Stop met de termen 'zwarte' en 'witte' school

Tekst Monique Volman e.a.
Gepubliceerd op 20-03-2017
Beeld Human Touch Photography
Monique Volman e.a. - Het probleem met de labels zwart en wit voor scholen is dat het niet 'zomaar woorden' zijn.

kinderen die samen spelenDe westerse samenleving is in 2016 opgeschrokken door populisme, nationalisme en toenemende polarisatie. De discussies rond de Brexit, de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten en verscheidene terroristische aanslagen in Europa brachten spanningen rond immigratie, etnische en religieuze minderheden, groepsidentiteit en burgerschap nog scherper aan het licht.

Ook in Nederland zijn deze thema's blijvend onderwerp van debat. Eind 2016 besloten de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de termen autochtoon en allochtoon te schrappen. De reden daarvoor is dat de begrippen slecht zijn afgebakend en bovendien een uitsluitende en onderschikkende werking hebben. De discussie rond twee andere problematische labels moet echter nog beginnen: het gebruik van de termen witte en zwarte scholen.

Nederland is het enige land in Europa waar scholen op deze manier worden getypeerd.

Sinds de jaren zeventig is het in Nederland gangbaar scholen te labelen als wit of zwart. Scholen met meer dan 50 procent leerlingen met een niet-westerse achtergrond worden aangeduid als zwarte scholen en scholen met voornamelijk leerlingen met een etnisch Nederlandse of een andere westerse achtergrond worden aangeduid als witte scholen. Deze labels worden op grote schaal gebruikt in de media, door overheidsorganisaties zoals het Sociaal en Cultureel Planbureau, wetenschappers, docenten, schoolleiders en het bredere publiek. De termen zwarte en witte scholen zijn verankerd in het Nederlandse spraakgebruik. Nederland is echter het enige land in Europa waar scholen op deze manier worden getypeerd. In landen als het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië en Slovenië, worden deze labels gezien als ondenkbaar of zelfs schandalig.

Hiërarchische connotaties

Het probleem met de labels zwart en wit is dat het niet 'zomaar woorden' zijn. De termen dragen van oudsher problematisch hiërarchische connotaties met zich mee. Deze connotatie is terug te zien in het gebruik van deze labels in de typering van scholen. In ons onderwijsstelsel worden witte scholen veelal geassocieerd met onderwijs van een goede kwaliteit en met hogere onderwijsprestaties, terwijl zwarte scholen vaak gezien worden als 'probleemscholen' die gekenmerkt zouden worden door onderwijs van een mindere kwaliteit, een problematische leerlingpopulatie, veel uitval van leerkrachten, en slechte toetsresultaten.

Zwart-wit labels kunnen de afstand tussen de meerderheid en minderheidsgroepen vergroten.

Deze labels geven de realiteit ook niet nauwkeurig weer doordat ze geen rekening houden met de realiteit in etnisch diverse scholen. De etnische groepen die hier worden aangeduid als zwart - zoals Nederlandse Turken, Marokkanen, Syriërs, Iraniërs, Egyptenaren, Surinamers en Nederlanders van Caribische herkomst - delen geen gemeenschappelijke historische, religieuze, culturele en/of etnische achtergrond en identificeren zich voor een groot deel niet als 'zwart'. Het is een label dat lang niet altijd zelf is gekozen door de groepen om wie het gaat. Hetzelfde geldt voor het label 'wit'. Bovendien typeren deze labels leerlingen slechts op basis van kleur, ras en etniciteit, terwijl de identiteiten van leerlingen in werkelijkheid veel complexer, meervoudiger en hybride zijn. Het is onterecht om die complexiteit te reduceren tot de binaire termen zwart en wit.

Het gebruik van de termen 'zwarte en witte scholen' heeft bovendien een reeks negatieve gevolgen: zwart-wit labels kunnen de afstand tussen de meerderheid en minderheidsgroepen vergroten. Ze lijken aan te geven wie echt Nederlander is, wie erbij hoort en wie niet. Dit ondermijnt het gevoel van verbondenheid tussen etnische groepen. Het uitsluitende karakter van de labels draagt daarmee bij aan polarisatie in de samenleving. Onder etnische Nederlanders kan het leiden tot minder positieve houdingen ten opzichte van minderheidsgroepen. Onder minderheidsgroepen kan het gebruik ervan leiden tot gevoelens van vervreemding, wrok en afwijzing.

Selffulfilling prophecy

Verder kunnen de labels leiden tot een selffulfilling prophecy, waarbij docenten en leerlingen op scholen die bestempeld zijn als zwart lagere academische verwachtingen hebben, wat vaak resulteert in slechtere leerresultaten. Opgelegde labels, zeker wanneer deze een negatieve lading hebben, hebben negatieve gevolgen voor de identiteit en het zelfbeeld van minderheidsleerlingen. De manier waarop deze labels nu gebruikt worden communiceert de impliciete boodschap: 'zwart is minder'.

De termen beïnvloeden hoe we over problemen denken.

Het bovenstaande brengt ons - als wetenschappers en docenten in de onderwijswetenschappen - tot de volgende aanbeveling: laten we stoppen met het gebruik van de termen 'zwarte en witte scholen'; ze markeren een symbolische apartheid in het onderwijsstelsel en leiden tot stigmatisering van scholen en leerlingen. Laten we specifieke termen zoeken als we bepaalde kwesties in het onderwijs willen aanduiden (bijvoorbeeld de omgang met meertaligheid, uitsluiting en segregatie) en etnische labels achterwege laten als die niet relevant zijn.

Het zou naïef zijn te denken dat, wanneer we afzien van deze termen, problemen rond onderwijskwaliteit, segregatie en integratie verdwijnen. Echter, de labels en termen die we gebruiken om de werkelijkheid te beschrijven doen ertoe: ze beïnvloeden hoe we over problemen denken, ze kunnen problemen groter maken dan nodig is en ze kunnen daarmee zelfs nieuwe problemen creëren.

Zoals Albert Camus schreef: 'Iets een verkeerde naam geven draagt bij aan het ongeluk van de wereld.'

Ceren Abacioglu; Hülya Kosar Altinyelken; Jan Baan; Sharon Calor; Remmert Daas; Femke Geijsel; Anne van Goethem; Els Kuiper; Anke Munniksma; Willemijn Rinnooy Kan; Jaap Schuitema; Inti Soeterik; Semiha Sözeri; Guiselle Starink-Martha; Monique Verhoeven; Monique Volman; en Joke Voogt van de afdeling Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding, Universiteit van Amsterdam.
 

Deze brief is eerder gepubliceerd op 28 februari 2017 in de Volkskrant.

Beeld: Human Touch Photography

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent