo zijn dat een autistisch kind les krijgt van een docent met een blinde vlek voor autisme. Op lerarenopleidingen komt een zware module Passend Onderwijs.
• Alle scholen hebben één FTE voor zorgtaken per 400 leerlingen. Hiervoor dient een verpleegkundige in dienst te komen die alle verzorgende en/ of medische taken op zich neemt. Deze inventariseert alle zorgtaken en behoeften en fungeert eveneens als sociaal medisch meldpunt en vertrouwenspersoon. (Hele kleine scholen kunnen samen werken, maar op voorwaarde dat geplande medische handelingen als injecteren insuline tijdig plaats vinden). Deze persoon moet waken voor alles wat GIRFEC kan impliceren en moet strikt gebonden zijn aan AVG wet en regelgeving.
• Als het enigszins kan en gewenst is door ouders en kind kunnen klassen passend worden gemaakt voor kinderen met complexe problematiek. Kinderen maken we nooit passend. We regelen voor alle kinderen op iedere school een rustige plek om in stilte te kunnen werken. Docenten en schoolleiders bepalen met de ouders welke ondersteuning en toetsvormen een kind nodig heeft. Het samenwerkingsverband mag, zolang ze nog bestaan, helpen, maar nooit sturen op financiën.
• Niet functionerende samenwerkingsverbanden worden op last van de Inspectie gesloten. Zodra een kwart van samenwerkingsverbanden gesloten is stoppen we met dit systeem Dit zal ze motiveren om te doen waar ze voor opgericht zijn en zal de oeverloze reserves doen smelten als sneeuw voor de zon. Iedere dubbele pet is voortaan reden voor sluiting. De financiering gaat daarna rechtstreeks naar de scholen in die regio.
• Ieder samenwerkingsverband moet nauwe contacten hebben met VAVO. Ook Speciaal Onderwijs Kinderen moeten naar VWO kunnen, vak voor vak als zij dat willen. Zo kan ook voor hen de weg naar de Universiteit toegankelijk worden. Een hoogfunctionerende leerling die graag Scheikunde wil studeren zou prima alleen Nederlands, Engels en Scheikunde kunnen doen op VWO en dan met de 21 plus toets toelaatbaar worden.
Leerlingen met een toegankelijkheidsverklaring houden die zolang die nuttig zijn. Je hoeft dus bijvoorbeeld niet ieder jaar meer aan te tonen dat je nog steeds blind bent. Mocht je niet meer blind zijn dan is het fijn als je het doorgeeft.
• Bij de kwalificatieplicht staat niet de leeftijd maar de ontwikkeling centraal. Zo lang ontwikkeling kan worden aangetoond is er leerrecht. Als er geen ontwikkeling kan worden aangetoond blijft dat recht bestaan. In Nederland geldt immers het recht op een Leven lang leren tot de AOW leeftijd.
• Kinderen in crisis, of die ziek zijn, worden nooit getest. Inschattingen moeten dan gemaakt worden door de veilige omgeving van het kind. Ouders, docenten, huisarts etc…
• Als een kind beter af is op een school voor speciaal onderwijs dan is dat de school waar het kind terecht kan. Een plek op een reguliere school mág maar moet nooit. Iedere gemeente moet Walhallab structuren faciliteren zodat kinderen altijd een plek hebben waar ze graag zijn en waar ze hun talenten kunnen ontdekken in een veilige omgeving.
• Beperkt en begaafd, ieder kind verdient Onderwijs om zichzelf maximaal te ontplooien, ook als dat extra zorg of ondersteuning vraagt. Het kabinet wil dat ouders en scholen in een gelijkwaardig gesprek een passende aanpak afspreken.
• Om te voorkomen dat kinderen tussen wal en schip vallen, willen we het aantal thuiszitters fors beperken en verzuim eerder signaleren en aanpakken. Thuiszitters worden regionaal in kaart gebracht door de inspectie die zal zoeken naar passende oplossingen waar het belang van het kind voorop staat. Er worden, ook bij thuiszitters, geen financiële overwegingen geaccepteerd. Thuiszitters moeten altijd ingeschreven staan bij een school en die school is ook gehouden online ondersteuning te bieden
• Het wordt verboden om leerlingen met terugwerkende kracht uit te schrijven tot voor de peildatum en er komt een meldpunt bij de inspectie voor onterecht uitgeschreven leerlingen. Er is maar één instantie die vrijstelling van de leerplicht kan geven en dat is de inspectie. Die zal dat alleen doen in extreem uiterste situaties. Alle tot heden uitgeschreven vrijstellingen worden opnieuw beoordeeld.
• Het budget voor het Onderwijsachterstandenbeleid wordt verhoogd met 15 miljoen euro per jaar en de verdeling wordt geactualiseerd.
• Tegelijkertijd wordt hetzelfde bedrag geïntensiveerd op het Onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. De ouderbijdrage voor alle ouders verdwijnt dus ook voor ouders van HB kinderen.
• Het kabinet gaat verder met het beleid om laaggeletterdheid terug te dringen. Het budget hiervoor wordt structureel verhoogd.
• Scholen, kinderen en jongeren floreren bij ouderbetrokkenheid. Daarom willen we de samenwerking tussen school en ouders versterken.
• Er komt betere begeleiding voor alle kinderen die uitstromen. Een warme overdracht is gegarandeerd want essentieel.
• Er komt laagdrempelige en kwalitatief excellente psychische hulpverlening voor iedereen die naar school gaat. Voor leerlingen, studenten en docenten. Het beleid van de afgelopen jaren maakt dat kinderen al jong zijn geconfronteerd met stress.
Schaduwonderwijs kan voortaan alleen ludiek worden aangeboden. Zodra de nadruk komt te liggen op het wegwerken van achterstanden is er sprake van stress voor het kind. Wegwerken van achterstanden is uitsluitend het prerogatief van de school. Als school in gebreke blijft dan heeft de Inspectie hier een aanwijzende rol. Iedere school krijgt een bijlesbudget dus geld speelt geen rol. Leraren in dienst van een school mogen geen particulier bijlesbureau beginnen.
Was het niet voor het oerwoud aan kwalificerende toetsen dan was het wel voor het schuldenstelsel dat gepaard ging met BSA en andere afpersmiddelen. Vanzelfsprekend vervallen alle BSA en herstellen we de basisbeurs. Het voorkomen van stress is primordiaal. Gestrest kan niemand leren. Verder mag een bijbaantje nooit een studie belemmeren. Om in aanmerking te komen voor de basisbeurs moet een student aantonen niet meer dan 8 uur per week aan zijn bijbaan te spenderen. School gaat altijd voor werk. Nu is dat andersom. DUO stuurt nu nog deurwaarders naar onze jonge mensen. Als de voorschotten en leningen worden geannuleerd zal dat nooit meer gebeuren. Dan kan DUO mooi weer doen waar ze voor opgericht zijn.
•Om jongeren in staat te stellen een bijdrage te leveren aan onze samenleving wordt de mogelijkheid van een maatschappelijke diensttijd ingevoerd (van maximaal 1 tussenjaar). Deze dienst kan tegen bescheiden vergoeding vrijwillig worden ingevuld door jongeren. Samen met maatschappelijke organisaties, gemeenten en provincies wordt deze maatschappelijke diensttijd opgezet. Maatschappelijke organisaties kunnen ieder jaar bij mede-overheden projecten voorstellen die voor deze diensttijd in aanmerking komen. Belangrijk aandachtspunt hierbij is het zoveel mogelijk ontzorgen van deelnemende organisaties. Voor de maatschappelijke diensttijd en Levensloopbaan is budget beschikbaar dat oploopt tot 100 miljoen euro per jaar.
• Het vervullen van de maatschappelijke dienst geeft een diplomasupplement als getuigschrift van maatschappelijke betrokkenheid. Bij een sollicitatie naar een functie bij de overheid geldt het diplomasupplement als een pré. Met het bedrijfsleven worden afspraken gemaakt om hetzelfde te doen.
• Het kabinet zal bezien hoe een meer verplichtende variant van de maatschappelijke diensttijd een rol kan spelen in de verlengde kwalificatieplicht.
• Het kabinet heeft het voornemen de reguliere qualificatieplicht te verhogen naar 21 jaar. Er worden pilots uitgevoerd in de grote steden.
• In alles moet het kind voorop staan. Uiteindelijk mag het belang van het kind nooit ondergeschikt worden aan het passen binnen het klassieke plaatje. Er zijn altijd kinderen die ongelukkig worden van school. Als dat écht niet oplosbaar is dan moet het belang van het kind de doorslag geven. In een land met een Leven Lang Leren, moet het mogelijk zijn dat je pas heel laat toe bent aan school. Of nooit. Je hebt leerrecht.
• Leerplicht blijft de norm, maar uitsluitend om alles uit de kast te kunnen halen voor dat kind. Leerplicht dient ertoe om niemand van de radar te laten vallen. Ook gaat de leerplicht zich focussen op een goede levensloopbaan. Zowel qua psychosociale aspecten, beroepskeuze (=toekomstperspectief en vakfocus) als onderwijs.
• In Nederland is iedereen gelijkwaardig en heb je de vrijheid om te houden van wie je wilt en om zichtbaar jezelf te kunnen zijn. Waar die vrijheid wordt beknot, er gediscrimineerd wordt of zelfs mensen niet veilig zijn, treedt de overheid actief op. Je mag dus naar school waar je wilt en zijn wie je bent. Beperkende voorschriften en regels vanuit religie worden binnen de school niet geaccepteerd en geen ruimte aan gegeven. Dus ook geen gescheiden gymlessen of lange mouwen etc. En niet gummen in (levens)lessen omdat dat niet past bij een levensovertuiging.
• Emancipatie en het beschermen van onze waarden hebben continu onze aandacht nodig. Zo sloten acht politieke partijen het regenboogakkoord. De bevordering van emancipatie van LHBTI en mensen met een beperking is belangrijk en door verschillende maatschappelijke groeperingen onder de aandacht gebracht. Er worden verschillende maatregelen tegen discriminatie genomen zoals de aanvulling van artikel 1 van de Grondwet tegen discriminatie op grond van seksuele gerichtheid en een beperking.
• De behandeling van het initiatiefvoorstel tot aanvulling van de Algemene wet gelijke behandeling ter verduidelijking van de rechtspositie van transgender personen en intersekse personen wordt voortgezet en de discriminatieverboden in het Wetboek van Strafrecht blijven ongewijzigd. Onnodige geslachtsregistratie wordt waar mogelijk beperkt. In het Onderwijs, onder meer bij de opleiding van docenten en in het MBO, wordt de positie van LHBTI verbeterd. In het buitenlands beleid wordt de aandacht voor de positie van LHBTI en de seksuele en reproductieve rechten voortgezet.
• Leerlingen, ouders en leraren willen dat Onderwijsmiddelen optimaal bijdragen aan de kwaliteit van Onderwijs. Daarom schrappen we de lumpsumfinanciering. Bestuurders vallen voortaan onder het cao Onderwijs.
• Het toezicht is vernieuwd. De inspectie toetst in de toekomst niet alleen op de deugdelijkheidseisen maar stimuleert ook dat scholen zich continu verbeteren. Daarbij krijgt de Onderwijsinspectie een discretionaire bevoegdheid om bij de beoordeling van scholen meer rekening te houden met de eventuele aanwezigheid van veel zorgleerlingen. Dit doet meer recht aan scholen die zich extra inspannen voor passend Onderwijs.
• De Inspectie bewaakt de sociale veiligheid en openbare orde binnen een school. Dit maakt integraal deel uit van haar beoordelingskader. Zodra zij in haar werk wordt gehinderd gaat een school na één waarschuwing dicht en worden de kinderen de facto overgeschreven naar een school in de buurt. Denominatie is in dat geval ondergeschikt aan continuïteit van onderwijs. Dit gaat dan op last van de minister en per decreet.
• De Inspectie komt voortaan altijd en overal onverwachts langs en spreekt dan met iedereen die haar pad kruist. Dus van conciërge, via ouder, leerling, docent tot directie. En dat is niet eens verplicht. Ze kunnen gewoon even een rondje school doen, koffie pakken in de kantine, krantje lezen, babbelen en weer weg gaan als alles naar wens is.
De Inspectie spreekt ook met stagebedrijven, deze moeten deel uitmaken van de samenleving rondom de school. Het doel is eigenlijk om inspectiepaniek te voorkomen. Ze komen, of niet. Ze zien misstanden, of niet. Ze moeten zich wel altijd voorstellen. Nu de Inspectie heel erg veel mensen zal moeten aanstellen is het van belang dat ze herkenbaar zijn, zij krijgen hiertoe een sjaal of een stropdas. Dit geldt ook voor huisbezoeken in het kader van thuisonderwijs. Inspectie hoort erbij. Dat is geen stressfactor. Als de Inspecteur dat wel is, bijvoorbeeld omdat het een zeskoppig monster is, dan kan school de Inspectie vragen om een normale. Ieder rayon krijgt zijn eigen club inspecteurs dus er zit altijd wel een normale bij.
• Bij de Inspectie komt een loket Onderwijsgeschillen voor als een situatie escaleert. De inspectie moet laagdrempelig benaderbaar zijn voor ouders en leraren met individuele zaken.
• Er is een zorg dat het voor scholen mogelijk is om de burgerschapsopdracht niet uit te voeren zoals die bedoeld is. De burgerschapsopdracht in de wet wordt daartoe verduidelijkt, zodat de inspectie daar scherper op kan toetsen en handhaven. Het doel is en blijft dat een school in al haar uitingen handelt in lijn met de democratische rechtstaat. Scholen die handelen in strijd met de rechtsstaat worden na één waarschuwing gesloten.
• In de jaarverslagen worden doelstellingen uit toekomstige bestuurlijke afspraken inzichtelijk gemaakt. Ook vooraf moet de verantwoording beter, om dat te bereiken krijgt de medezeggenschapsraad in het primair en voortgezet Onderwijs instemmingsrecht over de hoofdlijnen van de begroting. Medenzeggenschapsraden worden versterkt. Zij krijgen cursussen om de stukken die ze moeten accorderen ook te kunnen begrijpen. Hun financiële inzichten mogen niet onder doen voor die van de bestuurders.
• Uit de pilot regelluwe scholen blijkt dat sommige landelijke regels probleemloos geschrapt kunnen worden. Dat gaat het kabinet doen. In het verlengde hiervan stimuleert het kabinet de sector om de eigen administratieve regeldruk terug te dringen.
• Alle organisaties in het middenveld rond Onderwijs vervallen. Zij die menen dat zij heel belangrijk zijn mogen zichzelf financieren en zo hun nut aantonen. De middelen die hiermee vrijkomen dekken de financiering van de Nieuwe Inspectie.
• De cascadebekostiging in het MBO wordt (budgetneutraal) afgeschaft wanneer nieuwe kwaliteitsafspraken zijn gemaakt, onder andere om het aantal Beroeps-Begeleidende-Leerweg-plaatsen te laten toenemen.
• Scholen verliezen hun budget voor marketing. Reclame maak je mond tot mond. Onderwijs is geen markt. Nu het ministerie weer alles financiert is er geen competitie-element meer. Alle scholen zijn goed want anders zijn ze dicht.
• Scholen verliezen ook hun huisvestingsbudget. De gebouwen zijn van de overheid. Onderhoud is dan ook nu de verantwoordelijkheid van het ministerie. Niet van de Gemeente want dan krijg je, net als bij Passend Onderwijs en Zorg willekeur.
• We maken structureel middelen vrij voor het gelijktrekken van de cao’s PO, VSO en VO. We verbeteren de arbeidsvoorwaarden voor docenten in combinatie met het normaliseren van de bovenwettelijke regelingen.
• Ook komt er structureel 450 miljoen euro beschikbaar om de werkdruk te verlagen. Taakverlichting kan plaatsvinden door aanstelling van conciërges en ander Onderwijsondersteunend personeel en door klassenverkleining. Docenten hebben recht op rustige pauzes en moeten gewoon naar de WC kunnen zonder dat de klas alleen is.
• We differentiëren in de lerarenopleidingen. Er komen specialisaties die zich richten op jongere en oudere (tot en met de onderbouw in het vmbo) kinderen en op vakgericht lesgeven in het beroepsonderwijs. Het beroep van onderwijzer wordt hierdoor aantrekkelijker, zowel voor mannen als voor vrouwen. Spoedcursussen voor lerarenopleidingen en over het algemeen experimenteren met leerlingen is verboden.
• Er komt een maximum bedrag dat mag worden besteed aan uitzend en detacheringskrachten.
• Docenten zijn bevoegd voor het vak dat ze geven. Zij krijgen een vaste aanstelling. Scholen die dit weigeren mogen geen incidentele vervanging meer regelen. Dit is om te voorkomen dat leraren oeverloos van baan naar baan moeten gaan. Het is voor alle leerlingen belangrijk om te weten wie ze over twee jaar kunnen verwachten voor welk vak en het is voor docenten goed om zich thuis te kunnen voelen in een team. Bij tekortvakken mag alles uit de kast gehaald worden qua salariëring en fiscale voordelen.
• De schoolweek beslaat 5 dagen voor leerlingen. Zo kunnen de dagen kort blijven en kunnen de kinderen wennen aan een werkritme. De vierdaagse was een leuke noodgreep maar zal geen doorgang vinden.
• Zij-instromers en starters hebben recht op stevige begeleiding om te voorkomen dat ze uitvallen. Nu moeten overbelaste docenten zij-instromers begeleiden en dat mislukt te vaak. Dit is, alle goede bedoelingen ten spijt, een verspilling van mankracht en geld.
• Er komt een parlementair onderzoek naar het Lerarentekort. Wat was de oorzaak, wat zijn de oplossingen en hoe zit het met de uitstroom van de zij-instromers? Er is veel geld gepompt in een systeem dat faalt. Het gaat om de toekomst van onze jeugd. De enige toekomst die we hebben.
• Er staat altijd een fysieke docent voor een klas, maximaal 20 uur per week. Online lessen kunnen een leuk steuntje in de rug zijn maar een docent staat voor de klas. Online lessen kosten veel energie en verhogen de werkdruk dus hier zal voorzichtig mee om worden gegaan.
• Docenten die onderwijsgerelateerd om- en bij willen scholen kunnen dat kosteloos doen. Het ministerie betaalt alle kosten, reiskosten, leskosten, collegegelden en lesboeken. Maar uitsluitend bij erkende instellingen om te voorkomen dat er onzinnige cursussen worden aangeboden. Het mag geen commercieel circus worden. Wel gaan we borgen en vastleggen wat en wie erkend wordt.
• Het vak moet zo aantrekkelijk worden, zowel qua status als salaris, dat een ieder die ooit een bevoegdheid haalde terug de klas in wil. Docenten die merken dat hun autonomie geen dode letter meer is zullen gelukkiger voor de klas staan. Nu docenten rechtstreeks op de loonlijst staan van het Ministerie is er ook geen gesoebat meer over het respecteren van de functiemix. Het ministerie zal het grootste deel van de papierwinkel op zich nemen. De docent is verkapte administrateur.
• Met de kleine-scholentoeslag blijft het kabinet inzetten op een pluriform scholenaanbod en thuisnabij Onderwijs.
• De fusietoets wordt vervangen door de Fusie Effect Rapportage.
• Vrijheid van Onderwijs biedt ouders en leerlingen de mogelijkheid om een school te kiezen die past bij hun overtuiging. Deze modernisering beoogt de vrijheid van Onderwijs te vergroten, niet de vrijheid van richting te beperken. Daarbij worden de plannen van nieuwe scholen voortaan vooraf getoetst op wettelijke deugdelijkheidseisen (onder andere ten aanzien van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, de afstemming van het Onderwijs op het niveau van de leerling en de bestuurlijke inrichting) en de wettelijke burgerschapsopdracht (zoals het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie). De deugdelijkheidseisen worden beschreven in objectieve en proportionele eisen die altijd in verhouding staan tot onze rechtsstaat. Ook op school geldt de scheiding van kerk en staat.
• Thuisonderwijs dient te voldoen aan daarop toegesneden eisen voor kwaliteit, bekwaamheid, burgerschap en veiligheid. Dit wordt wettelijk geregeld. Hierop wordt toegezien door een gespecialiseerd onderdeel van de Onderwijsinspectie. Het leerlingenvervoer op basis van religie vervalt.
• Het groen Onderwijs zal op dezelfde wijze per deelnemer gefinancierd worden als het reguliere Onderwijs. Daar past bij dat het groen Onderwijs als beleidsterrein wordt ondergebracht bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De kenmerkende hechte samenwerking tussen overheid, Onderwijs en bedrijfsleven blijft gewaarborgd.
• We stellen structureel geld beschikbaar voor een dekkend aanbod en versterking van de kwaliteit van het techniekonderwijs op het VMBO.
• We willen het succes van beroepsopgeleide jongeren vergroten door afspraken te maken om de overgang van VMBO naar MBO en van MBO naar HBO te verbeteren en om de mogelijkheid voor leerlingen te scheppen om niveau 1 of 2 binnen het VMBO af te ronden.
• Ieder ingeschreven MBO leerling krijgt stagegarantie op een veilige plek. Dit is de verantwoordelijkheid van de inschrijvende school.
• Praktijkonderwijs is een afzonderlijke en volwaardige schoolsoort. Dit wordt tot uitdrukking gebracht doordat steeds meer leerlingen na afronding een tastbaar bewijs krijgen van hetgeen ze hebben geleerd. Samenwerking met het mbo wordt gestimuleerd om te bevorderen dat meer leerlingen uit het praktijkonderwijs doorstromen naar het mbo en de arbeidsmarkt.
• MBO-instellingen krijgen de mogelijkheid om aan studenten die aan een entree- of niveau 2-opleiding niet hun diploma halen, een vakcertificaat uit te reiken dat laat zien wat een student heeft geleerd. Studenten die een vakcertificaat hebben ontvangen, moeten op een later moment de gelegenheid hebben om alsnog een diploma te behalen. Er komen geen perverse financiële prikkels die horen bij het diplomeren. Financiering gaat over onderwijs niet over aantallen diploma’s.
• In het MBO worden de eisen aan het regionaal arbeidsmarktperspectief aangescherpt en wordt meegenomen of een opleiding voldoende aansluit op het beroepenveld. Er komen instrumenten om in te grijpen bij opleidingen die studenten onvoldoende voorbereiden op de arbeidsmarkt.
• We hechten aan meer aandacht voor de uitvoering van de burgerschapsopdracht in het MBO.
• Het kabinet onderzoekt samen met het Onderwijs hoe de huidige beperkende werking van de kwalificatiedossiers voor innovatie en regionale invulling van het Onderwijsprogramma van MBO-opleidingen verbeterd kan worden en de lastendruk verminderd. Hierbij wordt ook de mogelijkheid onderzocht van een vorm van opleidingsaccreditatie.
