Soms vraag ik me echt af waar ik mee bezig ben. Deadlines die ik vaak rennend, zwetend, zuchtend en steunend haal, lessen soms maar half voorbereid, avonden nakijken en mijn sociale leven is er niet een om jaloers op te zijn. Heel soms vraag ik mezelf af of ik wel goed wijs ben…
Maar kom op, ik mag doen wat ik altijd al wilde: lesgeven. Jongeren vergezellen op hun reis naar de volwassenheid. Het mentorschap vind ik een groot goed. Dus ga ik vol energie het zoveelste gesprek met een ouder of collega aan om te onderzoeken waar de crux zit en noteer ik al mijn stappen en afspraken. Toegegeven, daar zucht ik soms diep bij, maar het hoort bij goed docent- en mentorschap.
Al heb ik nu hard mijn neus gestoten. Wat voor mij zo logisch is, blijken anderen helemaal niet nodig te vinden. Toen mijn zoon van 7, inmiddels net 8, ook nog uitviel in het reguliere onderwijs, was voor mij de maat vol. Hoe kan dit gebeuren? Een braaf, leergierig, harmonisch hoogbegaafd kind dat met de dag ongelukkiger wordt, omdat hij op school niets leert. Veel gesprekken met scholen volgden, waarbij ik nu aan de andere kant van de tafel zat, die van de ouders, maar mijn kennis als leraar wel meenam. En die kennis bleek nodig. Mijn eigen school heeft zorg ongelofelijk goed georganiseerd. De ontwikkelperspectiefplannen waar ik als mentor tureluurs van word, hebben een functie. Het invullen is een crime, maar het profijt van een goed ingevuld plan is enorm. Het geeft namelijk het proces weer. In deze plannen staan onder meer de belemmerende en stimulerende factoren, de afspraken en evaluaties daarvan. Het klinkt zo logisch, zo wijs.
Maar in de praktijk blijken dus niet alle scholen – zoals die van mijn zoon – dat te doen. Ze kijken zorgelijk naar deze plannen, vooral witte scholen, is mijn ervaring. ‘ Wij willen geen zorgschool zijn.’ Choquerend. Ben je een zorgschool als je passend onderwijs verzorgt en dus goed voor je leerlingen zorgt? Plakt de maatschappij daar een stempel op? Vinden wij dat als je zorg nodig hebt, dat je faalt en dan niet alleen als individu, maar ook als school? Maar heeft niet iedereen zorg nodig?
Ik ben naar een coach gestapt, omdat ik er niet uitkwam: hoe kan ik werkzaam blijven in het onderwijs als mijn eigen kind daar doodongelukkig wordt en uitvalt? Ben ik dan niet medeschuldig aan dat onderwijs? Ik onderzoek nu wat er diep in mij verborgen ligt, wat mijn visie is en welke zorg ook ik nodig heb. Ik sta op een kruispunt: doorgaan of stoppen in het onderwijs? Met hernieuwde moed ertegenaan? Het stemt mij verdrietig. Daarom neem ik de tijd en ga mij bezinnen op een wijs besluit.
Caroline Wisse is docente Nederlands op het Globe College, een vmbo brede school in Utrecht voor basis, kader en tl en klas 1 en 2 havo kans. Ze is lid van de Kennistafel Effectief Leesonderwijs, een initiatief van de PO-raad, VO-raad en het NRO en zit in de klankbordgroep van leraren van het NRO. Haar specialisaties zijn leesbevordering en woordenschat.
21-01-2003
10-10-2022
08-05-2007
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven