We kijken allemaal gefascineerd naar ‘100 dagen voor de klas’. Want we weten: circa een op de vijf startende leraren in het VO verlaat na hun eerste jaar al weer het beroep. Toch brengen starters waardevolle kennis, vaardigheden en expertise mee. Interactie en samenwerking met collega’s die bijdragen aan onderwijs- en schoolontwikkeling kan een succeservaring opleveren die cruciaal is om meer vertrouwen in eigen kunnen – docent-efficacy – te krijgen (Bandura, 1977). Bovendien vergroot het de kans dat docenten in het onderwijs willen blijven.
Een school is als het ware een sociaal netwerk waar interacties plaatsvinden. Een analyse van dit netwerk geeft inzicht in het web van alle interacties: in hoeverre wordt bijvoorbeeld onderling advies gevraagd, worden materialen gedeeld of succesvolle didactische strategieën uitgewisseld (Borgatti & Ofem, 2010; Moolenaar et al., 2014). Hoe groter dit expertisenetwerk van een docent, des te meer kans om een verdiepende bijdrage te kunnen leveren aan onderwijsontwikkeling, met meer zelfvertrouwen als gevolg (Kelchtermans & Ballet, 2002; Ooghe et al., 2016).
Ik heb, met behulp van een sociaal netwerk analyse, gekeken in hoeverre, en hoe vaak startende eerstegraads docenten op een havo/vwo-afdeling van een middelgrote VO school in het zuiden van het land, benaderd worden door collega’s voor informatie, ideeën of input en welke invloed zij hadden op het handelen van collega’s. Ook heb ik in beeld gebracht of de starters zelf collega’s benaderden voor expertise. In het totaal hebben veertig docenten, waaronder schoolleiding, geparticipeerd in het onderzoek, waarvan zeven starters. Van twee starters zijn de netwerkanalyses verdiepend uitgewerkt. Beide starters participeerden in Docent Ontwikkelteams, een van de twee was al wat verder (tweede jaar) en dacht ook mee in een schoolbrede ontwikkelgroep. Deze starter had veel interacties met de schoolleiding en sectievoorzitters.
1e jaars starter
2e jaars starter
Uit verdiepende interviews met starters, schoolleiding en docentcoaches bleek een relatie tussen groei in vertrouwen en benaderd worden voor expertise. Een starter: ‘Het heeft mij een enorme boost gegeven dat je voor dit soort belangrijke dingen (meedenken in schoolontwikkelgroep, NM) wordt gevraagd al na twee jaar werken. Het voelt heel erg als waardering dat ik een bijdrage kan leveren.’ En, ‘het is belangrijk gehoord te worden en te voelen dat je een bijdrage levert. Deel zijn van de organisatie is heel belangrijk voor jezelf.’ Het blijkt dat vooral de onderlinge uitwisseling van kennis en expertise tussen de starter en andere collega’s bijdragen aan vertrouwen in eigen kunnen.
Uit de interviews bleek ook dat het op toeval berust of starters in een sectie komen waar een cultuur van kennisdeling is en collega’s open staan voor diens input.
Natasja Maas is lerarenopleider aan de Universiteit van Amsterdam. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van een master thesis Onderwijswetenschappen. Op basis van dit onderzoek is een workshop ontwikkeld voor scholen. Voor meer informatie: [email protected]
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven