Punten en komma’s

Tekst Karin Westerbeek
Gepubliceerd op 25-01-2024
Mijn brugklassers hebben volgende week een toetsje, onder meer over interpunctie en hoofdletters. Ze weten onderhand echt wel hoe het moet. Of heeft iedereen last van het gat tussen ‘weten’ en ‘doen’?

Een vaste aanstelling krijg ik op de school waar ik nu werk niet zomaar. Drie collega’s komen mij observeren, ieder in een andere les. Daarbij horen in november drie ingevulde observatieformulieren, drie nagesprekken, een heleboel verbeterpunten, en dan over een aantal maanden nog een keer om te kijken of ik verbetering laat zien.

Hoe krijg ik dat
gat tussen ‘weten’
en ‘doen’ gedicht?

Vandaag kwam collega Pieter in één van mijn brugklassen kijken. Achterin de klas maakte hij veel aantekeningen. Hij zag dingen die hij heel knap vond, zei hij achteraf. Een lieve binnenkomer, waarna een lijst met kritiek volgde. De les was voor veel leerlingen te makkelijk geweest, de activerende didactiek ver te zoeken en het differentiëren lukte nog niet lekker. Zijn commentaar ging gepaard met een oprecht vriendelijke glimlach en een heleboel suggesties. Die had ik eigenlijk niet eens nodig. Ik weet namelijk zelf ook dat differentiëren niet goed gaat, en dat ik niet alleen aandacht moet schenken aan de leerlingen die het nog niet snappen. En ik weet ook wat ik daaraan kan doen. Waarom doe ik het dan niet? Hoe krijg ik dat gat tussen ‘weten’ en ‘doen’ gedicht?

Mijn brugklassers hebben volgende week een toetsje, onder meer over interpunctie en hoofdletters. Ze hebben oefeningen gemaakt, een brief geschreven, en steeds letten ze daarbij op hun interpunctie en hoofdlettergebruik. Ze hebben elkaar feedback gegeven en feedback van mij gehad. Met effect, want ze weten onderhand echt wel hoe het moet. Dat het ‘mevrouw Van den Burg’ is, maar ‘mevrouw S. van den Burg’, en El Hamdoui maar Ibrahim el Hamdoui. Voor de toets oefenen we het nog één keer, met een verhaaltje. Ze schrijven keurige brieven aan jarige tantes, zangeres MEAU en de baas van Disneyland Parijs. Met hoofdletters, komma’s en punten op de juiste plek.

Ik vraag of ze mij hun verhaal willen mailen. Dat doen ze.

Hoi westerbeek, hierbij mijn verhaal groeten van Jasmijn

Hallo Vrouw Westerbeek ik stuur u mijn verhaal laat u weten als u het heeft gekregen? Jamie

geachte westernbeek, hopelijk vind je het verhaal leuk. Groetjes sam

Hoi mevrouw!!! Lekker geslapen??? Me verhaal zit hierbij!! 

En ook: hi mev. ‘Hi mev.’ Serieus?

Thuisgekomen struikel ik over de druipende schooltas die mijn puberzoon midden in de gang heeft neergegooid. Zelf hangt hij uit te wasemen op een keukenstoel. ‘Je tas moet in de kast,’ is mijn gezellige gespreksopener. ‘Jahaaaaa,’ bromt-ie, ‘wéét ik’. Ik slik ‘waarom dóe je het dan niet?’ in, en zet in plaats daarvan thee. Hij neemt een slok, trekt een vies gezicht. ‘Dit is weer thee met bloemen of zo, toch? Je weet toch dat ik die vies vind.’

Ja, dat weet ik. Maar ja, dat gat tussen weten en doen, dus.

Karin Westerbeek is raadsadviseur van de Onderwijsraad en leraar Nederlands in het vo. Meer columns?

 

 

Dit artikel verscheen in Didactief, januari/februari 2024.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent