Help onze jongeren kiezen

Tekst Jo Kloprogge
Gepubliceerd op 02-10-2012
Jo Kloprogge - Het is voor ouders bijna onmogelijk om aan hun kinderen uit te leggen wat voor werk ze doen. Het gaat nog wel als je voor de klas staat, een slagerij hebt of de post bezorgt, maar veel beroepen zijn moeilijk te vatten. Als je over een willekeurig industrieterrein loopt, word je voor raadsels geplaatst. Wat gebeurt er allemaal achter die poorten met opschriften als ‘food warehousing concepts’ of ‘besturingstechnologie’?

Ook als je voor een kantoor of gemeentehuis staat, kun je niet inschatten wat daar gebeurt. Het zal er wel wemelen van de managers en de coördinatoren, maar probeer maar eens te raden waarvoor die nu precies nodig zijn.Gegeven de ondoorzichtigheid van de beroepswereld is het niet raar dat de beroepskeuzevoorlichting niet veel meer voorstelt. Al in 2002 luidde Frans Meijers (lector pedagogiek van de beroepsvorming) in zijn artikel Heeft beroepskeuzevoorlichting zin? in het tijdschrift Pedagogiek de noodklok. Het hielp niet echt. School geeft kinderen nauwelijks meer de kans een verbinding te leggen tussen hun eigen leven en levenswaarden en de wereld van de arbeid. De oude beroepsvoorlichting op school is voorbij en past niet meer in deze tijd. Overheid en bedrijfsleven zijn nu aan zet om jongeren te helpen goede keuzes te maken. Van scholen en leerkrachten kun je niet verwachten dat die op eigen kracht de complexe arbeidsmarkt doorgronden en uitleggen. Het is zeer wenselijk en nodig dat kinderen zicht krijgen op wat werk eigenlijk betekent. Wat wordt er van je verwacht, wat mag je zelf verwachten? Zijn er vaste werktijden? Hoe zit het met de veiligheid? Werk je alleen met anderen samen? Kun je hogerop en wat is daarvoor nodig? En wat kun je verdienen? Uit recent onderzoek van het Nibud blijkt dat twee op de vijf jongeren van twaalf tot vijftien jaar denken na hun dertigste levensjaar wel zo’n 5000 euro netto per maand te kunnen verdienen. Dat geeft wel aan dat veel jongeren erg onrealistisch naar de toekomst kijken. Inmiddels heeft de Nederlandse regering een aantal sectoren benoemd waar wij in de toekomst ons nationale inkomen mee moeten verdienen. Men noemt dit topsectoren en het gaat dan bijvoorbeeld om Agro&Food, Creatieve industrie, Energie en Life sciences en Health. De benamingen zijn al grotendeels in het Engels dus dat er op de export wordt gemikt is duidelijk. Als Nederland zijn jongeren wil stimuleren om zich op deze sectoren te oriënteren en hun opleiding erop te kiezen, zullen overheid en bedrijfsleven – mede met het oog op hun eigen belang – moeten uitleggen wat werk in deze sectoren inhoudt. Wat is er spannend aan, wat kun je doen en wat voor perspectieven zijn er aan verbonden? Zonder goede informatie zullen velen mijn nichtje van twaalf volgen die het nu al weet: zij wordt later coördinator. 

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent