Spelen en leren

Tekst Paul Kirschner
Gepubliceerd op 26-02-2019
Regelmatig kom ik mensen tegen die vinden dat het onderwijs radicaal anders moet: minder ‘schools’ en op leren gericht en meer ‘speels’ en op ontdekken gericht.

Hun redenering is dat kleine kinderen speels hun eerste taal leren, zij spelen samen, zijn voortdurend bezig problemen op te lossen en hun wereld te onderzoeken waardoor zij van alles (uit)vinden, enzovoorts. De consequentie is, in hun ogen, dat wij dus het leren lezen, schrijven, rekenen enzovoorts ook zo zouden moeten (laten) gebeuren. Dat kan logisch klinken, maar…

…er is een fundamenteel verschil tussen hoe kinderen enerzijds hun eerste taal leren, leren communiceren en met elkaar leren spelen en anderzijds hoe taal, rekenen, en zo verder geleerd wordt. Het probleem ligt in het verschil tussen wat David Geary biologisch primair leren en biologisch secondair leren noemt, ook wel evolutionair primair en secondair genoemd.

 

Overleven

Volgens Geary richten we, vanaf de geboorte, onze aandacht onbewust op (1) onszelf en andere (groepen) mensen, (2) andere levende organismen om ons heen zoals dieren en planten, en (3) onze leefomgeving en het ‘gereedschap’ dat wij daarin gebruiken. We doen dit omdat, evolutionair gezien, de beschikbaarheid van sociale en natuurlijke hulpbronnen onze kans op overleven beïnvloedt en zelfs bepaalt. Het kunnen samenwerken, weten wie lid is van onze ‘ingroep’ en dus wie veilig is en wie behoort tot de ‘uitgroep’ en dus een vijand kan zijn, weten welke planten veilig/giftig en welke dieren (on)gevaarlijk zijn en weten waarvoor je een stok kunt gebruiken, het was kennis die letterlijk van levensbelang was. Als je dat allemaal niet kon doen of wist, was je letterlijk ten dode opgeschreven. De uit die ervaringen ontstane (biologisch primaire) kennis kunnen we direct, zonder bewuste verwerking in ons werkgeheugen, opslaan in ons langetermijngeheugen. Gelukkig!

Naarmate samenlevingen ingewikkelder werden, was er meer nodig dan louter primaire kennis. Behalve fysiek overeind blijven, moeten mensen kennis verwerven om te kunnen meedoen in hun samenleving. Het gaat daarbij om culturele kennis - in de brede zin van het woord en als tegenpool van primaire kennis - die we overdragen aan de volgende generatie. Lezen en schrijven bijvoorbeeld. Dankzij deze vaardigheden zijn we niet meer alleen afhankelijk van informatie die onmiddellijk in het hier en nu voorhanden is, maar kunnen we  via informatiedragers als boeken abstractere kennis toegankelijk maken en bewaren voor veel mensen. Wat we op scholen onderwijzen, is vaak culturele of secundaire kennis. Deze culturele kennis is relatief recent ontstaan als je naar de evolutie kijkt. Ze is noodzakelijk om goed te kunnen functioneren in de maatschappij, maar ze is niet – evolutionair gezien – noodzakelijk om te overleven en ons voort te planten.

 

Lezen

Evolutie speelt niet alleen een rol bij wat we willen leren, maar ook bij hoe we dat bij voorkeur willen leren. In alledaagse situaties kunnen we leunen op heuristieken, handige vuistregels en ezelsbruggetjes. Zo kunnen we snel en volautomatisch betekenis verlenen aan de wereld om ons heen. Als je iemand tegenkomt, weet je brein meestal meteen of het een man of een vrouw is en lees je aan de stand van de mond af of iemand vrolijk, boos of bedroefd is. Deze inmiddels automatische cognitieve processen helpen ons om interacties met anderen succesvol te laten verlopen. We hebben ons deze processen eigen gemaakt door te observeren, ontdekken en spelen. Een soort onbewust leren. Het zou mooi zijn als we met hetzelfde gemak secundaire kennis konden verwerven, maar helaas werkt dat niet zo. Wij leren spreken en luisteren op de automatische piloot, maar we hebben expliciete instructie nodig om te leren spellen en schrijven. Het verwerven van kennis op school gaat dus niet vanzelf. Het kost moeite, is bewust en vindt plaats in het werkgeheugen.

Als je het verschil kent tussen biologisch primair en secondair leren snap je waarom leerlingen bepaalde zaken makkelijk en met veel motivatie leren (primair leren) en waarom andere opdrachten hen meer moeite kosten (secundair leren). Wat en hoe wij leren op school komt gewoon niet overeen met de natuurlijke, automatische manier van kennisverwerving. Je moet als leraar leerlingen dus aan de hand nemen en motiveren om ook op een andere manier te leren. Dit houdt onder andere in dat voor het leren van secundaire kennis op school kinderen hun natuurlijke neigingen zullen moeten onderdrukken - wat moeite kost - en op een andere manier moeten leren dan bij het primair leren. Goede directe instructie door iemand met expertise (de leerkracht dus!) verdient bij het secundair leren de voorkeur.

Wil je meer hierover weten, ga dan naar opdeschoudersvanreuzen.nl, download (of koop) het boek en lees hoofdstuk 2.

 

 

Referenties

Geary, D. (2002). Principles of evolutionary educational psychology. Learning and Individual Differences, 12, 317-345.

Geary, D. C. (2008). An evolutionarily informed education science. Educational Psychologist, 43(4), 179–195.

Verder lezen

1 Op de schouders van reuzen

Een ogenblik geduld...

Paul Kirschner

Paul A. Kirschner is emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit en gasthoogleraar aan de Thomas More Hogeschool (België).

Gerelateerde artikelen
Nieuws

Op de schouders van reuzen

12-01-2019
Op de schouders van reuzen: Inspirerende inzichten uit de cognitieve psychologie voor leerkrachten.

Online bekijken

Kennisbundels van Didactief

07-04-2021
Didactief is niet alleen een tijdschrift.

Click here to revoke the Cookie consent