• Leerlingen die een taalachterstand hebben, laaggeletterden en eerstegeneratiestudenten hebben altijd toegang tot lessen Nederlands die aansluiten bij hun behoefte. Je ziet nu kinderen die hier kort zijn onder hun niveau presteren omdat hun Nederlands tekort schiet terwijl ze wel heel slim zijn. Lessen Nederlands zijn voor iedereen altijd gratis toegankelijk. Ook voor ouders die hun kinderen willen helpen bij huiswerk bijvoorbeeld. Gewoon voor iedereen een leven lang leren. Kinderen die de NL taal niet afdoende beheersen krijgen verplicht extra NL les, indien nodig samen met hun ouders.
• We halveren het collegegeld van het hoger Onderwijs (HBO/WO).
• Voor de (academische) PABO’s halveren we het collegegeld. Hiermee maken we studeren aan de (academische) PABO extra aantrekkelijk.
• Het studievoorschot wordt kwijtgescholden.
• Er komt een internationaliseringsaanpak die het voor zoveel mogelijk studenten mogelijk maakt een studie te volgen in het buitenland. We versterken de aantrekkelijkheid van het Nederlands Onderwijs voor buitenlandse studenten.
• In deze kabinetsperiode wordt de bekostigingssystematiek voor het hoger Onderwijs herzien, met daarbij specifieke aandacht voor technische opleidingen. Het budget voor fundamenteel onderzoek wordt stapsgewijs verhoogd tot jaarlijks 200 miljoen structureel vanaf 2020. Eenzelfde intensivering vindt plaats op het budget voor toegepast onderzoek en innovatie. Ten slotte stellen we twee maal 50 miljoen beschikbaar voor de onderzoekinfrastructuur.
• De financiering van het onderzoek aan universiteiten wordt sterker gekoppeld aan onderzoeksinspanningen, wetenschappelijke kwaliteit en maatschappelijke impact. Daarbij moet voldoende ruimte zijn en blijven voor vrij onderzoek. Speciale aandacht gaat uit naar technische wetenschappen en onderzoeksgroepen die te maken hebben met hoge kosten. NWO geeft prioriteit aan fundamenteel onderzoek in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda en de Topsectoren, met de nieuwe focus. De vrije competitie blijft in stand.
• Om de administratieve last voor wetenschappers te verlagen, worden de experimenten bij NWO met innovatieve beoordelingssystematieken voortgezet.
• ‘Open science’ en ‘open access’ worden de norm in wetenschappelijk onderzoek.
• Start-ups en publiek-private samenwerking met het midden- en kleinbedrijf worden gestimuleerd.
• De openstaande taakstelling op de OCW-begroting wordt teruggedraaid. We gaan investeren in plaats van limiteren.
• Instellingen krijgen de ruimte om samen met partners zelf doelstellingen en indicatoren op te stellen. Deze kwaliteitsafspraken moeten wel passen binnen de doelen van de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en worden onafhankelijk getoetst.
• Naast de legitieme redenen voor selectie, zijn er ook zorgen over de gevolgen voor de toegankelijkheid van de masterfase in het hoger Onderwijs. Het kabinet neemt deze zorgen serieus. De numerus fixus vervalt. De eerst ingeschreven leerlingen worden toegelaten. Nu verstoort de procedure het eindexamenjaar in de vooropleiding en dat is nooit de bedoeling geweest.
Aanvullingen en opmerkingen kunt u kwijt in de reacties onder het stuk, die zal ik meenemen voor ik het Regeerakkoord aan de Commissie stuur. Zo besparen wij samen, de docenten uit het echte veld, zeg maar de experts, de onderhandelaars samen een hoop werk tijdens de onderhandelingen en kan straks niemand zeggen dat ze waren vergeten te onderhandelen voor Onderwijs.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven