Onderzoek

Zeven tips voor een (winnend) profielwerkstuk

Tekst Redactie Didactief
Gepubliceerd op 22-07-2014 Gewijzigd op 25-10-2016
1. Kies een onderwerp dat je zelf erg interessant vindt. Dat is het mooie aan het PWS. De onderwerpskeuze staat vrij. Misschien dat je het kunt koppelen aan een studie die je na de middelbare school wilt gaan volgen. Kijk eens wat voor vakken ze bij deze HBO- of WO-opleiding aanbieden. Kun je hier iets mee? Op deze manier krijg je misschien een voorspong op je medestudenten.

2. Maak je onderwerp niet te groot. Het moet erg specifiek zijn!

3. Bij geschiedenis wordt het zeer gewaardeerd als je gebruik maakt van primaire bronnen. Er zijn erg veel instanties die je op weg kunnen helpen. Bijvoorbeeld de archieven in je woonplaats, maar ook musea en bibliotheken willen je met alle plezier helpen. Je kunt natuurlijk ook interviews, experimenten en enquêtes gebruiken als primaire bronnen.

4. Het helpt ook als je een origineel onderwerp of invalshoek kiest. De oorzaken van de Vietnam Oorlog hebben we nu wel gehad, maar een originele invalshoek bij zo'n thema kan weer wel.

5. Kijk ook eens vanuit een theorie naar een onderwerp. Als je echt de diepte in wilt, kun je bijvoorbeeld revisionisme als (onderzoeks)theorie gebruiken, maar ook bijvoorbeeld Anderson met zijn theorie over 'verbeelde gemeenschappen' (http://en.wikipedia.org/wiki/Imagined_communities). Bij het werken vanuit een theorie is het soms goed om de samenwerking met een andere vak / domein op te zoeken.

6. Denk eraan dat je onderzoeksvoorstel dynamisch is, dat wil zeggen dat het kan veranderen als je bezig bent met je onderzoek.

7. Weet je wat je wilt, probeer dan een onderzoeksvoorstel in elkaar te zetten. Het onderstaande format kan helpen. Vul daartoe de 11 punten in:

1. Voorlopige werktitel
[geef een beschrijving]

2. Onderwerp
[geef een beschrijving]

3. Motivatie voor je onderwerpskeuze
[geef een beschrijving]

4. Context van het onderwerp
[geef een korte historische context van je onderwerp]

5. Onderzoeksvraag
[formuleer hier je onderzoeksvraag. Kies geen beschrijvende onderzoeksvraag (hoe), maar bijvoorbeeld een verklarende, vergelijkende of evaluatieve]

6. Deelvragen
[formuleer hier je deelvragen. Deze moeten helpen je onderzoeksvraag te beantwoorden. De eerste deelvraag is vaak de historische context van je gekozen onderwerp]

7. Methode
[hoe ga je de deelvragen beantwoorden? Hierbij hoort ook het soort bronnen dat je gaat gebruiken (b.v. interviews / bronnen uit een archief / case-study / experiment ). Ook als je vanuit theorieën gaat werken, deze hier noemen]

8. Verantwoording / relevantie
[geef hier aan wat jouw onderzoek toevoegt aan het debat / maatschappij. Levert het nieuwe inzichten op? Wat was al bekend? Wat is nieuw in je onderzoek?]

9. Structuur van jouw eindproduct
[schets hier in grote lijnen hoe je eindproduct eruit komt te zien. Je kunt bijvoorbeeld een hoofdstukindeling presenteren of werken volgens de IMRAD-methode: inleiding, gevolgde methode, resultaten en discussie]

10. Planning
[geef hier een planning van je onderzoek. Hoeveel tijd heb je beschikbaar? Wat moet er allemaal gebeuren? Wanneer ga je wat doen? Het is handig om de planning in een schema / tabel te presenteren. Op deze manier is het erg overzichtelijk]

11. Voorlopige literatuurlijst
[welke informatie heb je al gevonden / gebruikt. Graag vermelden volgens De Buck of APA richtlijnen. Een voorbeeld vind je op http://specials.han.nl/themasites/studiecentra/verwerken-en-delen/bronnen-vermelden/apa-normen/]


Tekst Tim Huijgen, lerarenopleider aan de RUG en docent geschiedenis aan H.N. Werkman College Stadslyceum, Groningen.

Gepubliceerd op 22 juli 2014.

Click here to revoke the Cookie consent