De eerste berichten waren divers. Toen bleek dat de dader voortvluchtig was en dichtbij mijn huis was gesignaleerd en de scholen dichtgingen, klopte mijn moederhart extra snel. Mijn kinderen in angst, dan moet ik bij hen zijn.
Mijn rector en conrector snapten dit direct en mijn lieve collega’s hebben mijn taken van die middag overgenomen. Een collega bood aan me naar huis te brengen, zodat ik niet zelf hoefde te rijden. Maar dit moest ik zelf doen. In de auto merkte ik dat ik boos was: dat iemand voor zoveel ophef kan zorgen, de veiligheid waar wij elke dag van genieten in het geding brengt. Als een supervrouw wilde ik hem eens goed toespreken. Ik merkte ook dat ik beelden uit actiefilms voor mij zag als ik dacht aan wat ik in Utrecht zou aantreffen: afgesloten snelwegen (mogelijke ontsnappingsroutes), afzetlinten, sirenes, paparazzi. Maar dat viel aan de oostkant van Utrecht mee. Er was stilte. Doodse stilte zou ik bijna zeggen. Vervreemdend en in zekere zin ook beangstigend.
Aan de oproep niet naar buiten te gaan, werd massaal gehoor gegeven. Onderweg flitsten vooral beelden van mijn kinderen aan mij voorbij: waar zijn mijn moppies, wat voelen ze, wat wordt hen nu verteld? Mijn oudste bleek thuis te zijn, want het is toetsweek. Maar een puber alleen thuis in zo’n situatie is niet fijn. Ze is voor het raam gaan staan of ze een rode Renault Clio zag. Toen een rode auto de straat in reed, moest ze huilen. Er zou nu een man met een geweer uitstappen. Het bleek een rode Citroën te zijn van een buurtbewoner. Maar het paniekzaadje is geplant.
Mijn drie kinderen zitten op drie verschillende scholen. Van deze scholen en de bso ontving ik diverse mails. Ik kon zo mooi een vergelijkend warenonderzoek doen. Wie geeft welke informatie en wat doet die informatie met mij als ouder? De gemeenschappelijke informatie was hetzelfde: op order van de politie bleven de scholen dicht. Daarna kwamen mails over het eerst nog wel maar alleen op persoonlijke titel ophalen van je kind tot het bericht dat het onveilig is om de straat op te gaan, dus het toch ophalen op geheel eigen risico geschiedt. Maar wie houdt een ouder tegen?
Daar stonden we bij de schoolpoort. We wilden allemaal onze kinderen veilig in onze armen sluiten. Veilig ja. Die betekenis heb ik voor het eerst echt mogen voelen. Met z’n vijven op de bank hebben we in verbijstering alle nieuwsuitzendingen gevolgd. Mijn gedachten waren vooral bij de leerkrachten. Er was alarmfase 5 uitgeroepen. Heeft iemand er ooit bij stil gestaan welke verantwoordelijkheid er dan bij leerkrachten gelegd wordt? De scholen gaan dicht en tot 18.00 uur zijn de kinderen daar. Scholen zijn openbare gebouwen en daarom een mogelijk doelwit.
Nu vertrouw ik de leerkrachten van mijn kinderen absoluut als het op leren en ontwikkelen aankomt, maar wie heeft hen voorbereid op deze situatie? Ik ben als docent namelijk uit Amsterdam weggegaan om mijn kinderen op te kunnen vangen. Hoe zit het met de leerkrachten die in Utrecht werken én wonen en zelf kinderen op scholen hebben en net als ik bij hun kroost willen zijn? Als zij allemaal hun gevoel volgen, en terecht, dan is er te weinig mankracht om bij alle leerlingen te zijn. Maar wie houdt een angstige ouder tegen die als een leeuw(in) zijn welpjes wil beschermen? En hoe doe je dat, de welpjes van andere ouders, de leerlingen dus, beschermen?
Mijn dochter die in groep drie zit, kwam huppelend thuis. ‘Mam, ik weet wat er aan de hand is! Er loopt een boef rond en daarom mochten wij niet naar buiten.’ Ze kijkt me stralend aan. Mijn zoon, groep 7, kijkt bedrukt. ‘Ik was best bang, maar we hebben het nieuws gevolgd en erover gepraat met de meester, dat was fijn.’ Hij knuffelt me. Hulde aan de leerkrachten die op de basisscholen de rust hebben weten te bewaren. Mijn dochter die in de tweede zit, wist niet of ze nu liever thuis was of op school bij haar vrienden. Later blijkt dat er drie soorten reacties waren bij haar op school. Een is een groep die boos is omdat ze in hun vrije tijd, nogmaals het is toetsweek, verplicht binnen moeten blijven. De tweede groep is in paniek. Dit werkt als een olievlek en is lastig te stoppen. De derde groep ondergaat alles gelaten. Wat er in die koppies omgaat, is niet duidelijk.
Deze middelbare school is de enige van de drie scholen die ’s middags al laat weten dat de dag erna de toetsen en lessen niet doorgaan. Er wordt een bijeenkomst voor de docenten gepland. De volgende ochtend volgt een mail waarin staat welke informatie aan de leerlingen verstrekt is, hoe de school en het bestuur naar de situatie kijkt en welke nazorg er geleverd wordt. Ook blijkt dat de slachtoffers een link hebben met scholen die onder het bestuur vallen. Deze brief raakt mij. De zorg die deze school en dit bestuur levert, maar ook hoe groot de impact van deze daad is. Levens zijn ontnomen, zaadjes geplant, mensen aan het denken gezet.
Ik ben naar mijn directie gegaan en heb gevraagd of er nagedacht kan worden hoe onze school en bestuur zou kunnen handelen in zo’n situatie. Mijn grote dank gaat uit naar alle juffen en meesters die maandag hun hoofd koel hebben gehouden en zo goed voor al onze kinderen hebben gezorgd. En ik hoop dat alle scholen even de koppen bij elkaar steken hoe zij dit zouden aanpakken, mocht dat nodig zijn. Voor het eerst hoop ik met heel mijn hart dat dit plan verstoft in een la.
Caroline Wisse is docente Nederlands op het Globe College, een vmbo brede school in Utrecht voor basis, kader en tl en klas 1 en 2 havo kans. Ze is lid van de Kennistafel Effectief Leesonderwijs, een initiatief van de PO-raad, VO-raad en het NRO en zit in de klankbordgroep van leraren van het NRO. Haar specialisaties zijn leesbevordering en woordenschat.
26-02-2013
09-10-2005
19-07-2018
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven