Een aantal van de geportretteerde kinderen hebben het overduidelijk niet getroffen met hun omstandigheden. Ze vormen daarmee een goede illustratie van het probleem van kansenongelijkheid, maar het zijn kínderen. Het is de vraag of het nodig zou moeten zijn hun levens zo uit te smeren om een vraagstuk dat we al zo goed kennen opnieuw te agenderen. ‘Poverty porn,’ heet dat risico in de Angelsaksische wereld.
We zien de leerlingen, vooral, gefilmd in het jaar van groep 8, waarin de adviezen en schoolkeuzes worden bepaald. En je ziet dan gebeuren wat we al weten. Steun van ouders is belangrijk, dus kinderen met een instabiele thuissituatie komen in de knel. Kennis van ouders is belangrijk, dus ouders die zelf een succesvolle schoolloopbaan hebben doorlopen, hebben meer te bieden. Aan liefde voor kinderen ligt het niet, want die hebben alle ouders en alle leerkrachten. Aan de schoolbestuurder en de wethouder ligt het overduidelijk ook niet: topmensen.
Aan de kinderen ligt het niet, omdat het nooit aan de kinderen ligt. De hoofdrolspelertjes breken je hart.
Verdrietig word je er van.
We zien wat we al weten. We weten het uit onderzoeken. Uit eerdere documentaires, zoals Citostress uit 2015. Ook een hele goede film trouwens, nog steeds online te bekijken.
Uit getuigenissen van talloos veel leerkrachten, leerlingen, ouders.
Daarom roept de documentaire bij mij ook boosheid op. Waarom weer agenderen, waarom opnieuw kinderen zo in beeld brengen? We weten het toch?
Laten we gewoon gaan handelen.
Op dit moment gaat in het basisonderwijs zo’n 3% van het geld naar bestrijding van achterstanden. Laten we daar eens 10% van maken.
Laten we werk maken van uitstel van selectie. Laten we leerkrachten eens beter gaan betalen, te beginnen op scholen waar ze hardst nodig zijn. In ruil voor hogere verwachtingen.
En laat de volgende minister van Onderwijs eens elke week bij haar collega van Sociale Zaken de boel platlopen inzake armoedebestrijding. En bij haar collega van VWS een beter lopende jeugdzorg en -bescherming eisen. Scholen kunnen dit nooit alleen.
En totdat dit geregeld is, filmen we geen kinderen meer. Hoe goed het ook gebeurt, want de eerste afleveringen van Klassen zijn heel goed. Hoe de professionals ook zijn, die in beeld worden gebracht. Want ook daar krijg je als kijker vooral bewondering voor. Maar uit respect voor de kinderen en hun (groot)ouders.
We kennen het probleem. Het is ruim genoeg geagendeerd. We kennen de oplossingen. Dus wie er nu niet naar handelt, doet dat in volle bewustzijn. Nog een documentaire gaat daar niks meer aan veranderen.
Arnold Jonk is bestuurder bij Staij (Amsterdam). Lees hier al zijn columns.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven