Alle mobieltjes de klas uit!

Tekst Paul Kirschner
Gepubliceerd op 14-09-2011
Er is de laatste tijd veel ophef over het gebruik van mobieltjes in de klas. Met griezelverhalen over woedeuitbarstingen van docenten op YouTube, verongelijkte vriendjes die naakte foto’s van vriendinnen twitteren en het doorgeven van examen- en tentamenantwoorden.

Deze gevallen zijn vervelend, maar het zijn excessen. Als reactie vinden sommigen – waaronder de VO-raad en opspringende onderwijsgoeroes – dat docenten op ‘mobieltjescursus’ moeten om te leren hoe zij mobieltjes in de klas nuttig kunnen inzetten. Helaas gaat men hier voorbij aan het echte probleem, namelijk dat googlen, sms’en en chatten onder de les of bij het leren gewoon afleidingen zijn, waardoor er slechter of niet geleerd wordt. In een recent artikel in Cyberpsychology, Behavior, and Social Networking tonen Jacobsen en Forste aan dat er een zeer robuuste negatieve relatie bestaat tussen het gebruik van sociale media in de klas, tijdens het leren of bij het maken van huiswerk en de behaalde punten van leerlingen. Zij concluderen dat dit multitaskgedrag interfereerde met het leren: het leidde leerlingen af van wat zij ‘hoorden’ te doen. Dit komt overeen met een studie die ik uitvoerde met Aryn Karpinski over het gebruik van Facebook en leerresultaten. Daaruit bleek dat Facebookgebruikers gemiddeld één punt lager scoorden dan niet-gebruikers. De verklaring is eenvoudig. Ten eerste, mensen kunnen NIET multitasken! Als je multitaskt, voer je twee cognitieve processen tegelijk uit. Maar onze hersens kunnen dat helemaal niet. Wij kunnen wel verschillende geautomatiseerde activiteiten tegelijkertijd uitvoeren. Maar dit geldt niet voor dingen waarbij we moeten nadenken. Wat wij wel kunnen, is schakelen tussen taken (task switching) en hoe meer wij iets geoefend hebben, hoe sneller wij kunnen schakelen. Voor leerlingen is dat misschien chatten of sms’en, voor anderen bijvoorbeeld autorijden of typen. Dus toch geen probleem die mobieltjes in de klas? Jawel. Want elk onderzoek naar schakelen tussen taken waarbij denken is vereist, toont aan dat dit leidt tot circa twee keer zoveel tijd om de taken uit te voeren en tot circa twee keer zoveel fouten. Die extra tijd zou geen probleem zijn als chattende leerlingen twee keer zo lang zouden studeren, maar uit mijn onderzoek met Karpinski bleek dat daarvan geen sprake was. En dan hebben we het nog maar even niet over die verdubbeling van fouten. Eigenlijk weten we dit ook wel uit eigen ervaring. Stel je bent met iemand aan het praten en uit je ooghoek zie je een e-mail binnenkomen die je even snel wilt lezen. Sta je opeens met je mond vol tanden als je gesprekspartner je vraagt ‘wat vind je daarvan?’ En zou het in een klaslokaal dan anders gaan? Ik vind het echt een wonder dat men durft te beweren dat mobieltjes in de klas gebruikt moeten worden. Let wel: mobieltjes kunnen wel een waarde voor het onderwijs hebben, bijvoorbeeld op excursies, in musea of op een uitheemse markt om taal te leren. Maar in een leslokaal? Liever niet. Wie nog niet overtuigd mocht zijn: onderzoek van Strayer, Drews en Crouch heeft aangetoond dat het rijden onder de invloed van alcohol veiliger is, dan rijden terwijl je telefoneert, ongeacht of het handsfree is of niet!

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent