Niet minder dan vijf departementen zijn ingezet om de jeugd te lijf te gaan, en ze noemen zich J-team. De inspanningen van de afgelopen jaren, eerst aangestuurd door de commissie Groenman en daarna door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, hebben tot resultaat gehad dat veel gemeenten inmiddels een jeugdbeleid op poten hebben gezet. Soms is dat jeugdbeleid nog niet verder gekomen dan het eerste hoofdstuk in het handboek hangplekkunde, maar steeds vaker wordt er goed gewerkt op basis van wetenschappelijk gefundeerde uitgangspunten.
De vijf departementen zijn er inmiddels in geslaagd een gezamenlijke brochure te presenteren, en dat is op zich al een niet te onderschatten prestatie. Met de tekst van de brochure is ook niet veel mis. Een minpuntje is wel dat het oude VWS-motto over het jeugdbeleid weer van stal wordt gehaald: 'Met het overgrote deel van de jeugd gaat het over het algemeen goed'. Deze uitspraak is al zo'n tien jaar oud. De herkomst is moeilijk te achterhalen en de fundering was altijd al flinterdun, maar ze is – hoe oudbakken ook – volgens de overheid blijkbaar nog steeds geschikt voor consumptie. Wat moet je nu met een dergelijke kreet? Als Balkenende zou zeggen dat het met het overgrote deel van het koninklijk huis over het algemeen goed gaat, gaan bij elke journalist de alarmbellen rinkelen. Maar als een multinational zoiets zegt over de recente gang van zaken in het concern, kunnen de aandelen ook zo maar vijf procent stijgen. Je kunt er dus alle kanten mee op, maar er vooral elke reflectie op de staat van de jeugd in Nederland mee lamslaan.
Als ik een bericht lees van de wereldgezondheidsorganisatie waarin staat dat overmatig drankgebruik jaarlijks het leven kost aan 55.000 Europese jongeren, als ik de cijfers bekijk van het Nibud over de gemiddelde schuldenlast onder jongvolwassenen, of de statistieken zie over de toename van crimineel gedrag en van overgewicht op jonge leeftijd, dan begin ik me wel eens zorgen te maken. Maar dan herinner ik me dat het 'over het algemeen goed gaat met het overgrote deel van de jeugd', en dan slaap ik weer net zo makkelijk in als in mijn onbekommerde kinderjaren.
Uitspraken dat het met tachtig procent van de jeugd goed of slecht gaat, zijn gewoon dooddoeners. Ze doen geen recht aan het belang van het jeugdbeleid. Ze zijn ook nergens voor nodig. Er zijn voldoende gegevens over de jeugd aan de hand waarvan een zinnige en inhoudelijke discussie kan worden gevoerd. De 'Rapportage jeugd 2002' van het Sociaal Cultureel Planbureau of 'Young People in the Netherlands' van CBS/SCP bieden interessant materiaal om eens goed te kijken naar zowel de positieve ontwikkelingen als de problemen van de jeugd in ons land.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven