Dan had ik in mijn stuk de laatste AI-ontwikkeling nog niet eens aangestipt. Ik kreeg een blog toegestuurd van een collega op Fontys Hogeschool met de titel Portfolio-assessment: game over? Deze ontwikkelingen maken het extra nodig dat opleidingen nadenken over toetsing.
Ik merk dat ik erg ben beïnvloed door mijn ervaringen met internationale Cambridge toetsen. Wij bereidden onze havo-leerlingen destijds voor op het Cambridge business studie AS-level- en IGCSE- examen. Examens die wereldwijd gegeven worden in verschillende tijdzones. Om de kwaliteit van toetsing overeind te houden bij zo’n groot instituut hanteert Cambridge een set basisregels die redelijk lijken te werken. Van kleine maatregelen (studenten mogen alleen doorzichtige etuis mee nemen in de examenzaal en de tafels moeten op een flink afstand van elkaar staan) tot grotere (studenten komen naar externe zalen om de toetsen te maken). Het lijkt erop dat een organisatie als Cambridge goed heeft nagedacht over de betrouwbaarheid van de toetsing.
Toetsing moet persoonlijk en onder controle
Het belangrijkste principe dat ik daar zag, was dat alle te beoordelen producten ter plekke geproduceerd moesten worden. Er wordt niets vooraf ingeleverd. De studenten schrijven allerlei producten ‘on the spot’, in een gecontroleerde omgeving. Als laatste, voor Nederlanders heftige maatregel, werden alle toetsen ook nog eens extern nagekeken door mensen die daar een baan van maken. De docent keek niet naar het werk van zijn eigen leerlingen. Deze Cambridge-opzet was overigens van kracht lang voor de introductie van kunstmatige intelligentie. In een veelheid van onderwijssystemen geeft de toetsopzet van één van de grootste onderwijsorganisaties in de wereld, een robuust voorbeeld dat wij in Nederland wellicht moeten volgen.
Ik merk dat ik ingeleverde producten van studenten of leerlingen niet meer vertrouw. Uit tal van onderzoek blijkt dat docenten AI-producten niet herkennen. De ontwikkelingen gaan te snel. Hierdoor worden zelfs mooie producten waarin veel werk en liefde zit, met onterechte argwaan door de beoordelende docenten benaderd.
De weg die we moeten gaan lijkt mij niet al te ingewikkeld. Alle voorbereidingen kunnen formatief op allerlei manieren, maar de echte toetsing moet persoonlijk en onder controle gebeuren. Dat kan via mondelinge toetsing, of in grote zalen onder toezicht. Om onze geloofwaardigheid te behouden moet het onderwijs zich verantwoordelijk tonen en stappen nemen, óf accepteren dat het toetsen van kennis inderdaad tot het verleden behoort.
Deze column is verschenen in Didactief van januari/februari 2025.
13-05-2021
01-03-2025
11-11-2021
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven