Sterker, scholen met minder dan 23 leerlingen kregen toen van een ruime meerderheid van de Tweede Kamer zelfs een extra steuntje in de rug. Want deze 'vestzakschooltjes' dreigden de deuren te moeten sluiten omdat ze (tijdelijk) door de absolute ondergrens konden zakken. Hun bekostiging kwam daardoor in gevaar.
Maar nu is alles anders, als het rapport van de Onderwijsraad tenminste maatgevend is voor het huidige sentiment in de politiek. Honderd leerlingen is vanaf 2019 de ondergrens, is het advies van de Onderwijsraad. Samengevat geeft de raad drie argumenten: kleine scholen zijn erg duur, de kwaliteit is moeilijker te garanderen en de betekenis van een kleine school voor de dorpsgemeenschap wordt overtrokken.
Om met dat laatste te beginnen. De Kamer stelde drie jaar geleden vast dat de kleine school wél bijdraagt aan de sociale cohesie. Argument twee, de kwaliteit. Ja, kleinere scholen zijn vaker (zeer) zwak dan grote scholen maar het verschil is gering: 1,4% punt. Het argument dat deels hout snijdt is de duurdere bekostiging.
Maar is de oplossing ruim 1300 scholen opheffen? Dat is grote-stappen-gauw-thuis. Het advies van de Onderwijsraad is weinig creatief. Er wordt gesproken over innovatie, maar het woord ict of computer kom je nergens tegen. Ja, wel 'internet', maar dan als argument vóór sluiting. Waarom wordt niet onderzocht of je kleine scholen juist open kunt houden met nieuwe technologie? In het voortgezet onderwijs zijn er op dat vlak al experimenten. Twee klassen (een op een andere school) die les krijgen van één leraar. En via de sociale media kunnen kinderen op een kleine school toch ook hun sociale blikveld vergroten?
Zet de breinbrekers van Kennisnet eens aan het werk!
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven